Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Constructie en werking

1 Constructie en werking
De pneumatische regelventielen type 3253-
1 resp. type 3253-7 bestaan uit het drie-
wegventiel type 3253 en de pneumatische
aandrijving type 3271 of type 3277.
Het driewegventiel werkt afhankelijk van
de klepconfiguratie als meng- of verdeel-
ventiel. Bij mengventielen worden de te
mengen media bij A en B toegevoerd. De
totale stroom stroomt via AB weg.
Bij verdeelventielen wordt daarentegen het
medium bij AB aangevoerd en de deelstro-
men stromen weg via A en B.
De doorstroming van A resp. B naar AB
en omgekeerd is afhankelijk van de vrije
oppervlakken tussen de zittingen en de
kleppen. Het verstellen van de kleppen
(3.1, 3,2) volgt door verandering van de
op het membraan van de aandrijving (8)
werkende steldruk. De klepstang (6) met de
kleppen wordt via de koppeling (7) met de
membraanstang (8.1) van de aandrijving
(8) verbonden en met de stopbus (4) via
veerbelaste PTFE-V-ring pakkingen of via
natrekbare HT-pakkingen afgedicht.
4
EB 8055 NL
1
Ventielhuis
1.1 Afdichtring
1.2 Zittinghuis
1.3 Huismoeren
1.4 Afdichtring
2.1 Zitting, boven
2.2 Zitting, onder
3.1 Klep, boven
3.2 Klep, onder
4
Stopbus
Veiligheidspositie:
Afhankelijk van de opstelling van de
drukveren (8.3) in de aandrijving heeft het
regelventiel twee verschillende veiligheids-
posities:
Membraanstang door veer uitgaand:
Bij vermindering van de steldruk of bij
uitval van de hulpenergie bewegen de
veren de membraanstang naar beneden en
sluiten bij het mengventiel de aansluiting
B en bij het verdeelventiel de aansluiting
A. De aansluitingen B resp. A openen bij
toenemende steldruk tegen de kracht van
de veren in.
Membraanstang door veer ingaand:
Bij vermindering van de steldruk of bij
uitval van de hulpenergie bewegen de
veren de membraanstang naar boven en
openen bij het mengventiel de aansluiting
B en bij het verdeelventiel de aansluiting
A. De aansluitingen B resp. A sluiten bij
toenemende steldruk tegen de kracht van
de veren in.
5
Bovendeel ventiel
5.1 Moer
5.2 Draadbus
5.3 Juk
5.5 Slagindicatie
6
Klepstang
6.1 Koppelingsmoer
6.2 Contramoer
6.4 Moer
6.5 Huls, kort
6.6 Huls, lang
7
Koppeling
8
Aandrijving
8.1 Membraanstang
8.2 Slagmoer
8.3 Veren
8.4 Membraan
8.5 Steldrukaansluiting
8.6 Ontluchting

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3253-7

Inhoudsopgave