6.3
Controleren van de inbouwlocatie
Bij de controle van de inbouwlocatie voor de frequentieomvormer moet het volgende in acht worden genomen:
● Der frequentieomvormer in de afleveringsvorm inbouwapparaat is geconstrueerd voor loodrechte wandmon‐
tage in een schakelkast en heeft beschermingsklasse IP20. Ventilatie/koeling moet worden gegarandeerd.
● Zorg ervoor dat de inbouwlocatie voor de correcte montage schoon, vrij van stof en vet en van grof- en fijn‐
korrelig vuil is.
● Er dient op te worden gelet dat geen vreemde voorwerpen in het apparaat geraken.
● Ook na de montage moet het apparaat goed bereikbaar zijn, voor bijvoorbeeld controles en onderhoud.
6.4
Mechanische installatie
6.4.1
Algemene informatie over de mechanische installatie
De frequentieomvormers met beschermingsklasse IP20 zijn standaard bestemd voor inbouw in de schakelkast.
Bij de montage dienen de installatie- en veiligheidsvoorschriften en ook de apparaatspecificatie in acht te worden
genomen.
GEVAAR
Elektrische schok, stroomvoerende onderdelen
Er bestaat gevaar voor lijf en leven bij aanraking van spanning voerende onderdelen
De frequentieomvormer voldoet slechts bij volgens de voorschriften geplaatste afdekkingen en aansluitklemmen
aan de beschermingsklasse IP20. Het gebruik is dan pas toegestaan.
Bedrijfsveiligheid van de installatie is in gevaar!
● De combinatie Dedrive Compact STO gemonteerd op een onderbouw netfilter, voldoet niet aan de trillingsbe‐
stendigheid volgens DIN EN 60068-2-6: 2008 (max. 5 g). Zie ook „Mechanische trillingsbestendigheid",
Pagina 14
● Bij hogere eisen aan de trillingsbestendigheid dient de Dedrive Compact STO naast de netfilter op de monta‐
geplaat te worden gemonteerd.
Bij alle bouwtypen:
De afmetingen en montagematen gelden voor het standaardapparaat zonder optionele componenten.
Wanneer een KP-module op de frequentieomvormer is gestoken, vergroot de dieptemaat.
Bedieningseenheid KP500: diepte +19 mm
Interfaceomvormer KP232: diepte +25 mm
29