Inhoudsopgave
Advertenties
8.5 Instelling verwarmingsmodus (HEAT MODE SETTING)
De instellingen voor de HEAT MODE (verwarmingsmodus)
bestaat uit het volgende:
1. HEAT MODE: instellen of de HEAT-modus actief is of niet
2. T1S-BEREIK: Selectie van het bereik van de gewenste uittrede-
temperatuur van het water
3. T4HMAX: instellen van de maximale bedrijfstemperatuur buitenlucht
4. T4CMIN: instellen van de minimale bedrijfstemperatuur buitenlucht
5. dTISH: het temperatuurverschil instellen voor het starten van het
apparaat
6. t_INTERVAL_H: om de stoptijd van de compressor in te stellen vóór de
volgende start in de verwarmingsmodus
Om te bepalen of de HEAT MODE effectief is, gaat u naar
MENU> FOR SERVICEMAN> HEAT MODE SETTING. Druk op
''OK''. De volgende pagina wordt weergegeven:
Wanneer de cursor op HEAT MODE staat, gebruik dan ◄►
om naar ''YES'' of ''NON'' te bladeren en druk op OK om de
verwarmingsmodus in of uit te schakelen. Wanneer de cursor op
het T1S-BEREIK staat, gebruikt u ◄► om naar YES of NON te
bladeren en drukt u op OK om het bereik van de uitlaatwater
temperatuur te selecteren. Wanneer LOW is geselecteerd, is de
maximale doeltemperatuur 55°C. Als de klimatologische curve-
functie (komt overeen met "weather temperature set." in de
gebruikersinterface) is ingeschakeld, is de geselecteerde curve
de lage temperatuurcurve. Wanneer HIGH is geselecteerd, is de
maximale doeltemperatuur 60°C. Als de klimatologische curve-
functie (komt overeen met "weather temperature set." in de
gebruikersinterface) is ingeschakeld, is de geselecteerde curve
de hoge temperatuurcurve.
Wanneer de cursor op T4HMAX, T4HMIN, dT1SH, dTSH of
t_INTERVAL_H staat, gebruikt u ◄► en ▼ ▲ om te bladeren
en de parameter aan te passen.
OPMERKING
Als de HEAT MODE is ingesteld op "NON", is de functie niet
beschikbaar en kan deze dus niet door de gebruiker worden
geselecteerd.
T4CMAX is de maximale buitenluchttemperatuur in
de verwarmingsmodus. Het apparaat kan niet werken
als de buitenluchttemperatuur hoger is.
T4CMIN is de minimale bedrijfstemperatuur van de
buitenlucht in de verwarmingsmodus. Het apparaat wordt
uitgeschakeld als de buitenluchttemperatuur eronder daalt.
Het verband tussen de werking van het apparaat en de
buitenluchttemperatuur wordt weergegeven hiernaast:
dT1SH is het temperatuurverschil tussen T1 en T1S voor
het uitschakelen van het apparaat in de verwarmingsmodus.
Wanneer de beoogde uitlaatwatertemperatuur T1S <47 is,
wordt het apparaat in- of uitgeschakeld zoals beschreven:
AFSTANDSBEDIENING - SERVICE MENU
3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
Wanneer de beoogde uitlaatwatertemperatuur T1S ≥47 is, gaat
het apparaat aan of uit zoals hieronder beschreven:
Als de controller is ingesteld als kamerthermostaat (dankzij
de activering van de temperatuur sensor in de controller)
is de parameter dTSH het temperatuurverschil tussen Ta
(interne gemeten
kamertemperatuur)
kamer-temperatuur instelpunt) waarbij het apparaat uit gaat.
Zie onder-staande afbeelding:
8.6 Instelling AUTO modus (AUTO MODE SETTING)
Het regelen van de AUTO MODE bestaat vaak uit het volgende:
1. T4AUTOCMIN: instellen van de min. operationele buitenlucht
temperatuur voor koeling
2. T4AUTOHMAX: instellen van de max. operationele buitenlucht
temperatuur voor verwarming
Ga naar MENU> FOR SERVICEMAN> AUTO MODE SETTING
om te bepalen of de AUTO-modus effectief is. Druk op ''OK''. De
volgende pagina wordt weergegeven.
Gebruik ◄ ► en ▼ ▲ om te scrollen en de parameter aan te
passen.
T4AUTOCMIN is de minimale buitenluchttemperatuur voor
koeling in de automatische modus. Het apparaat wordt uitge-
schakeld als de buitenluchttemperatuur lager is in de ruimte-
koeling.
T4AUTOHMAX is de maximale operationele buitenlucht-
temperatuur voor verwarming in de automatische modus. Het
apparaat wordt uitgeschakeld als de buitenluchttemperatuur
hoger is bij gebruik van ruimteverwarming.
Het verband tussen de werking van de warmtepomp en de
buitenluchttemperatuur wordt beschreven in de onderstaande
afbeelding:
en
TS
(interne
54
Advertenties
Inhoudsopgave
