Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Installatie; Veiligheidsinstructies Voor De Elektrische Installatie - Demag Dedrive Compact STO DIC-2-003 Korte Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

6.5

Elektrische installatie

6.5.1

Veiligheidsinstructies voor de elektrische installatie

De elektrische installatie dient door gekwalificeerd personeel volgens de algemene en de regionale veiligheids-
en installatievoorschriften te worden uitgevoerd. Voorwaarde voor een veilig gebruik van de frequentieomvormer
is de inachtneming van de documentatie en de apparaatspecificatie bij de installatie en de inbedrijfstelling. Indien
het om bijzondere toepassingsgebieden gaat, dan dienen eventueel nog andere voorschriften en richtlijnen in
acht te worden genomen.
GEVAAR
Elektrische schok, stroomvoerende onderdelen
Er bestaat gevaar voor lijf en leven bij aanraken van spanningvoerende onderdelen.
De net-, gelijkspannings- en motorklemmen moeten stroomloos worden aangesloten en gescheiden. De klem‐
men kunnen na de veilige scheiding van de frequentieomvormer gevaarlijke spanningen voeren. Pas na een
wachttijd van 3 minuten, tot de condensatoren van de tussenkring ontladen zijn, mogen de werkzaamheden
worden uitgevoerd.
Voer de onderhouds- en installatiewerkzaamheden alleen uit als alle kabels, motorklemmen en condensa‐
toren spanningsvrij zijn (met spanningsmeter vaststellen).
De bescherming van de aansluitkabels moet extern met inachtneming van de maximale spannings- en stroom‐
waarden van de zekeringen tot stand worden gebracht. De netzekeringen en draaddoorsneden dienen volgens
EN 60204-1, of volgens DIN VDE 0298 deel 4 voor het nominale bedrijfspunt van de frequentieomvormer te wor‐
den berekend. Volgens UL/CSA is de frequentieomvormer geschikt voor gebruik aan een stroomnet van maxi‐
maal 480 V AC, dat een symmetrische stroom van maximaal 5000 A effectieve waarde levert, wanneer hij met
zekeringen van de klasse RK5 beveiligd is. Gebruik uitsluitend koperdraden met een temperatuurbereik van
60/75 °C.
De elektrische installatie dient volgens de apparaatspecificatie, de toe te passen normen en voorschriften te wor‐
den uitgevoerd.
● De frequentieomvormers moeten vakkundig met een groot oppervlak en goed geleidend met het aardpotenti‐
aal worden verbonden. De lekstroom van de frequentieomvormer kan > 3,5 mA zijn; overeenkomstig de norm
DIN EN 50178 moet in een vaste aansluiting worden voorzien.
Als bij een vast aangesloten frequentieomvormer de bedrijfsmatige lekstroom van 3,5 mA wordt overschreden,
dan moet aan een van de volgende voorwaarden worden voldaan:
- De voor de aarding van het montageoppervlak noodzakelijke doorsnede van de aardingskabel moet ten
minste 10 mm² koper bedragen.
- Es moet een tweede aardingskabel elektrisch parallel aan de eerste worden gelegd. De doorsnede moet in
deze toepassingen overeenstemmen met de aanbevolen kabeldoorsnede.
- Bewaking van de aardingskabel door een installatie, die de frequentieomvormer in geval van een fout auto‐
matisch uitschakelt.
● De netaansluiting van de frequentieomvormer vindt plaats via klem X1.
● De beschermingsklasse IP20 (EN 60529) is slechts bij geplaatste klemmen gewaarborgd.
● De besturings-, net- en motorkabels moeten van elkaar gescheiden worden gelegd. De kabels aangesloten op
de frequentieomvormer mogen zonder voorafgaande schakeltechnische maatregelen niet worden onderwor‐
pen aan isolatieproeven met hoge beproevingsspanning.
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Demag Dedrive Compact STO DIC-2-003

Inhoudsopgave