Ruimteverwarmingscapaciteit tekort bij lage buitentemperaturen
MOGELIJKE OORZAKEN
De werking van de back-upverwarming is
niet geactiveerd.
Er wordt te veel warmtepompcapaciteit
gebruikt voor het verwarmen van sanitair
warm water (geldt alleen voor installaties
met een sanitair warmwatertank).
Wanneer een beveiliging wordt geactiveerd, wordt een foutcode weergegeven op de gebruikersinterface. Een lijst met alle fouten en
corrigerende acties is te vinden in de onderstaande tabel.
Reset de veiligheid door het apparaat UIT en weer AAN te zetten.
Neem contact op met uw lokale dealer als deze procedure voor het resetten van de veiligheid niet is gelukt.
Fout
Defect of beveiliging
code
Fout stromingsschakelaar
E01
(E8 wordt 3 keer
weergegeven)
Fase volgorde fout (alleen
E1
voor driefasige eenheid)
Communicatiefout tussen
E2
bedrade controller en unit
Back-up warmtewisselaar
E3
fout watertemperatuur
sensor
De temperatuursensor
E4
warm tapwater (T5) fout
De temperatuur van de
E5
condensoruitlaat
temperatuur sensor (T3).
De buitenlucht
E6
temperatuursensor (T4)
fout.
E8
Waterstroom mislukt
E9
Zuigbuis sensor (Th) error
FOUTMELDINGEN
CORRIGERENDE ACTIE
Controleer of de "ANDERE VERWARMINGSBRON/BACK-UPVERWARMING" is
ingeschakeld, zie "10.7 Lokale instellingen" Controleer of de thermische beveiliging van de
back-upverwarming is geactiveerd (zie 9.2.3 Hoofdcomponenten schakelkast (deur 2), "
Thermische beveiliging back-upverwarming "voor de locatie van de resetknop). Controleer of
de boosterverwarming actief is, de back-upverwarming en de boosterverwarming kunnen niet
tegelijkertijd werken.
Controleer of de 't_DHWHP_MAX' en 't_DHWHP_RESTRICT' correct zijn geconfigureerd:
• Zorg ervoor dat de 'DHW PRIORITY' in de gebruikersinterface is uitgeschakeld.
• Schakel de "T4_TBH_ON" in de gebruikersinterface/FOR SERVICEMAN in om de
boosterverwarming voor de verwarming van water voor huishoudelijk gebruik te activeren.
Foutoorzaak en corrigerende actie
1.Het draadcircuit is kortgesloten of open.
Sluit de draad opnieuw correct aan.
2.Waterstroom is te laag.
3.Waterstroomschakelaar is defect, schakelaar is continu open of dicht, verander de
waterstroomschakelaar.
1.Controleer of de voedingskabels correct zijn aangesloten
2.Controleer de volgorde van de voedingskabels, verander de volgorde van twee kabels van de drie
voedingskabels.
1.Draad maakt geen verbinding tussen bedrade controller en unit. Verbind de draad.
2.Communicatie draad volgorde is niet goed. Sluit de draad opnieuw aan in de juiste volgorde.
3.Of er een hoog magnetisch veld is of dat hoog vermogen interfereert, zoals liften, grote
vermogenstransformatoren, enz ..
Om een barrière toe te voegen om het apparaat te beschermen of om het apparaat naar een andere
plaats te verplaatsen.
1.De T1-sensorconnector zit los . Sluit het opnieuw aan.
2.De connector van de T1-sensor is nat of er zit water in. Verwijder het water, maak de connector
droog. Voeg waterdichte lijm toe.
3.De T1-sensorstoring, vervang een nieuwe sensor.
1.De T5-sensorconnector zit los. Sluit het opnieuw aan.
2.De connector van de T5-sensor is nat of er zit water in. Verwijder het water, maak de connector
droog. Voeg waterdichte lijm toe.
3.De T5-sensorstoring, vervang een nieuwe sensor.
1.De T3-sensorconnector zit los. Sluit het opnieuw aan.
2.De connector van de T3-sensor is nat of er zit water in. Verwijder het water, maak de connector
droog. Voeg waterdichte lijm toe.
3.De T3-sensorstoring, vervang een nieuwe sensor.
1.De T4-sensorconnector zit los. Sluit het opnieuw aan.
2.De connector van de T4-sensor is nat of er zit water in. Verwijder het water, maak de connector
droog. Voeg waterdichte lijm toe.
3.De T4-sensorstoring, vervang een nieuwe sensor.
Controleer of alle afsluiters van het watercircuit volledig open zijn.
1 Controleer of het waterfilter moet worden schoongemaakt.
2 Zie "9.4 Water bijvullen"
3 Zorg ervoor dat er geen lucht in het systeem zit (spoellucht).
4 Controleer op de manometer of er voldoende waterdruk is. De waterdruk moet >1 bar zijn.
5 Controleer of de pompsnelheid op de hoogste snelheid staat.
6 Controleer of het expansievat niet is gebroken.
7 Controleer of de weerstand in het watercircuit niet te hoog is voor de pomp (zie "Pompsnelheid
instellen").
8 Als deze fout optreedt bij het ontdooien (tijdens het verwarmen van ruimten of het verwarmen van
water voor huishoudelijk gebruik), zorg er dan voor dat de voeding van de back-upverwarming
correct is bedraad en dat de zekeringen niet zijn doorgebrand.
1.De Th-sensorconnector zit los. Sluit het opnieuw aan.
2.De connector van de Th-sensor is nat of er zit water in. Verwijder het water, maak de connector
droog. Voeg waterdichte lijm toe.
3. De Th sensor storing, vervang een nieuwe sensor.
Th interventie <15 ° C gedurende 15 minuten, automatische reset Th >27 °C
3541V020 MANUAL OMNIA HYBRID C (NL)
74