8
Parameters / functies
8.1
Algemene informatie over parameters/functies
In de volgende tabellen zijn basiswaarden voor de parameters opgenomen die ook worden geleverd.
Voor de configuratie en parameterinstelling van de omvormer kan een pc met de parametreersoftware Parcom
Compact worden gebruikt, die over de gegevenskabel 537 237 84 op een van de optionele RS-232-modules 537
769 84 of 537 723 84 wordt aangesloten.
Alternatief kan ook de bedieningseenheid voor de parameterinstelling worden gebruikt.
In deze korte gebruiksaanwijzing wordt het bedieningsniveau 1 beschreven. Voor meer informatie zie „Ontwer‐
pleidraad/gebruiksaanwijzing frequentieomvormer Dedrive Compact STO".
8.2
Resetten
De parameter Program (Programm(eren)) 34 laat het bevestigen van een foutmelding en het herstellen van
de fabrieksinstelling toe. Op het display van de bedieningseenheid verschijnt de melding „dEFLt" of „rESEt" en
bovendien signaleren de lichtdioden de status van de frequentieomvormer.
Parameter
nr.
Naam
34
Program (Programm(eren))
Tab. 62
8.3
Brake application time (Remschakeltijd)
De omvormer berekent een interne frequentie-uitschakelwaarde uit de remsluittijd en de deceleratiehelling. Daar‐
bij wordt eveneens rekening gehouden met een geparametreerde gelijkstroomnamagnetiseringstijd. Op dit mo‐
ment van de uitschakeling op de ingestelde waarde vergelijkt de omvormer dan de actuele uitgangsfrequentie
met de berekende waarde voor uitschakelen. In principe zijn er 3 mogelijkheden, die in de gevallen 1 tot 3 worden
weergegeven.
Geval 1: de remschakeltijd is korter dan de resterende vertragingstijd
Afb. 42 Geval 1: de remschakeltijd is korter dan de resterende vertragingstijd
1
Uitgangsfrequentie
2
Ingang SW-Step 1+ (SW-trap 1+)
3
Melding „remmen ontluchten"
Tab. 63
In geval 1 is de remschakeltijd korter dan de resterende vertragingstijd. Bij onderschrijden van de uitschakelwaar‐
de wordt de melding „remmen lichten" uitgeschakeld. Daardoor valt de rembekrachtiging weg en de mechanische
64
Waarde
123
Er wordt een reset uitgevoerd, een opgetreden storing wordt bevestigd.
Op het display van de bedieningseenheid verschijnt de melding „rESEt".
4444
De instelling van de parameters wordt met de fabriekswaarden overschreven.
Op het display van de bedieningseenheid verschijnt de melding „dEFLt".
4
Melding „Modulatie aan"
5
Berekende uitschakelwaarde
t
Brake application time (Remschakeltijd)
B
t
Vertragingstijd
VZ