Inbouw
Voorbeeld:
Ventiel DN 100 met nominale slag 30 mm
en aandrijving 1400 cm
60 mm,
Nominaal signaalbereik 0,2 tot 1 bar.
Bij een halve ventielslag resulteert een bruik-
baar signaalbereik van 0,2...0,6 bar.
OPGELET!
Aandrijvingen, die zonder ventiel al
door de leverancier zijn voorgespan-
nen zijn, worden met een sticker ge-
markeerd. Bovendien ziet men aan
de onderste membraanschaal drie
verlengde bouten met moeren zitten.
3 Inbouw
3.1 Inbouwpositie
De inbouwpositie is willekeurig, maar bij
ventielen vanaf DN 100 verdient verticale
inbouw met de aandrijving aan de bo-
venkant aanbeveling. Dit om onderhouds-
werkzaamheden te vergemakkelijken. Bij
ventielen met isoleerdeel of metalen balg of
bij aandrijvingen zwaarder dan 50 kg moet
een geschikte ondersteuning of ophanging
voor de aandrijving worden voorzien.
Belangrijk!
Het ventiel moet spanningsvrij worden
ingebouwd.
Leiding voor de inbouw van het ventiel
zorgvuldig doorspoelen.. Aanwijzing!
Regelventielen met balg of isoleerdeel mo-
gen bij mediumtemperaturen beneden 0°C
en boven 220°C slechts tot de dekselflens
van de behuizing in de isolatie worden op-
genomen. Ventielen die conform NACE MR
0175 worden ingebouwd, mogen niet in de
isolatie worden opgenomen.
8
EB 8055 NL
met nominale slag
2
3.2 Opstelling van het regelventiel.
Regelventiel afhankelijk van de taak con-
form afb. 3 samenstellen.
De inbouwvoorbeelden zijn gerelateerd aan
het normaal geval met aandrijving "mem-
braanstang uitgaand" voor verwarmen
en"membraanstang ingaand" voor koelen.
Veiligheidspositie: Ventiel blokkeert verwar-
mings- resp. koelmedium.
De klepopstelling is met meng- of verdeel-
bedrijf op een typeplaat op het ventielhuis
aangegeven.
Bij DN 15 t/m 25 is de klepopstelling voor
meng- en verdeelventiel gelijk.
3.3 Steldrukleiding
Steldrukleiding bij ventiel met aandrijving
"membraanstang uitgaand" aan de on-
derste, bij ventiel met aandrijving "mem-
braanstang ingaand" aan de bovenste
membraanschaal aansluiten.
Bij de aandrijving type 3277 bevindt de
onderste aansluiting zich aan de zijkant op
het juk van de onderste membraanschaal.
3.4 Vuilfilter, bypass
Het verdient aanbeveling, voor het ventiel-
huis een vuilfilter in te bouwen, bij meng-
ventielen voor beide ingangen. Om tijdens
onderhoudswerkzaamheden de installatie
niet uit bedrijf te hoeven nemen, verdient
het aanbeveling, voor het vuilfilter en na het
regelventiel een afsluitventiel in te bouwen
en een bypass aan te leggen.