Inhoudsopgave
Advertenties
8.8
Draaiknop
8.8.1
Algemene informatie over de encoder
Een deel van de beschikbare instellingen in Configuration (Configuratie) 30 vereist de doorlopende me‐
ting van de waarde van de toerentallijst voor de besturings- en regelprocedure. De vereiste aansluiting van een
incrementele encoder heeft aan de digitale stuurklemmen S5IND (spoor A) en S4IND (spoor B) van de frequen‐
tieomvormer plaats.
De parameter Operation Mode Encoder 1 (Bedrijfsmodus encoder 1) 490 en
Operation Mode Encoder 2 (Bedrijfsmodus encoder 2) 493 van de encoders 1 en 2 zijn vanaf de
software 9 in de fabriek gedeactiveerd.
● In de configuraties 2xx dient de gebruiker de bedrijfsmodus van de gebruikte encoder te activeren en de
Source Actual Speed (Werkelijke waardebron encoder) 766 overeenkomstig in te stellen.
Neem de encoderkabel „Aanwijzing inzake de impulsgever", Pagina 41 in acht!
8.8.2
Operation Mode Encoder 1 (Bedrijfsmodus encoder 1)
De Operation Mode Encoder 1 (Bedrijfsmodus encoder 1) 490 van de encoder 1 dient overeenkom‐
stig de aangesloten incrementele encoder te worden gekozen.
Aan de standaardstuurklemmen kan een eenpolige encoder worden aangesloten.
Bedrijfsmodus 490
0 -
Uit (fabrieksinstelling)
1 -
Enkelvoudige evaluatie
4 -
Viervoudige evaluatie
11 -
Enkelvoudige evaluatie zonder voor‐
teken
12 -
Tweevoudige evaluatie zonder voor‐
teken
101 -
Enkelvoudige evaluatie geïnverteerd Zoals bedrijfsmodus 1. De werkelijke toerentalwaarde wordt geïnverteerd. (Een alternatief voor het verwisselen
104 -
Viervoudige evaluatie geïnverteerd
111 -
Enkelvoudige evaluatie negatief
112 -
Tweevoudige evaluatie negatief
Tab. 74
8.8.3
Operation Mode Encoder 2 (Bedrijfsmodus encoder 2)
Bij ingestoken uitbreidingsmodule staat nog een encoderingang ter beschikking, die via de parameter
Operation Mode Encoder 2 (Bedrijfsmodus encoder 2) 493 wordt geparametreerd.
De parameter Source Actual Speed (Werkelijke waardebron encoder) 766 dient overeenkomstig te
worden ingesteld.
Meer details: zie gebruiksaanwijzing van de uitbreidingsmodule EM UNI-01.
De in te bouwen impulsgever van KB-motoren met de S31-elektronica mag bij een voeding met 24 V aan de uit‐
breidingsmodule EM UNI-01 worden gebruikt wanneer de afsluitweerstand op de EM UNI-01 gedeactiveerd is.
8.8.4
Division Marks Encoder 1 (Impulsgetal encoder 1)
Het aantal incrementen van de aangesloten encoder dient via de parameter
Division Marks Encoder 1 (Impulsgetal encoder 1) 491 te worden geparametreerd. Het impulsgetal
van de encoder dient in overeenstemming met het toerentalbereik van de toepassing te worden gekozen.
Maximaal impulsgetal S
S
= 150000 Hz ∙
max
Tab. 75
72
Encoder 1
Toerentalregistratie is niet actief.
De digitale ingangen zijn voor verdere functies beschikbaar.
Tweekanaalsencoder met draairichtingherkenning van de spoorsignalen A en B.
Er wordt één signaalhelling per streep geëvalueerd.
Tweekanaalsencoder met draairichtingherkenning van de spoorsignalen A en B.
Er worden vier signaalhellingen per streep geëvalueerd.
Eenkanaalsencoder van het spoorsignaal A. De werkelijke toerentalwaarde is positief. Er wordt één signaalhel‐
ling per streep geëvalueerd. De digitale ingang S4IND is voor verdere functies beschikbaar.
Eenkanaalsencoder van het spoorsignaal A. De werkelijke toerentalwaarde is positief. Er worden twee signaal‐
hellingen per streep geëvalueerd. De digitale ingang S4IND is voor verdere functies beschikbaar.
van de spoorsignalen)
Zoals bedrijfsmodus 4. De werkelijke toerentalwaarde wordt geïnverteerd. (Een alternatief voor het verwisselen
van de spoorsignalen)
Zoals bedrijfsmodus 11. Het werkelijke toerental is negatief.
Zoals bedrijfsmodus 12. Het werkelijke toerental is negatief.
max
60 s/min
n
max
n
max
= max. toerental van de motor in rpm
Advertenties
Inhoudsopgave
