11.2 CV ketel storing
LCD Uit
Zorg ervoor dat de print van stroom wordt voorzien: controleer met een digitale
multimeter of de voedingsspanning aanwezig is.
Controleer de bedrading als er geen spanning is.
Als de spanning voldoende is (bereik 195 - 253 Vac), controleer dan de zekering
(3.15AL@230VAC). De zekering staat op de print. Zie fig. 205 en fig. 166.
LCD aan
In geval van bedieningsproblemen of problemen knippert het display en verschijnt de foutidentificatiecode
Er zijn fouten die permanente uitschakelingen veroorzaken (gemarkeerd met de letter "A"): om de werking te herstellen volstaat het om
de resetknop (detail 6 - fig. 1) gedurende 1 seconde in te drukken of de RESET op de afstandsbediening te gebruiken (optioneel) indien
geïnstalleerd; Als de cv ketel niet herstart, moet eerst de storing worden verholpen.
Andere fouten veroorzaken tijdelijke uitschakelingen (gemarkeerd met de letter "F") die automatisch worden gereset zodra de waarde
terugkeert binnen het normale werkbereik van de cv ketel.
Tabel. 9 - CV ketel lijst met fouten
Foutcode
Fout
A01
Geen ontsteking
van de branders
A02
Vlam aanwezig
signaal met
brander uit
A05
Ventilator fout
A06
Geen vlam na de
ontstekingsfase
F07 – F14
Hoge
F15 – A07
rooktemperatuur
F08
Te heet
A08
bescherming
interventie
FOUTMELDINGEN
Mogelijke oorzaak
Geen gas
Ontsteking / detectie elektrode fout
Defecte gasklep
Onvoldoende gastoevoerdruk
Sifon geblokkeerd door vuil
Lucht- / rookkanalen verstopt
Elektrode fout
Ontsteking / detectie elektrode fout
Print fout
Geen 230V voeding
Signaal onderbroken
Ventilator kapot
Ontsteking elektrode fout
Vlam onstabiel
Lucht- / rookkanalen verstopt
Sifon geblokkeerd
De rooksonde detecteert een te hoge
temperatuur
Verwarmingssensor beschadigd
Geen watercirculatie in het systeem
Lucht in het systeem
3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
Oplossing
Controleer de normale gasstroom naar de cv ketel en
of de lucht uit de leidingen is verwijderd
Controleer de bedrading van de elektrode en of deze
correct is geplaatst en vrij is van afzettingen; vervang de
elektrode indien nodig.
Controleer de gasklep en vervang deze indien nodig
Controleer de gastoevoerdruk
Controleer en reinig de sifon
Verwijder het obstakel van het rookkanaal,
rookafzuigkanalen, luchtinlaat en klemmen.
Controleer de bedrading van de ontstekingselektrode
Controleer de staat van de elektrode
Elektrode naar aarde
Kabel naar aarde
Controleer de sifon en maak deze indien nodig schoon
Controleer de print
Controleer de bedrading van de 5-pins connector
Controleer de bedrading van de 5-pins connector
Controleer de ventilator
Controleer de positie van de ontstekingselektrode en
vervang deze indien nodig
Controleer de brander
Verwijder het obstakel van het rookkanaal,
rookafzuigkanalen, luchtinlaat en klemmen.
Controleer de sifon en maak deze indien nodig schoon
Controleer de wisselaar
Controleer de rookgassonde
Controleer de parameter rookgasmateriaal
Controleer de juiste positie en werking van de
verwarmingssensor en vervang deze indien nodig
Controleer de circulatiepomp
Ontlucht het systeem
77