6.5.2
Aansluitvoorwaarden
● De frequentieomvormer is volgens de technische gegevens geschikt voor aansluiting op het openbare of indu‐
striële stroomnet. Als het transformatorvermogen van het stroomnet ≤ 500 kVA, is alleen voor de in de techni‐
sche gegevens gemarkeerde frequentieomvormers de optionele netsmoorspoel vereist. De overige frequentie‐
omvormers zijn bij een relatief netkortsluitvermogen (verhouding van het opgenomen actieve vermogen tot het
netkortsluitvermogen) ≥ 1 % geschikt voor aansluiting zonder netsmoorspoel.
● De aansluiting op het openbare stroomtoevoernet zonder verdere maatregelen moet volgens de bepalingen
van de norm EN 61000-3-2 worden gecontroleerd. De frequentieomvormer ≤ DIC-4-017 respectievelijk
DIC-2-018 met geïntegreerd EMV-filter voldoet zonder aanvullende maatregelen aan de emissiegrenswaarden
volgens de productnorm EN 61800-3 bij een lengte van de motorleiding tot 10 m. Aan hogere eisen door het
toepassingsgebied van de frequentieomvormer moet met optionele componenten worden voldaan. Netsmoor‐
spoel en netfilter zijn voor de apparatenserie optioneel verkrijgbaar.
● Het gebruik met een ongeaard net is na het scheiden van de Y-condensators binnenin het apparaat toege‐
staan; zie „Ontwerpleidraad/gebruiksaanwijzing frequentieomvormer Dedrive Compact STO" Tab. 1, Pagi‐
na 2 in paragraaf „Doorknippen van de bruggen van de Y-condensators".
● Het gebruik met een neteenheid Dedrive Compact REG is na het scheiden van de Y-condensators binnenin
het apparaat toegestaan; zie „Ontwerpleidraad/gebruiksaanwijzing frequentieomvormer Dedrive Compact
STO" Tab. 1, Pagina 2 in paragraaf „Doorsnijden van de bruggen van de Y-condensators".
● Het gebruik van netfilters is in IT-netten niet toegestaan.
● Het storingsvrije gebruik aan aardlekschakelaars (FI-schakelaars) met een uitschakelstroom ≥ 30 mA is ge‐
waarborgd, wanneer de volgende punten in acht worden genomen:
- Gebruik van gelijk- en wisselstroomgevoelige aardlekschakelaars (type B volgens EN 50178) bijv. Siemens
5SZ3...G00
- De aardlekschakelaar beschermt een frequentieomvormer met spreidingsstroom-gereduceerde filter of zon‐
der netfilter.
- De lengte van de afgeschermde motorkabel is ≤ 10 m en er zijn geen bijkomende capacitieve componenten
tussen de net- of motorkabels en PE aanwezig.
- De Y-condensatoren binnenin het apparaat moeten worden gescheiden; zie „Ontwerpleidraad/gebruiksaan‐
wijzing frequentieomvormer Dedrive Compact STO" Tab. 1, Pagina 2 in paragraaf „Doorknippen van de
bruggen van de Y-condensators". Dit gaat gepaard met een verhoging van kabelgebonden stooruitzending
(EMC - elektromagnetische compatibiliteit).
6.5.3
EMC - aanwijzingen
De frequentieomvormers zijn ontworpen in overeenstemming met de eisen en grenswaarden van de productnorm
EN 61800-3 met een storingsimmuniteit (EMI) voor gebruik in industriële toepassingen. Elektromagnetische inter‐
ferentie moet door een vakbekwame installatie en het in acht nemen van de specifieke productaanwijzingen wor‐
den vermeden.
Maatregelen
● Frequentieomvormer en netsmoorspoel moeten extensief op een metaalachtige montageplaat – bij voorkeur
verzinkt – worden gemonteerd.
● Let op een goede potentiaalvereffening binnen het systeem of de installatie. Installatieonderdelen zoals scha‐
kelkasten, regelpanelen, machineframes enz. moeten met PE-kabels extensief en goed geleidend worden ver‐
bonden.
● Zorg ervoor dat de frequentieomvormer, de netsmoorspoel, externe filters en andere componenten met korte
kabels met een punt van de aarding verbonden zijn.
● Onnodige kabellengten en vrij zwevende plaatsing moeten bij de installatie worden vermeden.
● Contactors, relais en magneetkleppen in de schakelkast moeten van geschikte ontstoorcomponenten worden
voorzien.
● Kabelafschermingen dienen laagohmig en over een groot oppervlak te worden geaard of op het apparaat te
worden aangebracht. Voer met geschikte schermbeugels een 360°-aarding uit.
● Het ontvlechten van beveiligingen en contacten door lange enkele aders (zgn. pig tails) moet worden verme‐
den.
38