3 Omschrijving
3.7
Controle op giftige gassen
Het apparaat kan de concentratie van verschillende toxische gassen in de omgevingslucht controleren. Welke toxische
gassen er worden gecontroleerd, is afhankelijk van de geïnstalleerde sensoren.
Het apparaat geeft de gasconcentratie weer in deeltjes per miljoen (ppm), µmol/mol of mg/m
Gaseenheden worden geselecteerd op de pagina INSTELLEN - INSTRUMENTOPTIES.
WAARSCHUWING!
Als een alarm wordt geactiveerd terwijl het toestel wordt gebruikt, moet u de zone onmiddellijk verlaten. Een verblijf op de
locatie in een dergelijke situatie kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken of dodelijk zijn.
Het toestel heeft vier gasalarmen:
• HIGH alarm
• LOW alarm
• STEL alarm
• TWA alarm
Afbeelding 7 Alarmcondities (hier hoog alarm)
Als de gasconcentratie de ingestelde alarmdrempel of de STEL- of TWA-drempels bereikt of overschrijdt:
• verschijnt en knippert de alarmmelding in combinatie met de bijbehorende gasconcentratie
• gaat de achtergrondverlichting aan
• klinkt het alarm (indien actief)
• knipperen alarmleds (indien actief)
• gaat het trilalarm aan (indien actief)
3.8
Controle op zuurstofconcentratie
Het instrument bewaakt de zuurstofconcentratie in de omgevingslucht. De instelbare alarmpunten kunnen zo worden
ingesteld dat deze bij twee verschillende condities worden geactiveerd:
• Verrijkt - zuurstofconcentratie > 20,8% of
• Gebrek - zuurstofconcentratie < 19,5%.
WAARSCHUWING!
Als een alarm wordt geactiveerd terwijl het toestel wordt gebruikt, moet u de zone onmiddellijk verlaten. Een verblijf op de
locatie in een dergelijke situatie kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken of dodelijk zijn.
Wanneer de ingestelde alarmdrempel wordt bereikt voor één van de twee hierboven vermelde situaties:
• verschijnt en knippert de alarmmelding in combinatie met de bijbehorende gasconcentratie
• gaat de achtergrondverlichting aan
• klinkt het alarm (indien actief)
• knipperen alarmleds (indien actief)
20
Altair 5X / Altair 5XiR
3
op de pagina Meten.
NL