INSTALLATIE
6.5 Grenzen aan het lengte- en hoogteverschil van koelmiddelleidingen
De lengte van de koelmiddelleidingen tussen de binnen- en buiten units moet zo kort mogelijk zijn en wordt in elk geval beperkt door
de maximale hoogteverschillen tussen de units te respecteren. Vermindering van het hoogteverschil tussen de eenheden (H1, H2) en
van de buislengtes (L) zal de belasting beperken, waardoor de algehele efficiëntie van het apparaat wordt verhoogd. Houd u aan de
limieten in de volgende tabellen.
Neem contact op met onze technische afdeling voor de vereiste aanpassingen als de units moeten werken boven de hierboven gegeven
specificaties.
6.6 Koelmiddelaansluitingen binnen unit
Volg de volgende aanwijzingen bij het aansluiten van de koelleidingen:
• Zorg dat de uiteinden van de eerder uitlopende pijp overeenkomen met die van de aansluitingen op de binnen units (zie deel L en G in
"fig. 6 in par. 3.1 Algemene afmetingen binnenunit" op pagina 10).
• Draai de koppeling met de hand vast en draai deze vervolgens vast met behulp van een geschikte sleutel.
6.7 Koelmiddelaansluitingen buiten unit
• Breng de uiteinden van de buis die eerder wijd was uitgelijnd met die van de kranen op de buiten unit.
• Schroef de fitting met de hand en draai deze vervolgens vast met een geschikte sleutel.
3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
17