Gebruikersinterface
6.17 Elektrische aansluitingen buiten unit
WAARSCHUWING
■ Er moet een werkschakelaar of een ander middel, met een contactscheiding van ten minste 3 mm tussen alle polen, worden
ingebouwd in de vaste bedrading in overeenstemming met relevante lokale wet- en regelgeving.
■ Schakel de voeding uit voordat u aansluitingen maakt.
■ Knijp nooit gebundelde kabels samen en zorg ervoor dat ze niet in contact komen met de leidingen en scherpe randen. Zorg
ervoor dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op de aansluitingen.
■ Alle bedrading en componenten moeten worden geïnstalleerd door een erkende elektricien en moeten voldoen aan de
relevante lokale wet- en regelgeving.
■ De veldbedrading moet worden uitgevoerd in overeenstemming met het bedradingsschema dat bij het apparaat is geleverd
en de onderstaande instructies.
■ Zorg ervoor dat u een speciale voeding gebruikt. Gebruik nooit een voeding die door een ander apparaat wordt gedeeld.
■ Zorg ervoor dat u een aarde legt. Aard het apparaat niet op een leiding, overspanningsbeveiliging of telefoonaarde.
Onvolledige aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
■ Installeer een aardlekschakelaar. Als u dit niet doet, kan dit een elektrische schok veroorzaken.
■ Installeer de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
OPMERKING
■ Installeer een differentieelschakelaar met de volgende kenmerken:
- interventiewaarde gelijk aan 30 mA
- uitschakeltijd minder dan 0,1 s
- dat deze compatibel is met de omvormer (bestand tegen hoogfrequente
elektromagnetische storingen) om onnodige ingrepen te voorkomen
1. Verwijder het zijpaneel (1).
2. Maak de aansluitingen volgens de bedradingsschema's van het apparaat
3. Sluit het apparaat opnieuw.
OPMERKING
Het apparaat is uitgerust met een omvormer. Het installeren van een vermogensfactorcorrectie vermindert niet alleen het
effect van vermogensfactorverbetering, maar kan ook een abnormale verwarming van de condensor veroorzaken als
gevolg van hoogfrequente golven. Installeer geen vermogensfactor apparaat omdat het het apparaat kan beschadigen.
INSTALLATIE
Gebruik afgeschermde draad en aard de draad.
OPMERKING
Dit apparaat ondersteunt het Modbus RTU communicatieprotocol.
Verbind de communicatiekabel tussen de binnenunit en de afstandsbediening en
houd daarbij de correspondentie van de letters aangegeven op de terminals (A met
A, B met B ....).
Procedure:
1. Verwijder het achterste deel van de gebruikersinterface.
2. Sluit de kabel aan op de juiste aansluitklemmen zoals op de afbeelding
3. Bevestig het achterste deel van de gebruikersinterface
3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
31