Samenvatting van Inhoud voor Ferroli OMNIA HY H 04E 28C
Pagina 1
OMNIA HYBRID C OMKEERBARE HYBRIDE LUCHT/WATER WARMTEPOMPEN VOOR SPLITINSTALLATIE MET DIRECTE SANITAIR WARM WATER PRODUCTIE NL INSTALLATIE, ONDERHOUD EN GEBRUIKSAANWIJZING 3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL) Cod. 3541T090 – Rev. 02 12/2019...
Pagina 2
• Lees de waarschuwingen in dit instructieboekje aandachtig • Periodiek onderhoud door gekwalificeerd personeel is door, deze bevat belangrijke informatie over veilige installatie, essentieel om een goede werking van het apparaat te gebruik en onderhoud. garanderen. • Dit instructieboekje is een essentieel onderdeel van het •...
OVERZICHT DEZE HANDLEIDING IS VERDEELD IN SECTIES. DEZE NAMEN ZIJN OPGENOMEN IN DE TITEL VAN ELKE PAGINA. 1. ALGEMENE KENMERKEN ……………..……..………………5 8. AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU ………………..48 1.1 Presentatie van het systeem ………….….…………………5 8.1 Hoe gaat u naar het service menu? ..……...…...…………48 8.2 Het service menu (FOR SERVICEMAN) …..……………49 1.2 Beschikbaar systeem………….……………………………..5 1.3 Onderdelen geleverd bij de binnen unit………….…………6...
Pagina 4
15.9 CV ketel - Buitengewoon onderhoud en vervanging van componenten.............…92 15.10 Ontkoppeling en verwijdering ........…98 16. ELEKTRISCH DIAGRAM BINNENUNIT……..…………..99 17. KOELMIDDEL DIAGRAM ……………………..…………103 18. ELEKTRONISCHE PRINT BUITEN UNIT ……...……..…104 19. ELEKTRONISCHE PRINT VAN DE WARMTEPOMP .…107 19.1 DIP-schakelaar instellingen van de elektronische print van de warmtepomp ...........107 19.2 Parameters controleren in de printplaat ………………107 20.
• Gratis methaan/LPG/Propaan-lucht conversie op het moment van producttest en activering van de garantie door het geautoriseerde assistentiecentrum 1.2 Beschikbaar systeem MOD. SYSTEEM BINNEN UNIT BUITEN UNIT OMNIA HY H 04E 28C OMNIA-UI HYBRID C 08 OMNIA-UE 04 OMNIA HY H 06E 28C OMNIA-UI HYBRID C 08 OMNIA-UE 06 OMNIA HY H 08E 28C...
ALGEMENE KENMERKEN 1.3 Onderdelen geleverd bij de binnen unit Beschrijving Vorm Aantal Installatie-, onderhouds- en gebruikershandleiding (deze handleiding) Vierkante kraan met filter Vierkante kraan (systeemuitgang) Afstandsbediening Energielabel * Het apparaat wordt geleverd met 3 energielabels (gebruik alleen de energielabel van het geïnstalleerde systeem). 1.4 Onderdelen geleverd bij de buiten unit Beschrijving Vorm...
TECHNISCHE GEGEVENS EN PRESTATIES 2. TECHNISCHE GEGEVENS EN PRESTATIES 2.1 Systeem technische gegevens OPMERKING: de waarden hebben betrekking op eenheden zonder optionele Het totale geluidsvermogensniveau in dB (A) gemeten in overeenstemming functies of accessoires. Gegevens aangegeven volgens EN 14511: met ISO 9614-normen. Het totale geluidvermogen in dB (A) de enige * SWL = geluidsvermogensniveaus, met verwijzing naar 1x10-12 W.
TECHNISCHE GEGEVENS EN PRESTATIES 2.4 Beschikbare statische druk Warmtepomp pomp + cv ketel pomp ZONDER KRAAN MET KRAAN Warmtepomp pomp ZONDER KRAAN MET KRAAN CV ketel pomp ZONDER KRAAN MET KRAAN 2.5 Werkingslimieten warmtepomp 3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
INSTALLATIE WAARSCHUWING U moet bij installatie van de gas ketel de aanwijzingen van de NPR 3378 “Praktijkrichtlijn gasinstallaties” volgen. 6. INSTALLATIE 6.1 Inspecteren bij aankomst Na ontvangst van het apparaat is het essentieel om te controleren of u al het materiaal hebt ontvangen dat op het document staat en ook dat het niet is beschadigd tijdens het transport.
INSTALLATIE 6.3 Het selecteren van de plaats van installatie en minimale werkgebied buiten unit Selecteer een installatieplaats waar aan de volgende voorwaarden is voldaan en die voldoet aan de goedkeuring van uw klant. • Plaatsen die goed geventileerd zijn. • Plaatsen waar het apparaat de buren niet stoort. •...
INSTALLATIE ■ Bereid een waterafvoerkanaal rond de fundering voor om afvalwater van rond het apparaat af te voeren. ■ Als water niet gemakkelijk uit het apparaat wegloopt, monteert u het apparaat op een fundering of betonblokken, enz. (De hoogte van de fundering moet ongeveer 100 mm zijn). ■...
INSTALLATIE 6.5 Grenzen aan het lengte- en hoogteverschil van koelmiddelleidingen De lengte van de koelmiddelleidingen tussen de binnen- en buiten units moet zo kort mogelijk zijn en wordt in elk geval beperkt door de maximale hoogteverschillen tussen de units te respecteren. Vermindering van het hoogteverschil tussen de eenheden (H1, H2) en van de buislengtes (L) zal de belasting beperken, waardoor de algehele efficiëntie van het apparaat wordt verhoogd.
INSTALLATIE 6.8 Koelmiddelleiding isolatie Om systeemefficiëntie en de juiste werking ervan te garanderen, moeten vooraf geïsoleerde koelaansluit- leidingen worden gebruikt die gemakkelijk op de markt verkrijgbaar zijn. Besteed ook aandacht aan de verbindingspunten zoals beschreven. Gebruik thermisch isolatietape om de slangen te binden, vanaf het gebied dat de kranen van de buiten unit verbindt met het bovenste uiteinde van de slang in overeenstemming met het wand ingangspunt.
INSTALLATIE 6.11 Vacuümwerking (verplicht) Lucht en vochtigheid in het koelcircuit beïnvloeden de werking van het apparaat met effecten zoals: • Verhoogde druk. Buiten unit • Verminderde efficiëntie. • Vorming van ijs op het capillair en daaropvolgende blokkering daarvan. • Corrosie in het circuit. Daarom moet een vacuüm worden gecreëerd in de verbindingsbuizen en de binnen unit.
INSTALLATIE Antivries systeem, antivries vloeistoffen, additieven en remmers Indien nodig kunnen antivriesvloeistoffen, additieven en remmers alleen worden gebruikt als de fabrikant van dergelijke vloeistoffen of additieven garandeert dat ze geschikt zijn en geen schade aan de wisselaar of andere componenten en/of materialen van de cv ketel / warmtepomp en het systeem veroorzaken.
INSTALLATIE Tips voor een succesvolle installatie Voor een correct ontwerp en installatie van de hydraulische installatie welke voldoet aan de lokale wetgeving inzake veiligheid en geluid is de volgende informatie is een suggestie voor een correcte installatie van het apparaat: •...
INSTALLATIE 6.14 CV ketel rookkanalen De opstel plaats moet voldoende geventileerd worden. Anders is er gevaar voor verstikking of vergiftiging. LEES DE INSTALLATIE- EN GEBRUIKSINSTRUCTIES VOORDAT U HET APPARAAT INSTALLEERT. BIJ DRUKKEN HOGER DAN 200 Pa IN DE ROOKAFVOERBUIZEN MOETEN KLASSE "H1" -BUIZEN WORDEN GEBRUIKT.
Pagina 23
INSTALLATIE Tabel. 2 – Max. lengte concentrische kanalen Concentrisch 60/100 Concentrisch 80/125 Max. toelaatbare lengte (horizontaal) 20 m Max. toelaatbare lengte (verticaal) Reductiefactor 90° bocht 0,5 m Reductiefactor 45° bocht 0,5 m 0,25 m Verbinding met afzonderlijke pijpen Tabel. 3 – Typologie Type Omschrijving Horizontale uitlaat en inlaat wand.
Pagina 24
INSTALLATIE Tabel. 5 – Accessoires Gebruik van flexibele buis Ø50 en Ø60 (alleen voor kanalen) De grafiek bevat de adapter code 041087X0 voor Ø50 en code 041050X0 voor Ø60. Tot 4 m. van Ø80 mm rookkanaal kan worden gebruikt tussen de cv ketel en de doorgang met verminderde breedte (Ø50 of Ø60), en tot 4 m.
Pagina 25
INSTALLATIE Volg de onderstaande instructies om deze breedte te gebruiken. Open het SC-menu (volg de instructies in par. “Sc”- Parameters menu verbrandingsregeling” op pagina 71) en breng de parameter SC04 op een waarde die overeenkomt met de lengte van het gebruikte rookkanaal. Verbinding met collectieve rookkanalen 3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
Pagina 26
INSTALLATIE Tabel. 6 – Typologie Type Omschrijving Unit verbonden via kanalen met een systeem van gemeenschappelijke rookkanalen onder druk verkregen in de structuur. Unit via kanalen verbonden met een systeem van gemeenschappelijke rookkanalen onder druk Inlaat en uitlaat in gemeenschappelijke schoorsteen (inlaat en uitlaat in dezelfde schoorsteen) Inlaat en uitlaat in gewone en afzonderlijke rookkanalen, maar onder vergelijkbare windomstandigheden Uitlaat in enkele of gemeenschappelijke schoorsteen- en muurinlaat Inlaat vanuit installatieruimte door middel van concentrisch kanaal (dat de uitlaat omsluit) en uitlaat in gewoon rookkanaal...
INSTALLATIE 6.15 Condensaatafvoer verbinding cv ketel BELANGRIJK De cv ketel heeft een interne sifon voor condensafvoer. Installeer de slang "B" door deze op zijn plaats te drukken. Vul de sifon voor inbedrijfstelling met ca. 0,5L water en sluit de slang aan op het sifon/stankafsluiter. LET OP: HET APPARAAT MAG NOOIT WORDEN GEBRUIKT MET DE SIFON LEEG! ANDERS BESTAAT HET GEVAAR VOOR VERSTIKKING DOOR DE EMISSIE VAN DE ROOKGASSEN.
Pagina 28
INSTALLATIE Procedure 1. Verwijder het voorpaneel (zie “15.7 Buitengewoon onderhoud en vervanging van warmtepompcomponenten” op pag. 91) 2. Sluit de kabels aan op de juiste aansluitklemmen zoals aangegeven in het diagram en zorg ervoor dat de kabels door de kabelwartels aan de onderkant van de cv ketel lopen (zie “fig.
Pagina 29
INSTALLATIE OPMERKING Sluit de communicatiekabel aan tussen de binnenunit en de buitenunit en houdt daarbij de correspondentie van de letters die op de terminals worden aangegeven (P met P, Q met Q, E met E). Verbind de communicatiekabel tussen de binnen unit en de afstandsbediening en houdt daarbij de correspondentie van de letters die op de terminals worden aangegeven (A met A, B met B ..).
Pagina 30
INSTALLATIE Kamerthermostaat (AAN/UIT - HEAT/COOL via digitale ingang) Extern AAN/UIT (thermostaat) Extern COOL/HEAT (thermostaat) Methode AAN / HEAT Digitaal ingangseffect Afstandsbediening Instelling* / COOL De werkingsmodus wordt bepaald door de digitale ingang. Het apparaat staat AAN in de COOL-modus De gebruiker kan alleen wanneer L1-C is gesloten.
INSTALLATIE Gebruikersinterface Gebruik afgeschermde draad en aard de draad. OPMERKING Dit apparaat ondersteunt het Modbus RTU communicatieprotocol. Verbind de communicatiekabel tussen de binnenunit en de afstandsbediening en houd daarbij de correspondentie van de letters aangegeven op de terminals (A met A, B met B ..).
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU 7.3 Startpagina (HOME PAGE) 7.4 Scherm ontgrendelen U kunt de startpagina's gebruiken om instellingen voor te lezen Als het pictogram op het scherm staat, is de controller en te wijzigen die bedoeld zijn voor dagelijks gebruik. Afhankelijk vergrendeld.
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU 7.5 Bediening AAN/UIT schakelen Gebruik de interface om het apparaat in of uit te schakelen voor ruimteverwarming of -koeling. ■ Het AAN/UIT zetten van het apparaat kan worden geregeld via de interface, als de ROOM THERMOSTAT op NON staat. (Zie ROOM THERMOSTAT SETTING (instelling voor kamer- thermostaat) in paragraaf “8.8 Kamerthermostaat (AAN/UIT - HEAT/COOL door digitale invoer)”)
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU Als u Werkmodus selecteert… Altijd HEAT MODE HEAT Altijd COOL MODE COOL De SW bepaalt automatisch, op basis van de buitenluchttemperatuur, of het apparaat in de modus HEAT of COOL AUTO wordt geactiveerd. Zie ook paragraaf “7.7 Werkingsmodus van de ruimte aanpassen (HEAT / COOL / AUTO)”.
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU 7.9 Werkingsmodus (OPERATION MODE) Zie "7.7 De bedieningsmodus van de ruimte aanpassen (HEAT/COOL/AUTO)". 7.10 Vooraf ingestelde temperatuur (PRESET TEMPERATURE) PRESET TEMPERATURE (ookwel de vooraf ingestelde temperatuur) heeft de volgende opties: PRESET TEMP. \ WEATHER TEMP.SET \ ECO MODE. Gebruik ''◄...
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU Ga naar "NO", druk op "OK" om terug te keren naar de startpagina, ga naar "YES", druk op "OK" om WEATHER TEMP.SET te resetten. ■ WEATHER TEMP. SET heeft vier soorten curven: - curven van de hoge temperatuurinstelling voor verwarmingsmodus, - curven van de lage temperatuurinstelling voor verwarmingsmodus, - curven van de hoge temperatuurinstelling voor koelmodus, - curven van de lage temperatuurinstelling voor koelmodus.
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU 7.11 Schema (SCHEDULE) SCHEDULE menu inhoud is als volgt: 1) TIMER om het dagschema in te stellen (in dit geval is het schema hetzelfde voor alle dagen van de week). 2) WEEKLY SCHEDULE om het weekschema in te stellen (om voor elke dag van de week een andere instelling in te stellen) 3) TIME om de huidige tijd en datum in te stellen.
Pagina 42
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU OPMERKING Als de starttijd hetzelfde is als de eindtijd, is de timer niet actief. Wekelijkse schema (WEEKLY SCHEDULE) Als de timerfunctie op het wekelijkse schema is uitgeschakeld, is de latere instelling van kracht. Als WEEKLY SCHEDULE is geactiveerd, wordt weergegeven op de startpagina.
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU Gebruik ''◄ '', '' ►'' om te scrollen en gebruik '' ▼'', '' ▲'' om de tijd aan te passen. Gebruik ''ON/ OFF'' om AAN of UIT te selecteren. OPMERKING Als CURRENT STATE (huidige staat) op OFF (uit) staat, is SILENT MODE ongeldig.
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU VAKANTIE WEG (HOLIDAY AWAY) VAKANTIE THUIS (HOLIDAY HOME) De HOLIDAY HOME functie wordt gebruikt om af te wijken van de ■ Als de functie HOLIDAY AWAY actief is, wordt normale schema's zonder deze tijdens de vakantie (thuis) te hoeven weergegeven op de startpagina.
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU 7.13 Kinderslot (CHILD LOCK) FOUTCODE (ERROR CODE) De Kinderslot-functie (CHILD LOCK) wordt gebruikt om Foutcode, ofwel ERROR CODE wordt gebruikt om aan te kinderfouten te voorkomen. De modusinstelling en temperatuur- geven wanneer de fout of beschermingsfunctie is opgetreden instelling kunnen worden vergrendeld of ontgrendeld met de en geeft de betekenis van de foutcode weer.
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU SCHERM (DISPLAY) De displayfunctie wordt gebruikt om de interface in te stellen, de belangrijkste items zijn taal (language), achtergrondverlichting (backlight), zoemer (buzzer) en schermvergrendelingstijd (screen lock time): OPMERKING Als een parameter niet is geactiveerd (of beschikbaar), geeft de parameter "--"...
AFSTANDSBEDIENING - GEBRUIKERSMENU De tabellen tonen hoe het setpoint (T1S) verandert met de buitentemperatuur (T4) voor de verschillende beschikbare klimaatcurven. 7.17 Weertemperatuur instelling voor koelmodus (COOL MODE) 7.18 Weertemperatuur instelling voor verwarmingsmodus (HEAT MODE) 3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
AFSTANDSBEDIENING – SERVICE MENU 8 AFSTANDSBEDIENING – SERVICE MENU 8.1 Hoe gaat u naar het service menu? Zie ''7.16 Het service menu FOR SERVICEMAN'' op pagina 46 Ga naar MENU> FOR SERVICEMAN. Druk op ''OK'' Het wachtwoord is 666 of 234. Gebruik ◄...
AFSTANDSBEDIENING – SERVICE MENU 8.2 Het service menu (FOR SERVICEMAN) ALLE AANPASSINGEN IN DIT HOOFDSTUK KUNNEN ALLEEN WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden, raadpleeg de volgende paragrafen voor de juiste instelling van de parameters. 3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
Pagina 50
AFSTANDSBEDIENING – SERVICE MENU 3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
Pagina 51
AFSTANDSBEDIENING – SERVICE MENU 3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
Pagina 52
AFSTANDSBEDIENING – SERVICE MENU 3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
AFSTANDSBEDIENING – SERVICE MENU 8.3 Instelling sanitair warm water modus (DHW MODE SETTING) Wanneer de cursor op T4CMAX, T4CMIN, dT1SC, dTSC of t_INTERVAL_C staat, gebruikt u ◄, ► en ▼, ▲ om de OPMERKING parameter te scrollen en aan te passen. Als DHW MODE is ingesteld op "NON", is de functie OPMERKING niet beschikbaar en kan deze dus niet door de gebruiker...
AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU 8.5 Instelling verwarmingsmodus (HEAT MODE SETTING) De instellingen voor de HEAT MODE (verwarmingsmodus) bestaat uit het volgende: 1. HEAT MODE: instellen of de HEAT-modus actief is of niet 2. T1S-BEREIK: Selectie van het bereik van de gewenste uittrede- temperatuur van het water 3.
AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU 8.7 Temperatuur type-instelling om de interne temperatuur- Als u WATER FLOW TEMP. instelt op ''NON'' en ROOM TEMP. sensor van de controller te activeren als kamerthermostaat instelt op ''YES'', dan wordt de kamertemperatuur op de hoofdpagina weergegeven en werkt de kamertemperatuur als de (TEMP.TYPE SETTING) doeltemperatuur.
AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU 8.9 Andere verwarmingsbron (OTHER HEATING SOURCE) De OTHER HEATING SOURCE (andere verwarmingsbron) wordt gebruikt om in te stellen of de back-upverwarming en extra verwarmingsbronnen zoals een cv ketel of zonne- energiekit beschikbaar zijn. Om de OTHER HEATING SOURCE in te stellen, ga naar MENU>...
AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU 8.13 Herstel naar fabrieksinstellingen (RESTORE TO FACTORY SETTING) De RESTORE FACTORY SETTINGS wordt gebruikt om alle parameters in de gebruikersinterface terug te zetten naar de fabrieksinstelling. Om de fabrieksinstellingen te herstellen, ga naar MENU> FOR SERVICEMAN> RESTORE FACTORY SETTINGS. Druk op ''OK''.
AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU Wanneer de cursor op OPERATE PREHEATING FOR FLOOR (bediening voor voorverwarmen van de vloer) staat, Gebruik ◄ ► om naar ''YES'' te bladeren en druk op ''OK''. De pagina wordt als volgt weergegeven: Wanneer de cursor op OPERATE FLOOR DRYING staat. Gebruik ◄...
AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU 8.16 Proefdraaien (TEST RUN) Als u AIR PURGE selecteert en op ''OK'' drukt, wordt de pagina TEST RUN wordt gebruikt om de correcte werking van de als volgt weergegeven: kleppen, ontluchting, circulatiepomp, koeling, verwarming en waterverwarming te controleren. Ga naar MENU>...
Pagina 60
AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU Als u HEAT MODE selecteert, moet het apparaat in HEAT MODE werken en verschijnt de tegenovergestelde pagina op het Tijdens de testrun zijn alle knoppen behalve ''OK'' ongeldig. Als display. u de testrun wilt uitschakelen, drukt u op ''OK''. Als het apparaat Tijdens deze functie is het waterinstelpunt (T1S) gelijk aan 35°C.
AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU 8.17 Lijst met parameters Pas de N° Code Beschrijving Instelbereik Standaard precisie Werkmodus Auto, Cool, Heat, Heat/ DHW Kamer instelling temperatuur Koelen: 17~30 °C Verwarmen:17~30 °C Auto: 17~30 °C Instelling temperatuur wateruitlaat Koelen 1: 5~25 °C Koelen 2: 18~30 °C Verwarmen...
AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU 8.18 Controleer parameterlijst Standaard fabrieksinstellingen MENU FOR SERVICE MAN DHW MODE SETTING DHW MODE TANK HEATER DISINFECT DHW PRIORITY DHW PUMP COOL MODE SETTING COOL MODE T1S RANGE HIGH T4CMAX T4CMIN dT1SC dTSC t_INTERVAL_C HEAT MODE SETTING HEAT MODE HIGH T4HMAX...
Pagina 63
AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU Instellingen die moeten worden gewijzigd voor OMNIA HYBRID C DHW MODE COOL MODE SETTING COOL MODE HIGH T4CMAX T4CMIN dT1SC dTSC t_INTERVAL_C HEAT MODE SETTING HEAT MODE HIGH T4HMAX T4HMIN dT1SH dTSH t_INTERVAL_H AUTO MODE SETTING TEMP TYPE SETTING WATER FLOW TEMP ROOM TEMP...
CV KETEL REGELING - GEBRUIKERSMENU 9. CV KETEL REGELAAR - GEBRUIKERSMENU 9.1 Bedieningspaneel cv ketel PANEEL LEGENDA fig. 150 1 Knop afname Sanitair Warm Water temperatuur (DHW-) 10 Zomer modus 2 Knop toename Sanitair Warm Water temperatuur (DHW+) 12 Multifunctioneel (knipperend tijdens beschermingsfunctie van de 3 Knop voor verlagen van de temp.
CV KETEL REGELING - GEBRUIKERSMENU 9.2 Aansluiting op de voeding, in- en uitschakelen CV ketel uitschakelen Om schade door bevriezing tijdens lange perioden van stilstand in de winter te voorkomen, is het raadzaam om al het water uit de cv ketel af te tappen. cv ketel elektrisch aangedreven Schakel de stroom naar de cv ketel in.
CV KETEL REGELING - GEBRUIKERSMENU 9.3 Aanpassingen Winter/zomer omschakeling Druk op de winter/zomer/uit-knop (detail 7 - fig. 150) totdat het display het zomersymbool (detail 10 - fig. 150) weergeeft: de ketel levert alleen sanitair warm water. vorstbeschermingssysteem blijft geactiveerd. Om de wintermodus opnieuw te activeren, drukt u tweemaal op de winter/zomer/uit-knop (detail 7 - fig.
CV KETEL REGELING - SERVICE MENU 10. CV KETEL REGELAAR - SERVICE MENU ALLE IN DEZE SECTIE BESCHREVEN AANPASSINGEN KUNNEN ALLEEN WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL. 10.1 Aanpassingen Gas conversie De cv ketel kan op aardgassen (tweede gas familie) en ook op propaan en butaan (derde gas familie) branden, dit is duidelijk aan gegeven op de verpakking en op de type plaat van het apparaat.
Pagina 68
CV KETEL REGELING - SERVICE MENU Controle van de verbrandingswaarden ZORG ERVOOR DAT DE VOORKANT GESLOTEN IS EN DE INLAAT- / UITLAATKANALEN VOLLEDIG GEMONTEERD ZIJN. Zet de cv ketel minimaal 2 minuten in de verwarmings- of tapwatermodus. Als tijdens deze periode het vlamsymbool op het display knippert, betekent dit dat de cv ketel een kalibratie uitvoert.
CV KETEL REGELING - SERVICE MENU Druk op de verwarmingsknoppen (details 3 en 4 - fig. 150) om het vermogen te verhogen of verlagen (minimaal = 0%, maximaal = 100%). Door op de toets "-" van het tapwater te drukken (detail 1 - fig. 150), wordt het ketelvermogen onmiddellijk op het minimum ingesteld (0%). Wacht ongeveer 1 minuut voor stabilisatie.
Pagina 70
CV KETEL REGELING - SERVICE MENU Opmerking: 1. Parameters met meer dan één beschrijving variëren hun functie en/of bereik ten opzichte van de instelling van de parameter tussen haakjes. 2. Parameters met meer dan één beschrijving worden teruggezet op de standaardwaarde als de parameter tussen haakjes wordt gewijzigd. 3.
Pagina 71
CV KETEL REGELING - SERVICE MENU “Sc” - Menu Parameters verbrandingsregeling ALLEEN GEKWALIFICEERD PERSONEEL MAG HET "SC" -MENU OPENEN EN DE RELEVANTE PARAMETERS WIJZIGEN. Druk op de verwarmingsknoppen om de lijst met parameters in oplopende of aflopende volgorde te doorlopen. Druk op de DHW-knoppen om de waarde van een parameter te bekijken of te wijzigen.
Pagina 72
CV KETEL REGELING - SERVICE MENU Procedure voor het wijzigen van parameters SC12 en SC13: • Zet de cv ketel in verwarmings- of DHW modus en druk gedurende 10 seconden op de Reset-knop (ref. 6 fig. 150). • Het display toont 100 en de tekst "Co" knippert; druk op de knop "HEAT +" (ref. 4 fig. 150) om 120 in te stellen en te bekijken. •...
FOUTMELDINGEN 11. FOUTMELDINGEN 11.1 Warmtepomp foutmeldingen Dit gedeelte biedt nuttige informatie voor het diagnosticeren en corrigeren van enkele problemen die zich in het apparaat kunnen voordoen. Problemen oplossen en gerelateerde corrigerende acties kunnen alleen worden uitgevoerd door de technische assistentie. Voordat u de probleemoplossingsprocedure start, voert u een volledige visuele inspectie van het apparaat uit en zoekt u naar duidelijke gebreken, zoals losse verbindingen of defecte bedrading.
Pagina 74
FOUTMELDINGEN Ruimteverwarmingscapaciteit tekort bij lage buitentemperaturen MOGELIJKE OORZAKEN CORRIGERENDE ACTIE De werking van de back-upverwarming is Controleer of de "ANDERE VERWARMINGSBRON/BACK-UPVERWARMING" is niet geactiveerd. ingeschakeld, zie "10.7 Lokale instellingen" Controleer of de thermische beveiliging van de back-upverwarming is geactiveerd (zie 9.2.3 Hoofdcomponenten schakelkast (deur 2), " Thermische beveiliging back-upverwarming "voor de locatie van de resetknop).
Pagina 75
FOUTMELDINGEN Fout Defect of beveiliging Foutoorzaak en corrigerende actie code 1. De Tp-sensorconnector zit los. Sluit het opnieuw aan. 2. De Tp-sensorconnector is nat of er zit water in. Verwijder het water, maak de connector droog. Voeg waterdichte lijm toe. Sensor Tp (compressorontlading) 3.
Pagina 76
FOUTMELDINGEN Fout Defect of beveiliging Foutoorzaak en corrigerende actie code 1. Zie P1 Hoge aanvoertemperatuur 2. Systeem is gebrek aan koelmiddelvolume. Vul het koelmiddel bij met het juiste volume. bescherming 3. Twout temperatuursensor zit los Sluit het opnieuw aan.. Tp >115°C, 4.
FOUTMELDINGEN 11.2 CV ketel storing LCD Uit Zorg ervoor dat de print van stroom wordt voorzien: controleer met een digitale multimeter of de voedingsspanning aanwezig is. Controleer de bedrading als er geen spanning is. Als de spanning voldoende is (bereik 195 - 253 Vac), controleer dan de zekering (3.15AL@230VAC).
Pagina 78
FOUTMELDINGEN Foutcode Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Te heet Controleer de juiste positie en werking van de Retoursensor beschadigd bescherming retoursensor en vervang deze indien nodig interventie Geen watercirculatie in het systeem Controleer de circulatiepomp Lucht in het systeem Ontlucht het systeem Storing Sensor beschadigd bezorgingssensor...
Pagina 79
FOUTMELDINGEN Foutcode Fout Mogelijke oorzaak Oplossing F56 - A56 Kalibratiefout Controleer de parameters en voer een kalibratie van Onjuiste parameters 100% uit Controleer de positie van de elektrode, vervang deze Elektrode beschadigd of niet correct indien nodig. Herhaal na vervanging de 100% geplaatst.
INGEBRUIKNAME 12. INGEBRUIKNAME 12.1 Ingebruikname warmtepomp Voordat u voor de eerste keer start of na een lange pauze moet u de volgende voorbereidende controles uitvoeren met betrekking tot het elektrische gedeelte en het koelgedeelte. Voorafgaande warmtepomp controles Koelgedeelte • Controleer of het apparaat is gevuld met koelmiddel. De controle kan worden uitgevoerd met draagbare freon manometers uitgerust met een 1/4 "SAE draaikoppeling met een depressor aangesloten op de tapuitgang.
INGEBRUIKNAME Eerste ketelontsteking • Controleer of er geen vraag voor warm water en kamerthermostaten is. • Zet het gas aan en controleer of de gastoevoerdruk vóór het apparaat voldoet aan de technische gegevenstabel of in ieder geval aan de tolerantie die is voorzien in de voorschriften. •...
PARAMETERS WARMTEPOMP EN CV KETEL IN VERWARMINGSMODUS 13. PARAMETERS WARMTEPOMP EN CV KETEL IN VERWARMINGSMODUS Voor de verwarmingsmodus is het mogelijk om twee verschillende logica voor warmtepomp- en cv ketelactivering te hebben, afhankelijk van de parameters aangegeven in de volgende tabel en beschikbaar onder "8.2 Het service menu (FOR SERVICEMAN)" op pagina 49. Fabrieks Parameter BESCHRIJVING Parameter...
PARAMETERS WARMTEPOMP EN CV KETEL IN VERWARMINGSMODUS 13.2 CV ketel ter vervanging van de warmtepomp Stel T4_H_MIN = externe luchttemperatuur waarbij u de warmtepomp wilt deactiveren en de cv ketel wilt activeren. Stel T4_AHS_ON in op een lagere waarde dan T4HMIN. Met een externe luchttemperatuur hoger dan T4HMIN, wordt de verwarming van het systeem alleen gegarandeerd door de warmtepomp, bij een temperatuur lager dan T4HMIN wordt de verwarming van het systeem alleen gegarandeerd door de cv ketel.
WERKWIJZE VAN HET SYSTEEM 14. WERKWIJZE VAN HET SYSTEEM 14.1 Bedrijfsmodi van de installatie Koelmodus met warmtepomp Verwarmingsmodus met warmtepomp De installatie wordt alleen door de warmtepomp voldaan. De koeling van de installatie wordt alleen door de warmtepomp bereikt. Verwarmingsmodus met cv ketel Verwarmingsmodus met warmtepomp en cv ketel De installatie wordt alleen door de cv ketel voldaan.
WERKWIJZE VAN HET SYSTEEM 14.2 Sanitair Warm Waterproductie Sanitair Warm Water productie De vraag naar warm water wordt door de cv ketel geproduceerd. 14.3 Bedrijfsmodi + sanitair warm water productie Koelmodus en sanitair warm water productie Verwarmingsmodus en sanitair warm water productie De koeling van de installatie wordt voldaan door de De plantverwarming wordt geproduceerd door de warmte- warmte-pomp.
ONDERHOUD 15. ONDERHOUD 15.1 Algemene opmerkingen Om een optimale beschikbaarheid van het apparaat te garanderen, moeten regelmatig een aantal controles en inspecties op het apparaat en de veldbedrading worden uitgevoerd. BELANGRIJK! ALLE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN EN VERVANGINGEN MOETEN WORDEN UIT- GEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL. Schakel de stroom uit en sluit de gaskraan voordat u werkzaamheden aan de binnenunit uitvoert.
ONDERHOUD Algemene regels voor onderhoud Het onderhoud is uiterst belangrijk voor de werking van het systeem en de normale werking van het apparaat in de loop van de tijd. In overeenstemming met de Europese Verordening EG 303/2008 moet worden opgemerkt dat bedrijven en ingenieurs voor onderhoud, reparatie, lektesten en terugwinning/recycleren van koelgassen volgens de lokale voorschriften moeten worden GECERTIFICEERD.
ONDERHOUD 15.3 Toegang tot interne componenten Om toegang te krijgen tot de interne componenten na demontage van het voorpaneel (details 1 en 2 fig. 178), is het noodzakelijk om de montage van het elektrische paneel van de warmtepomp en het expansievat te roteren (detail 3 fig. 178). 3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
ONDERHOUD Als de pomp correct werkt, is de LED naast de "driehoek" groen in kleur Bij gebruik onder normale omstandigheden wordt de LED rood (knipperend of vast). Abnormale omstandigheden kunnen van verschillende aard zijn: • spanningsproblemen (te hoog of te laag) •...
Pagina 90
ONDERHOUD • Inspectie van hydraulisch circuit Controleer visueel of er geen lekken in het hydraulische circuit zijn. Controleer of waterfilters schoon zijn. • Inspectie van elektrisch systeem Zorg ervoor dat voedingskabels die het apparaat voeden niet gescheurd, gebarsten of beschadigd zijn op een manier die de isolatie kan beïnvloeden.
ONDERHOUD 15.7 Buitengewoon onderhoud en vervanging van warmtepomp componenten Warmtepomp pomp Voordat u begint met de volgende instructies, raden we aan uzelf te beschermen en de interne omgeving en het elektrische systeem van de binnen unit te beschermen tegen waterlekkage. •...
ONDERHOUD 15.9 CV ketel - Buitengewoon onderhoud en vervanging van componenten Na het vervangen van de gasklep, brander, elektrode en printplaat moet de 100% -kalibratie worden uitgevoerd (zie “100% -kalibratie” op pagina 67). Volg daarna de instructies in paragraaf “Controle van de verbrandingswaarden” op pagina 67. Gasklep •...
ONDERHOUD CV ketel – Circulatie pomp Voordat u de volgende instructies uitvoert, is het raadzaam om de ruimte en de schakelkast van de cv ketel te beschermen tegen onbedoeld morsen van water. • Schakel de stroomtoevoer uit en draai de gaskraan dicht. •...
Pagina 94
ONDERHOUD CV ketel – Demontage van de brander en reiniging van de wisselaar • Schakel de stroomtoevoer uit en draai de gaskraan dicht. • Draai de 5 schroeven los waarmee het deksel van de wisselaar is bevestigd. • Draai de 3 schroeven los waarmee de brander is bevestigd. •...
Pagina 95
ONDERHOUD CV ketel – Vervanging van de isolatie van de warmtewisselaar • Schakel de stroomtoevoer uit en sluit de gaskraan. • Verwijder het deksel van de warmtewisselaar en de brander (zie fig. 188). • Haal de elektrode “1” eruit. • Draai de isolatieschijf "2" en verwijder deze. CV ketel –...
Pagina 96
ONDERHOUD CV ketel – Vervanging van de isolatie van de warmtewisselaar • Schakel de stroomtoevoer uit en draai de gaskraan dicht. • Draai de horizontale schroef aan de onderkant van de print behuizing los. • Til na het draaien van het paneel de kap op door op de lipjes “2” te drukken. •...
Pagina 97
ONDERHOUD Waterdrukschakelaar vervangen Voordat u de volgende instructies uitvoert, is het raadzaam om de ruimte en de schakelkast van de cv ketel te beschermen tegen onbedoeld morsen van water. • Schakel de stroomtoevoer uit en draai de gaskraan dicht. • Verwijder de connector “1” en bevestigingsclip “2”. •...
ONDERHOUD Waterinlaatfilter reinigen • Schakel de stroomtoevoer uit en draai de gaskraan dicht. • Isoleer de cv ketel door de warm water toevoer en systeem afsluitkleppen te bedienen. • Reinig het water toevoer filter. 15.10 Ontkoppeling en verwijdering Het systeem bevat smeerolie en koelgas. Vermijd daarom te allen tijde morsen of lekken van koelgas en van het systeemwater indien behandeld met additieven of antivriesmiddelen.
ELEKTRONISCHE PRINT BUITEN UNIT 18. ELEKTRONISCHE PRINT BUITEN UNIT PCB-3 - Inverter board voor 1-fase Mod. 4-6-8 (buiten unit) 1 Naar moederbord (CN101, CN105) 2 Compressor-verbindingspoort U V W (U, V, W) 7 Invoerpoort voor bruggelijkrichters (P6) 3 Invoerpoort N voor IPM-module (N) 8 Uitgangspoort P van PFC (P2) 4 Invoerpoort P voor IPM-module (P) 9 Invoerpoort voor PFC-inductie 3 (P3)
Pagina 105
ELEKTRONISCHE PRINT BUITEN UNIT PCB-2 - Hoofdbesturingskaart voor 1-fase Mod. 4-6-8 (buitenunit) 1 Ingangspoort gelijkrichterbrug L 13 P/N/+18V-poort 2 Invoerpoort hydraulisch compartiment 2 14 Naar IPDU/PFC 3 Ingangspoort N voor gelijkrichterbrug N 15 DC-ventilatorpoort 4 Voeding N 16 Compressie-elektromechanische verwarmingsriem 5 Voeding L 17 4-weg kleppoort 6 Transformator uitgangspoort...
Pagina 106
ELEKTRONISCHE PRINT BUITEN UNIT Om de parameters aan de koelmiddelzijde te controleren (printplaat PCB-2). Het digitale display toont de huidige compressorfrequentie (‘0’ wordt weergegeven als het apparaat is uitgeschakeld of er wordt een foutcode weergegeven als er een fout optreedt). Druk lang op de controleknop en het digitale display toont de bedrijfsmodus. Druk vervolgens op de controleknop.
ELEKTRONISCHE PRINT VAN DE WARMTEPOMP 19. ELEKTRONISCHE PRINT VAN DE WARMTEPOMP 19.1 DIP-schakelaar instellingen van de elektronische print van de warmtepomp De DIP-schakelaar bevindt zich op de elektronische print in het elektrische paneel van het apparaat. WAARSCHUWING - Schakel de voeding uit voordat u het servicepaneel van de schakelkast opent en wijzigingen aanbrengt in de instellingen van de DIP-schakelaar.
ELEKTRONISCHE PRINT VAN DE WARMTEPOMP 19.2 Parameters controleren in de printplaat Om de parameters van de hydraulische kast (PCB-1) te controleren, opent u deur 2 en ziet u de PCB als volgt, het digitale display toont de temperatuur van het uitlaatwater in normale toestand ('0' wordt weergegeven als het apparaat is uitgeschakeld of foutcode wordt weergegeven als er een fout optreedt).
CV KETEL KLEMMENSTROOK 20. CV KETEL KLEMMENSTROOK 20.1 Toegang tot het elektrische klemmenstrook en de zekering van de elektrische schakelkast van de cv ketel Verwijder het voorpaneel (zie “15.7 Buitengewoon onderhoud en vervanging van warmtepompcomponenten” op pagina 91) om toegang te krijgen tot het klemmenstrook (M) en zekering (F) door als volgt te werk te gaan (fig. 205 en fig. 206). De aansluitingen aangegeven in fig.
CV KETEL KLEMMENSTROOK 20.3 AAN/UIT (A fig. 206) configuratie Tabel. 12 - Schakelaar A-instelling DHW-configuratie Parameter b06 b06=0 Contact open schakelt warm water (DHW) uit en schakelt het opnieuw in als het gesloten is. b06=1 Contact open verwarming uitschakelen en geeft F50 weer. Contact gesloten maakt verwarming mogelijk. b06=2 Het contact fungeert als kamerthermostaat.
ALGEMENE AANBEVELINGEN OVER HET GEBRUIKTE KOELMIDDEL R410A 21. ALGEMENE AANBEVELINGEN OVER HET GEBRUIKTE KOELMIDDEL R410A 1 LEVERANCIER EN PRODUCT IDENTIFICATIE Product R-410A 2 SAMENSTELLING / INFORMATIE OVER DE BESTANDDELEN Stof / Voorbereiding Voorbereiding Componenten / onzuiverheden Bevat de volgende componenten: Difluormethaan (R32) 50% in gewicht Pentafluoroethane (R125) 50% in gewicht EEC nummer...
ALGEMENE AANBEVELINGEN OVER HET GEBRUIKTE KOELMIDDEL R410A 12 ECOLOGISCHE INFORMATIE Effecten gekoppeld aan ecotoxiciteit Pentafluorethaan (R125) Potentiële opwarming van de aarde met halocarbiden; HGWP (R-11=1) =0,84 Potentiële verarming van de ozonlaag; ODP (R-11=1) =013 INSTRUCTIES VOOR VERWIJDERING Algemeen Niet verwijderen waar accumulatie gevaarlijk kan zijn. Bruikbaar met reconditionering.