6.8 Koelmiddelleiding isolatie
Om systeemefficiëntie en de juiste werking ervan te garanderen, moeten vooraf geïsoleerde koelaansluit-
leidingen worden gebruikt die gemakkelijk op de markt verkrijgbaar zijn. Besteed ook aandacht aan de
verbindingspunten zoals beschreven.
Gebruik thermisch isolatietape om de slangen te binden, vanaf het gebied dat de kranen van de buiten
unit verbindt met het bovenste uiteinde van de slang in overeenstemming met het wand ingangspunt.
(zijfiguur).
6.9 Buisleidingen aandraaien
Zorg ervoor dat de verbindingszone vrij is van stof en vuil.
• Zorg ervoor dat de flare en verbinding perfect zijn uitgelijnd.
• Draai de koppeling eerst met de hand vast en vervolgens met een geschikte moersleutel.
Lekken kunnen optreden als de onderdelen onvoldoende worden vastgedraaid, terwijl de flare kan worden beschadigd als deze te sterk
wordt vastgedraaid. De onderstaande tabel geeft de aanbevolen koppels voor de verschillende buisdiameters.
Nominale diameter (")
3/8
5/8
6.10 Controle op dichtheid (aanbevolen werking)
Voordat u het systeem in vacuüm plaatst, is het raadzaam om ervoor te zorgen
dat het koelcircuit strak vast zit, inclusief de verbindingen tussen de leidingen
en de binnen unit. Ga als volgt te werk:
• Verwijder de dop met de servicekleppen van de buiten unit, volledig gesloten,
van de servicekraan (1 in fig. 24) van de gasaansluiting (de grotere)
• Sluit de serviceklep aan op een monometrische eenheid plus stikstoffles (N2).
• Breng het systeem onder druk tot maximaal 30 bar met behulp van de stikstof
in de fles.
• Gebruik vloeibare zeep om te controleren of de gewrichten goed vast zitten.
Houd de fles verticaal tijdens het onder druk zetten om te voorkomen dat
vloeibare stikstof in het systeem infiltreert!
• Controleer alle verbindingsvoegen op zowel de buiten- als de binnen units en
zorg ervoor dat ze goed vastzitten. Er ontstaan bellen als er lekken aanwezig
zijn. Als er bellen verschijnen, zorg er dan voor dat de verbindingen zijn
vastgedraaid en dat de flares de juiste vorm hebben.
• Veeg de vloeibare zeep af met een doek.
• Verlaag de druk van de stikstof in het circuit door de leiding van de fles los
te maken.
• Koppel de stikstoffles los nadat de druk is verlaagd.
INSTALLATIE
Buitendiameter (mm) Ø
9.52
15.88
3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
Aandraaimoment
Nm
30-40
60-65
Buiten unit
COOLING GAS
CONNECTIONS
18