portnummer 0 ... 3. Bij elke keer dat de stand wordt opgevraagd, wordt deze stand op 0 teruggezet. Het
optellen over een langere periode moet in het hoofdprogramma gebeuren.
7.9.6 Frequentiemeting
function getfreq ( int number ) returns long
De pins DCF/FRQ 0 en FRQ 1 van de C-Control II unit kunnen gebruikt worden voor het meten van
impulsfrequenties. Het opvragen gebeurt met de functie getfreq, met het cijfer 0 of 1 als parameter.
7.9.7 Analoog – Digitaal – omvorming
function adc ( int number ) returns int
De functie adc levert de gedigitaliseerde meetwaarde van een van de 8 ADC – ports van de C-Control II
unit. Het nummer van de port (0 ... 7) wordt als parameter doorgegeven. Het resultaat is een Integer in
het bereik van 0 tot 1023 – in overeenstemming met de 10bit – resolutie van de A/D – omvormer van de
microcontroller; zie daarvoor ook het hfst. 3.2.3.
7.10 str.c2
De C-Control II unit ondersteunt eenvoudige string- operaties al op het niveau van de virtuele machine.
De toegang tot deze operaties vindt plaats via de functies van de module str.c2.
7.10.1 String leegmaken
function clear ( string s )
De functie clear maakt de als referentie doorgegeven string leeg, de lengte wordt op 0 ingesteld.
7.10.2 Stringlengte bepalen
function length ( string s ) returns int
De functie length bepaalt de lengte van de als referentie doorgegeven string.
7.10.3 String vullen met tekens
function fill ( string s, int pos, int c )
De functie fill vult een string s vanaf de positie pos (0...29) tot aan de maximale lengte (30 tekens) met
het teken c (ASCII – code).
7.10.4 Uitvoer in een string
Via de put...-functies in de module str.c2 kunnen inhouden aan een bestaande string – variabele
gekoppeld worden: aparte tekens, deelstrings, integer-, long- of floatwaarden:
function putchar ( string s, int c )
function putstring ( string dest, string source )
function putint ( string s, int value )
function putlong ( string s, long value )
function putfloat ( string s, float value )
7.10.5 Geformatteerde invoer in een string
C2 ondersteunt een paar eenvoudige formatteringen bij het koppelen van numerieke waarden aan
strings. Het format wordt bepaald door een integer – parameter.
* int- uitvoer
function puntinf ( string s, int value, int format )
64