■ Bereid een waterafvoerkanaal rond de fundering voor om
afvalwater van rond het apparaat af te voeren.
■ Als water niet gemakkelijk uit het apparaat wegloopt, monteert
u het apparaat op een fundering of betonblokken, enz. (De
hoogte van de fundering moet ongeveer 100 mm zijn).
■ Als u het apparaat op een frame installeert, installeer dan een
waterdichte plaat (ongeveer 100 mm) aan de onderkant
van het apparaat om te voorkomen dat er water vanaf de lage
kant naar binnen komt.
■ Wanneer u het apparaat installeert op een plaats die vaak
wordt blootgesteld aan sneeuw, let dan op dat u de fundering zo
hoog mogelijk optilt.
■ In gebieden met zware sneeuwval is het erg belangrijk om een
installatieplaats te kiezen waar de sneeuw het apparaat
niet aantast. Als zijwaartse sneeuwval mogelijk is, zorg er dan
voor dat de warmtewisselaarspiraal niet wordt beïnvloed door
de sneeuw (bouw indien nodig een zijluifel).
■ Zorg dat de buitentemperatuur wordt gemeten via de
luchtthermistor van de buiten unit, zorg dat u de buiten unit in
de schaduw installeert. Indien dit niet kan, moet er een luifel
worden geconstrueerd om direct zonlicht te voorkomen, zodat het
apparaat niet wordt beïnvloed door de hitte van de zon, anders
grijpt de beveiliging misschien in en veroorzaakt een storing.
■ Controleer de sterkte en het niveau van de installatie grond,
zodat het apparaat geen trillingen en/of geluid veroorzaakt na de
installatie.
■ Bevestig het apparaat volgens de funderingstekening in de
afbeelding, met behulp van de funderingsbouten. (Bereid vier
sets van elk Ø10 expansiebouten, moeren en ringen voor, die
direct op de markt verkrijgbaar zijn.)
■
6.4 Installatie schema's
De binnen unit kan zowel hoger als lager dan de buiten unit
geplaats worden.
Buiten unit onderaan geplaatst en binnen unit bovenaan
De relatieve verbindingsleidingen moeten worden geïsoleerd.
Legenda:
1. Buiten unit
2. Binnen unit
3. Leidingen aan gaszijde (grotere diameter)
4. Leidingen aan vloeistofzijde
Buiten unit bovenaan geplaatst en binnen unit onderaan
De relatieve verbindingsleidingen moeten worden geïsoleerd.
Legenda:
1. Buiten unit
2. Binnen unit
3. Leidingen aan gaszijde (grotere diameter)
4. Leidingen aan vloeistofzijde
OPMERKING: Het maximale niveauverschil tussen de binnen unit en de buiten unit mag
niet groter zijn dan de waarden die zijn vermeld in de sectie "GRENZEN VOOR HET
LENGTE- EN HOOGTEVERSCHIL VAN KOELMIDDELLEIDINGEN".
17
INSTALLATIE
■ Het is het beste om de funderingsbouten in te schroeven tot
hun lengte 20 mm van het funderingsoppervlak is.
Wanneer het apparaat bij het installeren wordt blootgesteld
aan sterke wind, let dan op het volgende:
Plaats de uitlaatzijde in een rechte hoek ten opzichte van de
windrichting.
Sterke wind van >5 m/s of meer, die tegen de luchtuitlaat van
het apparaat blaast, veroorzaakt een kortsluiting (afzuiging van
perslucht) en dit kan de volgende gevolgen hebben:
3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
Verslechtering van de operationele capaciteit.
-
Frequente vorstversnelling bij verwarming.
-
Verstoring van de werking als gevolg van hoge druk.
-
Wanneer een sterke wind continu aan de voorkant
-
van het apparaat blaast, kan de ventilator zeer snel
beginnen te draaien totdat deze breekt.
16