Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Criteria Voor De Afbakening Van Werkgebieden En Transferroutes; Minimumafstanden Van De Virtuele Grenzen En Afstanden Voor De Afbakening - Stiga A 1500 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor A 1500:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.4.

CRITERIA VOOR DE AFBAKENING VAN WERKGEBIEDEN EN TRANSFERROUTES

4.4.1. MINIMUMAFSTANDEN VAN DE VIRTUELE GRENZEN EN AFSTANDEN VOOR DE AFBAKENING

Procedure:
1. Bij aanwezigheid van een voetpad of een pad (A) op hetzelfde niveau als het gazon, kan de virtuele 
grens samenvallen met de rand van het voetpad. Het is ook mogelijk om de virtuele grens te 
programmeren door de robotmaaier over de rand van de stoep te leiden.
2.  Bij aanwezigheid van een zwembad, vijver of uitgraving (B) dient de virtuele begrenzing op 
een afstand van minimaal 1 meter te worden geprogrammeerd. Als het zwembad, de vijver 
of de uitgraving zich aan het einde van een helling bevindt, moet de virtuele grens worden 
geprogrammeerd op een afstand van minimaal 1,5 meter. 
3. Bij bomen met uitstekende wortels (C) moet de virtuele grens zo worden geprogrammeerd dat de 
robotmaaier niet over losgekoppelde oppervlakken kan rijden.
4. De virtuele grens moet zo worden geprogrammeerd dat de robotmaaier op een afstand van minimaal 
30 cm blijft van gebieden met grind of steenslag (D). 
5. Respecteer bij hellende terreinen wat is vermeld in par. 4.3.3.
6.  Bij doorlopende bouwelementen (muren, schuttingen, hagen, etc.) met een hoogte van meer dan 50 
cm moet de virtuele grens op een afstand van minimaal 40 cm daarvan geprogrammeerd worden (E).
7. In alle andere gevallen kan de virtuele grens worden bepaald op basis van de grootte van de 
machine, rekening houdend met een minimale afstand van 30 cm tussen de robotmaaier en het 
obstakel (F).
8. In het geval van afbakening van obstakels die minder dan 70 cm (G) van elkaar verwijderd zijn, 
begrens deze als een enkel obstakel met inachtneming van de hierboven aangegeven afstanden.
WAARSCHUWING:
Het werkgebied en in het algemeen de gebieden waarin de robotmaaier kan
rijden, moet afgebakend worden door een niet-begaanbaar hek.
LET OP:
Als de helling groter is dan 45% of 50%, al naargelang het model, moet het
hellende gebied worden uitgesloten van het maaigebied (Zie Par. 4.3).
NL
A
B
4. INSTALLATIE
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

A 3000A 5000

Inhoudsopgave