6.5.6
Externe 24 V stroomtoevoer
De bidirectionele stuurklemmen X210A.1/X210A.2 kunnen als spanningsuitgang of spanningsingang dienst doen.
De aansluiting van een externe stroomtoevoer van 24 V DC ± 10 % aan de klemmen X210A.1/ X210A.2 maken
ook bij uitgeschakelde netspanning het parametreren, het in stand houden van de functie van de in- en uitgangen
en de communicatie mogelijk.
Ingangsspanningsbereik
Nominale ingangsstroom
Inschakelpiekstroom
Externe beveiliging
Veiligheid
Tab. 31
VOORZICHTIG
Verkeerde belasting bij DC
Beschadiging van de component is mogelijk.
De digitale ingangen en de DC 24 V klem van de besturingselektronica zijn bestendig tegen externe spanningen
tot DC 30 V.
Hogere spanningsniveaus vermijden.
Hogere spanningsniveaus kunnen het apparaat vernielen.
6.5.7
Aanwijzing inzake de impulsgever
Alleen ononderbroken afgeschermde sensorkabels maken een storingsvrije signaaloverdracht mogelijk. Daarmee
dient bij het ontwerp en de bestelling beslist rekening te worden gehouden. Er kunnen kabels van verschillende
lengte worden besteld.
Afgeschermde impulsgeverkabels die achteraf worden verlengd, bereiken niet de kwaliteit van een ononderbro‐
ken kabel. De door het principe veroorzaakte open afscherming doet aan de koppeling van de twee lengten een
zwak punt ontstaan, dat toegang verleent aan storingen die tot signaalvervormingen kunnen leiden. Een extra po‐
tentiaalkoppeling van de afscherming aan de koppeling aan aarde/massa veroorzaakt aard- of massalussen en
dient te worden vermeden.
Voor een elektrische installatie volgens de voorschriften moeten de volgende punten in acht worden genomen:
● Een onderbreking van de afscherming tussen impulsgever en impulsgeverbeoordeling moet worden verme‐
den.
● Voor de afscherming moet 360°-schermbeugels worden gebruikt.
● Aard- of massalussen dienen overeenkomstig de impulsgever door geschikte maatregelen te worden verme‐
den (eenzijdige potentiaalkoppeling van de afscherming, aan beide zijden potentiaalkoppeling van de af‐
scherming bij gelijktijdige potentialvereffening). De afscherming aan een tussenklem mag niet worden ge‐
aard.
● De signalen A+ en A- alsmede B+ en B- dienen telkens over paarsgewijs ineengedraaide aders te worden
geleid.
Eisen aan de externe spanningstoevoer
DC 24 V ±10%
Max. 1,1 mm
Typisch: < 25 A
Door in de handel gebruikelijke kabelbeschermingselementen voor nominale stroom, karakteristiek: traag
Veilige zeer lage spanningskring (extra safety low voltage, SELV) volgens EN 61800-5-1
41