6.5.2
Simulatie – omvang
De kern van de simulatie is dezelfde virtuele machine, die ook in het besturingssysteem van de C-Control
II unit werkt. De uitvoering van alle geheugen -, besturings – en rekenoperaties is absoluut identiek.
Daardoor kan de logische en algoritmische correctheid van een programma getest en gegarandeerd
worden.
Wat de simulator niet of niet volledig nabootst, zijn extern aangesloten systemen, zoals b.v. ICs op de
2
I
C-bus of sensormodules. Bovendien komt de timing van de simulator niet overeen met die van de
werkelijke unit. Dat betekent dat uit de uitvoeringstijd van bepaalde programmahoofdstukken op de PC
kunnen geen conclusies getrokken worden met betrekking tot het tijdgedrag tijdens het gebruik van de C-
Control II unit.
Daaruit volgt:
De correcte functie van een programma in de simulatie is een noodzakelijk, echter geen
toereikend criterium voor de foutloze werking van uw applicatie in real time en onder re le
hardware – voorwaardes!
In de simulator kan een programma in de stap voor stap – mode of in zijn geheel gestart worden. Daarbij
kunt u in speciale uitvoervensters de toestanden van de belangrijkste hardware – resources (b.v. digital
ports) bekijken. Bovendien kunt u de waarden van globale en locale variabelen laten tonen.
6.5.3
Bediening
Aanwijzingen betreffende de bediening van de simulator vindt u in de Online - Hulp van de geïntegreerde
ontwikkelingsomgeving.
6.6
Programma – overdracht naar de unit
Sluit de C-Control II unit aan op een seri le interface van uw PC. Gebruik daarvoor het meegeleverde
nulmodem – en de SUB-D- adapterkabel. Als u geen application board of een andere tussenprintplaat
gebruikt, steek dan de adapterkabel zo op de pins van X1, dat de rode ader van de vlakbandkabel naar
de rand van de behuizing wijst:
Sluit de voedingsspanning aan op de unit en activeer de host - mode (zie hoofdstuk 4.3).
Stel in de geïntegreerde ontwikkelingsomgeving de juiste interface in. Be indig alle andere programma's,
die toegang hebben tot dezelfde seri le interface. Als u een C2 – project laadt of bewerkt, compileer dat
dan en roep in de geïntegreerde ontwikkelingsomgeving het menu voor de overdracht van het
programma op. Lees daartoe ook de Online – Hulp.
51