Inhoudsopgave Algemeen ..................................6 Frequentieomvormer Dedrive Compact STO ......................6 Symbolen/waarschuwingstermen..........................6 Informatie bij de gebruiksaanwijzing ........................... 6 Aansprakelijkheid en garantie ............................. 6 Auteursrecht ................................7 Gebruik van reserveonderdelen ..........................7 Definitie van groepen personen ..........................7 Klantenservice ................................8 Veiligheid ..................................
Pagina 4
6.4.2.2 DIC-4-xxx-C................................31 6.4.3 Frequentieomvormer DIC-2-018 en DIC-4-014 t/m 040.................... 32 6.4.3.1 DIC-x-xxx-E ................................32 6.4.3.2 DIC-4-xxx-C................................33 6.4.4 Frequentieomvormers DIC-4-045 tot 120........................34 6.4.5 Frequentieomvormers DIC-4-150 tot 210........................36 Elektrische installatie..............................37 6.5.1 Veiligheidsinstructies voor de elektrische installatie....................37 6.5.2 Aansluitvoorwaarden ..............................
Pagina 5
8.5.2 Functietoewijzing van de digitale ingangen....................... 66 8.5.3 Functietoewijzing van de relais- en digitale uitgangen ....................67 Genereren van de instelwaarden in trappen (SOST) ....................69 Genereren van instelwaarden traploos met opslagfunctie (SOSP)................70 Draaiknop .................................. 72 8.8.1 Algemene informatie over de encoder ........................72 8.8.2 Operation Mode Encoder 1 (Bedrijfsmodus encoder 1) ....................
Algemeen Frequentieomvormer Dedrive Compact STO U heeft een Demag kwaliteitsproduct aangeschaft. Deze frequentieomvormer is volgens Europese normen en voorschriften gebouwd en voldoet aan de nieuwste stand van de techniek. Symbolen/waarschuwingstermen Belangrijke veiligheidstechnische aanwijzingen in deze handleiding worden gemarkeerd met symbolen en waar‐...
Deze gebruiksaanwijzing moet zorgvuldig worden doorgelezen alvorens aan en met de frequentieomvormer te gaan werken, met name vóór de inbedrijfstelling. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door het volgende: ● het niet in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing, ●...
Vakkundig personeel (vakman) Als vakkundig personeel gelden personen die door de exploitant van de machine zijn belast met speciale werk‐ zaamheden zoals installatie, montage, onderhoud en het opheffen van storingen. De persoon moet overeenkom‐ stig de taken door de exploitant worden geschoold. Elektricien Als elektricien geldt iemand die op grond van zijn vakopleiding kennis en ervaring heeft met elektrische machines en die met de kennis van de desbetreffende geldende normen en voorschriften de aan hem opgedragen taken...
Kennis over de inhoud van de gebruiksaanwijzing is een van de voorwaarden om personeel te beschermen tegen gevaren, om fouten te vermijden en zodoende de frequentieomvormer op een veilige en storingsvrije manier te gebruiken. Enige wijzigingen of aan-/ombouwen aan de machine zijn zonder schriftelijke toestemming van Demag Cranes & Components GmbH verboden. Veiligheidskenmerken op de apparaten Neem de pictogrammen, bordjes en opschriften op de frequentieomvormer in acht en verwijder ze niet.
VOORZICHTIG Ongeoorloofde werkzaamheden Beschadiging/storing van de frequentieomvormer Onder bepaalde voorwaarden is het gebruik van de frequentieomvormer ongeoorloofd, omdat dit tot storingen, apparaatstoringen of gevaar voor lijf en leven kan leiden, bijv.: – zuurhoudende, agressieve lucht als koelmiddel, – gebruik buiten het toegestane temperatuurbereik, –...
Pagina 11
De op veiligheid gerichte functie „Veilig uitgeschakeld moment” STO volgens DIN EN 61800-5-2 beschermt per‐ sonen bij ontwerp, installatie en gebruik zoals voorgeschreven voor mechanische schade. Deze functie schakelt de installatie niet spanningsvrij. De op veiligheid gerichte functie „Veilig uitgeschakeld moment” STO kan worden gebruikt voor een „noodstop” volgens EN 60204 –...
Eisen aan het bedienend personeel Alleen geautoriseerd en opgeleid vakpersoneel mag met de installatie werken. Het personeel moet instructies hebben gekregen over gevaren die zich kunnen voordoen en over de functies van de installatie. Iedere persoon die opdracht heeft werkzaamheden aan de installatie door te voeren of met de machine te wer‐ ken, moet de gebruiksaanwijzing vóór het begin van de werkzaamheden gelezen en begrepen hebben.
004, 007, 014, 025 Kencijfer Spanning 230 V 380... 480 V Compact STO Inverter Demag Benaming Tab. 5 Frequentieomvormer DIC-4-xxx-C Verschillend van de frequentieomvormers van het model DIC-4-xxx-E zijn de hierna genoemde waarden voor de afmetingen en voor de thermische weerstand R voor de frequentieomvormers van het model DIC-4-xxx-C.
Keuzetabel 3.5.1 Frequentieomvormer DIC-2-003 t/m 018 De volgende aanduidingen hebben betrekking op het nominale punt van de frequentieomvormer. Het nominaal‐ punt is bij de toelaatbare netspanning van 230 V en een modulatiefrequentie van 2 kHz gedefinieerd. Bouwtype Kencijfer stroom DIC-2-… Uitgang motorzijde Uitgangsstroom 18,0...
3.5.2 Frequentieomvormers DIC-4-002 tot 009 De volgende gegevens hebben betrekking op het nominaal punt van de frequentieomvormer. Het nominaal punt is bij de toelaatbare netspanning 400 V en een modulatiefrequentie van 2 kHz gedefinieerd. Bouwtype Kencijfer stroom DIC-4-… Uitgang aan de motorzijde Uitgangsstroom Uitgangsspanning 3 x 0 …...
3.5.3 Frequentieomvormer DIC-4-014 tot 040 De volgende gegevens hebben betrekking op het nominaal punt van de frequentieomvormer. Het nominaal punt is bij de toelaatbare netspanning 400 V en een modulatiefrequentie van 2 kHz gedefinieerd. Bouwtype Kencijfer stroom DIC-4-… Uitgang aan de motorzijde Uitgangsstroom 16,5 Uitgangsspanning...
3.5.4 Frequentieomvormers DIC-4-045 tot 120 De volgende gegevens hebben betrekking op het nominaal punt van de frequentieomvormer. Het nominaal punt is bij de toelaatbare netspanning 400 V en een modulatiefrequentie van 2 kHz gedefinieerd. Bouwtype Kencijfer stroom DIC-4-… Uitgang aan de motorzijde Uitgangsstroom Uitgangsspanning 3 x 0 …...
3.5.5 Frequentieomvormers DIC-4-150 tot 210 De volgende gegevens hebben betrekking op het nominaal punt van de frequentieomvormer. Het nominaal punt is bij de toelaatbare netspanning 400 V en een modulatiefrequentie van 2 kHz gedefinieerd. Bouwtype Kencijfer stroom DIC-4-… Uitgang aan de motorzijde Uitgangsstroom Uitgangsspanning 3 x 0 …...
Bedrijfsdiagrammen De technische gegevens van de frequentieomvormer hebben betrekking op het nominaal punt dat voor een breed toepassingsspectrum is gekozen. In afhankelijkheid van de toepassing is met behulp van de volgende diagram‐ men een veilige en economische dimensionering (derating) van de frequentieomvormers mogelijk. Afb.
Leveringsomvang, transport en opslag Leveringsomvang 4.1.1 Algemene informatie over de leveringsomvang De frequentieomvormers kunnen dankzij de modulaire hardwarecomponenten gemakkelijk in het automatise‐ ringsconcept worden geïntegreerd. De beschreven leveringsomvang kan met optionele componenten worden aangevuld en aan de klantspecifieke vereisten worden aangepast. De steekbare aansluitklemmen zorgen voor de functioneel veilige en economische montage.
4.1.3 Frequentieomvormer DIC-2-018 en DIC-4-014 t/m 040 Afb. 5 Pos. Naam Fabricaat Type Frequentieomvormer Aansluitklemmenlijst X10 Phoenix ZEC 1,5 / 3 ST 5,0 Steekklemmen voor de relaisuitgang Standaardbevestigingen voor wandmontage Korte gebruiksaanwijzing, onderhavig document Aansluitklemmenlijst X210A/X210B Wieland DST 85 / RM 3,5 Steekklemmen voor de aansluiting van de stuursignalen CD-ROM documentatie 213 686 44...
4.1.4 Frequentieomvormers DIC-4-045 tot 120 Afb. 6 Pos. Naam Fabricaat Type Frequentieomvormer Aansluitklemmenlijst X10 Phoenix ZEC 1,5 / 3 ST 5,0 Steekklemmen voor de relaisuitgang Standaardbevestigingen voor wandmontage Korte gebruiksaanwijzing, onderhavig document Aansluitklemmenlijst X210A/X210B Wieland DST 85 / RM 3,5 Steekklemmen voor de aansluiting van de stuursignalen CD-ROM documentatie 213 686 44...
4.1.5 Frequentieomvormers DIC-4-150 tot 210 Afb. 7 Pos. Naam Fabricaat Type Frequentieomvormer Aansluitklemmenlijst X10 Phoenix ZEC 1,5 / 3 ST 5,0 Steekklemmen voor de relaisuitgang Er zijn geen bevestigingshoeken nodig, omdat de standaardbevestigingspunten op de achterkant van het koellichaam aanwezig zijn. Korte gebruiksaanwijzing, onderhavig document Aansluitklemmenlijst X210A/X210B Wieland...
Transport, verpakking en opslag Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Vallende onderdelen Bij het transport of bij het laden en lossen bestaat gevaar op verwonding door vallende onderdelen. – Stap niet onder de zwevende last. Houd een voldoende veilige afstand aan. – Scherm het werkterrein voldoende ruim af. WAARSCHUWING Transportschade De frequentieomvormer kan door ondeskundig transport worden beschadigd of vernield.
Algemene informatie over het ontwerp Neem contact op met het handelscentrum van Demag Cranes & Components GmbH bij u in de buurt, voor uw speciale toepassingen bij de het ontwerp van de aandrijving of bij vragen over de dimensionering. Een team van specialisten staat ter beschikking om uw vragen te beantwoorden.
Montage / Installatie Veiligheidsinstructie voor montage/installatie GEVAAR Spanningvoerende onderdelen Er bestaat gevaar voor lijf en leven. Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen alleen door gekwalificeerd vakpersoneel ( „Definitie van groepen personen”, Pagina 7) worden uitgevoerd met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften. – De voeding moet uitschakelbaar zijn via een voorziening voor het verbreken van de energievoorziening (bijv.
Pagina 28
Montagebeschrijving uitbreidingsmodule EM Na het verwijderen van de afdekking wordt de uitbreidingsmodule op de steekplaats C gestoken. Het halfgeleiderrelais EM-S1OUTD op de aansluiting X412 van de uitbreidingsmodule EM – UNI-01 mag alleen met AC worden belast. Belastingen met CD leiden tot gevaarlijke storingen. De digitale uitgangen EM-S1OUTD en EM-S2OUTD op aansluiting X410A van de uitbreidingsmodule EM –...
Controleren van de inbouwlocatie Bij de controle van de inbouwlocatie voor de frequentieomvormer moet het volgende in acht worden genomen: ● Der frequentieomvormer in de afleveringsvorm inbouwapparaat is geconstrueerd voor loodrechte wandmon‐ tage in een schakelkast en heeft beschermingsklasse IP20. Ventilatie/koeling moet worden gegarandeerd. ●...
6.4.2 Frequentieomvormer DIC-2-003 t/m 010 en DIC-4-002 t/m 009 6.4.2.1 DIC-x-xxx-E Afb. 9 VOORZICHTIG Hete onderdelen door onvoldoende koeling Gevaar voor brandwonden bij aanraking of brandgevaar De apparaten moeten met voldoende vrije ruimte worden gemonteerd, zodat de koellucht onbelemmerd kan cir‐ culeren.
6.4.2.2 DIC-4-xxx-C Afb. 10 VOORZICHTIG Hete onderdelen door onvoldoende koeling Gevaar voor brandwonden bij aanraking of brandgevaar Voor de frequentieomvormers van het model DIC-4-xxx-C is een apart koellichaam vereist. In de schakelkastwand moet zich een uitsparing bevinden net zo groot als de montageplaat van de frequentieom‐ vormer.
6.4.3 Frequentieomvormer DIC-2-018 en DIC-4-014 t/m 040 6.4.3.1 DIC-x-xxx-E Afb. 11 VOORZICHTIG Hete onderdelen door onvoldoende koeling Gevaar voor brandwonden bij aanraking of brandgevaar De apparaten moeten met voldoende vrije ruimte worden gemonteerd, zodat de koellucht onbelemmerd kan cir‐ culeren. Zorg ervoor dat luchtvervuiling door stof, vet, agressieve gassen enz.
6.4.3.2 DIC-4-xxx-C Afb. 12 VOORZICHTIG Hete onderdelen door onvoldoende koeling Gevaar voor brandwonden bij aanraking of brandgevaar Voor de frequentieomvormers van het model DIC-4-xxx-C is een apart koellichaam vereist. In de schakelkastwand moet zich een uitsparing bevinden net zo groot als de montageplaat van de frequentieom‐ vormer.
6.4.4 Frequentieomvormers DIC-4-045 tot 120 Afb. 13 VOORZICHTIG Hete onderdelen door onvoldoende koeling Gevaar voor brandwonden bij aanraking of brandgevaar De apparaten moeten met voldoende vrije ruimte worden gemonteerd, zodat de koellucht onbelemmerd kan cir‐ culeren. Zorg ervoor dat luchtvervuiling door stof, vet, agressieve gassen enz. wordt vermeden. De frequentieomvormers van het bouwtype 5 en 6 worden met een bevestigingsframe geleverd dat aan het koelli‐...
6.4.5 Frequentieomvormers DIC-4-150 tot 210 Afb. 15 VOORZICHTIG Hete onderdelen door onvoldoende koeling Gevaar voor brandwonden bij aanraking of brandgevaar De apparaten moeten met voldoende vrije ruimte worden gemonteerd, zodat de koellucht onbelemmerd kan cir‐ culeren. Zorg ervoor dat luchtvervuiling door stof, vet, agressieve gassen enz. wordt vermeden. De diameter van de bevestigingsgaten bedraagt 9 mm.
Elektrische installatie 6.5.1 Veiligheidsinstructies voor de elektrische installatie De elektrische installatie dient door gekwalificeerd personeel volgens de algemene en de regionale veiligheids- en installatievoorschriften te worden uitgevoerd. Voorwaarde voor een veilig gebruik van de frequentieomvormer is de inachtneming van de documentatie en de apparaatspecificatie bij de installatie en de inbedrijfstelling. Indien het om bijzondere toepassingsgebieden gaat, dan dienen eventueel nog andere voorschriften en richtlijnen in acht te worden genomen.
6.5.2 Aansluitvoorwaarden ● De frequentieomvormer is volgens de technische gegevens geschikt voor aansluiting op het openbare of indu‐ striële stroomnet. Als het transformatorvermogen van het stroomnet ≤ 500 kVA, is alleen voor de in de techni‐ sche gegevens gemarkeerde frequentieomvormers de optionele netsmoorspoel vereist. De overige frequentie‐ omvormers zijn bij een relatief netkortsluitvermogen (verhouding van het opgenomen actieve vermogen tot het netkortsluitvermogen) ≥...
Aansluitingen Netaansluiting (A): de nettoevoer kan rekening houdend met de toelaat‐ bare spanningsval willekeurig lang zijn, deze moet echter van bestu‐ rings-, data- en motorkabel gescheiden worden gelegd. Wanneer een externe netfilter wordt gebruikt adviseren wij afgeschermde kabels tus‐ sen netfilter en frequentieomvormer in te zetten. Hierbij dient de af‐ scherming aan beide zijden over een groot oppervlak met schermbeu‐...
6.5.5 Blokschakelbeeld Afb. 17 VOORZICHTIG Verkeerde belasting bij DC kan tot beschadiging van de component leiden. Het relaiscontact mag bij DC niet inductief worden belast. Het gebruik van een 24 V DC koppelrelais is niet toe‐ gestaan. Wisselcontact: aanspreektijd ca. 40 ms Relaisaansluiting Maakcontact: 240 V AC / 5 A (ohms en inductief) ;...
6.5.6 Externe 24 V stroomtoevoer De bidirectionele stuurklemmen X210A.1/X210A.2 kunnen als spanningsuitgang of spanningsingang dienst doen. De aansluiting van een externe stroomtoevoer van 24 V DC ± 10 % aan de klemmen X210A.1/ X210A.2 maken ook bij uitgeschakelde netspanning het parametreren, het in stand houden van de functie van de in- en uitgangen en de communicatie mogelijk.
6.5.8.4 Frequentieomvormers DIC-4-075 tot 120 Afb. 21 Netaansluiting 3ph / 400 V AC DIC-4-075 bis 120 Verbindingsbout M8 x 25, kabeldoorsnede tot 70 mm Tab. 35 6.5.8.5 Frequentieomvormers DIC-4-150 tot 210 Afb. 22 Netaansluiting 3ph / 400 V AC DIC-4-150 bis 210 Verbindingsbout M8 x 20, kabeldoorsnede tot 2 x 95 mm Tab.
6.5.9 Motoraansluiting 6.5.9.1 Algemene informatie over motoraansluiting en kabellengten De aansluiting van motor en remweerstand (Rb) aan de klemmen X2 van de frequentieomvormer dient met afge‐ schermde kabels te worden uitgevoerd, die aan beide zijden goed geleidend met PE-potentiaal moeten worden verbonden.
6.5.9.3 Frequentieomvormer DIC-2-018 en DIC-4-014 t/m 040 Afb. 24 Motoraansluiting DIC-2-018 en DIC-4-014 t/m 017 DIC-4-025 bis 040 Aansluitklemmen WAGO Serie 745 / 6 mm / RM7,5 WAGO Serie 745 / 16 mm / RM10+15 Kabel star 0,2 … 6 mm ;...
6.5.9.5 Frequentieomvormers DIC-4-075 tot 120 10 Nm 89 lb-in Afb. 26 Motoraansluiting DIC-4-075 bis 120 Verbindingsbout M8 x 25, kabeldoorsnede tot 70 mm Tab. 41 6.5.9.6 Frequentieomvormers DIC-4-150 tot 210 Afb. 27 Motoraansluiting DIC-4-150 bis 210 Verbindingsbout M8 x 20, kabeldoorsnede tot 2 x 95 mm Tab.
VOORZICHTIG Gewijzigde contactverdeling Aandrijving wegens ontbrekende vrijgave zonder werking De omvormers Dedrive Compact STO DIC-x-xxx-X-0000-x3 hebben ten opzichte van de voorgaande serie DIC- x-xxx-X-0000-x0 en DIC-x-xxx-X-0000-x1 een gewijzigde indeling van de besturingsklemmen X210B.2. Bij ver‐ vanging moeten de signalen STO A en STO B parallel worden geschakeld. Als er een gescheiden 2-kanaalsindeling van STO A en STO B plaatsvindt, dan moeten de opgaven in de „ge‐...
Hardwaremodules De frequentieomvormers kunnen dankzij de modulaire hardwarecomponenten gemakkelijk in het automatise‐ ringsconcept worden geïntegreerd. De optionele hardwaremodules worden bij de initialisatie herkend en de be‐ sturingsfunctionaliteit wordt automatisch aangepast. De noodzakelijke informatie voor de installatie en het gebruik van de optionele uitbreidingen treft u aan in de „Ontwerpleidraad/gebruiksaanwijzing frequentieomvormer Dedrive Compact STO”.
Inbedrijfstelling Veiligheidsinstructie voor de ingebruikname GEVAAR Spanningvoerende onderdelen Er bestaat gevaar voor lijf en leven. Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen alleen door gekwalificeerd vakpersoneel ( „Definitie van groepen personen”, Pagina 7) worden uitgevoerd met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften. – De voeding moet uitschakelbaar zijn via een voorziening voor het verbreken van de energievoorziening (bijv.
Algemene informatie over de inbedrijfstelling Drive control (Aansturing) De omvormer wordt aangestuurd via de klemmenlijsten X210A en X210B. Uitvoering Bij de levering hebben de parameters van de omvormer fabrieksinstelling. U vindt de beschrijving van de parameters en functies in „Parameters / functies”, Pagina 64. Voor een lijst met alle parameters zie „Ontwerpleidraad/gebruiksaanwijzing frequentieomvormer Dedrive Com‐...
Parametreren met de bedieningseenheid KP500 7.3.1 Definitie van de knoppen en weergaven Afb. 31 Definitie van de knoppen en weergaven De parameterinstelling, parameterweergave en de besturing van de frequentieomvormer kan via de optionele be‐ dieningseenheid KP500 plaatsvinden. De bedieningseenheid is voor het bedrijf van de frequentieomvormer niet absoluut noodzakelijk en kan indien nodig tijdens het bedrijf worden opgestoken.
7.3.2 Menu werkelijke waarde (VAL) 42395344_xml.eps Afb. 32 Menu werkelijke waarde (VAL) De bedieningseenheid geeft in de menuoptie VAL in afhankelijkheid van de gekozen configuratie en de geïnstal‐ leerde hardwaremodules een groot aantal werkelijke waarden weer. De korte gebruiksaanwijzing documenteert een keuze van parameters en de basisfuncties van de software.
7.3.3 Parametermenu (PARA) 42395444_xml.eps Afb. 33 Parametermenu (PARA) De binnen de begeleide inbedrijfstelling opgeroepen parameters zijn uit bekende toepassingen geselecteerd en kunnen naar wens door verdere instellingen in de menuoptie PARA worden aangevuld. De korte gebruiksaanwij‐ zing beschrijft de basisparameters en de basisfuncties van de software. Met behulp van de ▲...
Parametreren met de software Parcom Compact 7.4.1 Algemene informatie over het parametreren met de software Parcom Compact Neem de veiligheidsinstructies „Gevaren die van de frequentieomvormer kunnen uitgaan”, Pagina 10, „Vei‐ ligheidsinstructie voor montage/installatie”, Pagina 27 en „Veiligheidsinstructie voor de ingebruikname”, Pagi‐ na 51 in acht.
7.4.3 Opbouw van het venster Afb. 35 Pos. Naam Pos. Naam Pos. Naam Menulijst Mapvenster Statusbalk Symboolbalk Parametervenster Tab. 53 De Software Parcom Compact maakt door zijn grafische interface een overzichtelijke parameterinstelling van de omvormer mogelijk. De bediening kan met de muis of het toetsenbord worden uitgevoerd. De breedte van de vensters en van de kolommen in het parametervenster kunnen door vasthouden en trekken van de scheidingslijnen worden gewijzigd.
7.5.2 Netspanning inschakelen Nadat de installatiewerkzaamheden afgesloten zijn, moeten voor het inschakelen van de netspanning nogmaals alle stuur- en vermogensaansluitingen worden gecontroleerd. Indien alle elektrische aansluitingen in orde zijn, moet erop worden gelet dat de regelaarvrijgave van de frequen‐ tieomvormer uitgeschakeld is (stuuringang S1IND/STO A en S7IND/STO B geopend). Na het inschakelen van de lichtnetspanning voert de frequentieomvormer een zelftest uit en meldt tijdens deze korte periode „Fout”.
De door de fabriek ingestelde ontwerpwaarden moeten door de gebruiker worden gecontroleerd en indien nodig worden gewijzigd. Wijzig de waarden met de ▲ ▼-knoppen en bevestig uw invoer met de -knop. Voor Demag motoren ZBA met breedspanningsbereik bijv. 380 - 400 V dient de kleinste van de aangegeven spanningen te worden ingevoerd. Parameter...
De ingevoerde parameterwaarden kunnen door daaropvolgend drukken op de -knop worden gecorrigeerd. In Parcom Compact dient de parameter Motor parameter identification (Motorparameter-identificatie) 796 op „1 – Continue” te wor‐ den gesteld. Waarschuwingen Code Maatregelen / oplossing SA000 Er is geen waarschuwing aanwezig. Deze melding kan via een optionele communicatiekaart worden uitgelezen. SA001 De Rated voltage (ontwerpspanning) 370 ligt buiten het nominale spanningsbereik van de frequentieomvormer.
Pagina 61
Ongewilde beweging van de aandrijving Er bestaat gevaar voor lijf en leven. De parameteridentificatie leidt tot het lichten van de rem van een kegelankermotor (Demag KB-Motor), zonder dat er een draaimoment wordt opgebouwd. Daarom dient de aandrijving absoluut tegen ongewilde beweging te worden beveiligd.
Pagina 62
Waarschuwingen Code Maatregelen / oplossing SA022 De rotorweerstand is zeer hoog. Volgende oorzaken zijn mogelijk: - De dwarsdoorsnede van de motorkabel is onvoldoende. - De motorkabel is te lang. - De motorkabel is niet correct aangesloten. - De contacten zijn niet in orde (evt. gecorrodeerd). SA041 Het sliptoerental kon niet correct worden bepaald.
Pagina 63
uit bekende toepassingen geselecteerd en moeten na afsluiten van de inbedrijfstelling door verdere instellingen in de menuoptie PARA worden aangevuld. Parameter Instelling Toelichting Naam Eenheid Min. Max. Fabrieksinst. Instelwaardekanaal frequentie 10 - SOST / 20 - SOSP (zie „Digi‐ tale ingangen en uitgangen”, Pagi‐...
Parameters / functies Algemene informatie over parameters/functies In de volgende tabellen zijn basiswaarden voor de parameters opgenomen die ook worden geleverd. Voor de configuratie en parameterinstelling van de omvormer kan een pc met de parametreersoftware Parcom Compact worden gebruikt, die over de gegevenskabel 537 237 84 op een van de optionele RS-232-modules 537 769 84 of 537 723 84 wordt aangesloten.
Pagina 65
rem begint volgens haar inschakeltijd te remmen. Wanneer de remschakeltijd juist is geparametreerd, is op het‐ zelfde ogenblik de helling op nul en wordt de modulatie uitgeschakeld. Geval 2: de remschakeltijd is langer dan de resterende vertragingstijd Afb. 43 Geval 2: de remschakeltijd is langer dan de resterende vertragingstijd Uitgangsfrequentie Melding „Modulatie aan”...
Geval 3 toont een onderbroken remschakeltijd. De oorzaak hiervoor kan een weer geldige instelwaarde zijn of een integratorstop veroorzaakt door een overbelasting. In beide gevallen wordt de berekening, zoals in geval 2, opnieuw gestart. De gelijkstroomnamagnetiseringstijd wordt daardoor overeenkomstig verlengd. Parameter Instelling Toelichting...
Genereren van de instelwaarden in trappen (SOST) Functionele, algemene informatie Alle functies van de instelwaardetrappen worden geactiveerd, wanneer door de bijbehorende ingang stroom vloeit. De ingangssignalen worden per hard- en software gefilterd. Om een geldige instelwaarde te verkrijgen, moet na de bedrijfsklaarmelding een helling van „Uit” op „Aan” worden gegenereerd.
Diagram instelwaardetrappen 2-traps Afb. 45 Ingang (SOST) Step 2 ((SOST) trap 2) Frequentiewaarde SOST step 2 (SOST-trap 2) 481 Ingang SW-Step 1+ (SW-trap 1+) Frequentiewaarde SOST step 1 (SOST-trap 1) 480 Tab. 71 Genereren van instelwaarden traploos met opslagfunctie (SOSP) Werkwijze, algemene informatie Alle opslagfuncties van de instelwaarden worden geactiveerd, wanneer door de bijbehorende ingang stroom vloeit.
Pagina 71
De „–” draairichting functioneert op dezelfde wijze. Wanneer tegelijkertijd beide ingangen SW-Step 1+ (SW-trap 1+) 68 en SW-Step 1- (SW-trap 1-) 69 zijn geactiveerd, beoordeelt de omvormer deze toestand als ongeldige instelwaarde. De reactie komt dan met de toestand overeen alsof geen van de ingangen actief is. SOSP-ingangstoewijzing (fabrieksinstelling) De volgende tabel toont de toewijzing van de digitale ingangen in de leveringstoestand.
Draaiknop 8.8.1 Algemene informatie over de encoder Een deel van de beschikbare instellingen in Configuration (Configuratie) 30 vereist de doorlopende me‐ ting van de waarde van de toerentallijst voor de besturings- en regelprocedure. De vereiste aansluiting van een incrementele encoder heeft aan de digitale stuurklemmen S5IND (spoor A) en S4IND (spoor B) van de frequen‐ tieomvormer plaats.
Het maximale impulsgetal S is door de grensfrequentie van f = 150 kHz van de digitale ingangen S5IND (spoor A) en S4IND (spoor B) gedefinieerd. Minimaal impulsgetal S 60 s/min = min. toerental van de motor in rpm = 500 Hz ∙ A ∙...
Pagina 74
Parameter Instelling Toelichting Naam Eenheid Min. Max. Fabrieksinst. Verhouding storingen/waarschuwingen Max. frequency deviation (Maximale fre‐ [Hz] 0,01 15,00 10,00 quentieafwijking) Tab. 80...
- Geen voedingsspanning - Indien voedingsspanning aan L1, L2, L3 aanwezig is, is een ernstige apparaatstoring opgetreden. Neem contact op met de klantenservice van Demag Cranes & Components GmbH. Initialisering en zelftest, kortstondig na het inschakelen van de voedingsspanning. knippert RUN knippert Met S1IND/STO A en S7IND/STO B=LOW: gereed, geen modulatie mogelijk, aangezien regelaar‐...
Waarschuwing De via de parameter Warnings (Waarschuwingen) 269 uit te lezen sleutel kan uit meerdere meldingen sa‐ mengesteld zijn. Zo signaleert bijvoorbeeld de sleutel A0088 de afzonderlijke waarschuwingen A0008 + A0080. Meldingen SAxxx en SFxxx zie „Setup”, Pagina 58. Codering van de waarschuwingsstatus AXXXX ABCDE...
Pagina 77
Diagnosefout van de functie STO; ten minste één van de uitschakelpaden STOA en STO B is onjuist. De aan de uitschakelpaden aangesloten apparaten controleren; bekabeling en EMC controleren. F1204 De zelfdiagnose van de software heeft een interne fout vastgesteld. Contact opnemen met de klantenservice de Demag Cranes & Beveiligings‐ Components GmbH.
Service en onderhoud 10.1 Algemene informatie over het onderhoud Veiligheid WAARSCHUWING Neem de veiligheidsinstructies in de desbetreffende hoofdstukken in acht. Onderhoud De frequentieomvormer is nagenoeg onderhoudsvrij. Zorg ervoor dat een vrije luchttoevoer gewaarborgd is bijv. door: ● regelmatig verwijderen van stofafzettingen; ●...
Parameter 11.1 Uittreksel uit de parameterlijst Voor meer informatie zie „Ontwerpleidraad/gebruiksaanwijzing frequentieomvormer Dedrive Compact STO” en gebruiksaanwijzingen uitbreidingsmodules. Parameter Instelling Toelichting Naam Eenheid Min. Max. Fabrieksinst. Inverter Data (Omvormergegevens) Inverter Software Version (Softwarever‐ sie frequentieomvormer) Control Level (Bedieningsniveau) 410 - FOR zonder enco‐ Configuration (Configuratie) ...
Pagina 80
Parameter Instelling Toelichting Naam Eenheid Min. Max. Fabrieksinst. Motor Data ➜ Encoder 1 (Motorgegevens ➜ Encoder 1) „Operation Mode Encoder 1 Operation Mode Encoder 1 (Bedrijfsmo‐ 1 - enkelvoudig 4 - viervoudig (Bedrijfsmodus encoder 1)”, 0 - uit dus encoder 1) Pagina 72 ...
Maakcontact: 240 V AC/5 A; 24 V DC/5 A (ohms) Netfilter optioneel Netaansluiting Verbreekcontact: 240 V AC/3 A; 24 V DC/1 A Uitgangsfilter optioneel Analoge referentiewaarde (ohms) Responstijd: ong. 40 ms Remaansturing PWM-analoogomvormer Rem (optie) PWM-module Demag DSE/DST Tab. 91...
Pagina 84
NL-2500 BD Den Haag B-2018 Antwerpen Tel. 070-4020100 · Fax 070-4020400 Tel. 03-2133030 · Fax 03-2133233 Internet www.demag.nl vdberg@demag.be vdberg@demag.nl Nadruk, ook gedeeltelijk, uitsluitend met toestemming van Demag Cranes & Components GmbH, 58286 Wetter (Duitsland) Drukfouten, vergissingen en wijzigingen voorbehouden...