De volgende tabel toont geldige portnummers en het waardebereik van de resultaten van de aparte
opvraagfuncties.
Functie Toepassing
get
Opvragen van aparte ports
getn
Opvragen van Nibble - ports
getb
Opvragen van byte – ports
getw
Opvragen van Word - ports
7.9.2 Instellen van digitale ports
Elk van de 16 digitale ports kan gebruikt worden als ingang of als uitgang. Voor het gebruik als uitgang
moet voor de eerste uitvoer de interne elektronica van de microcontroller dienovereenkomstig
geactiveerd worden. Dat wordt automatisch gedaan door het besturingssysteem van de C-Control II unit
bij het oproepen van de set – functies. Het instellen van ports kan net als bij het lezen apart, als Nibble,
als Byte of als 16bit-integer (Word) gedaan worden. De parameters van de set...-functies zijn het
portnummer en de in te stellen port – toestand als bitmasker. Bits met een hogere waarde, die in een
uitvoer niet weergegeven kunnen worden, worden genegeerd; b.v. het instellen van een Nibble –port op
de waarde 17 (of 10001) is niet mogelijk en wordt ge nterpreteerd als instellen op 1 (of 00001). Bij de
uitvoer naar aparte ports leiden alle waarden ongelijk aan 0 tot het instellen van de port op high level.
function set ( int number, int state )
function setn ( int number, int state )
function setb ( int number, int state )
function setw ( int number, int state )
7.9.3 Omschakelen en impulsen
Nadat een port met een set...-functie ge nitialiseerd is, staan de volgende functies ter beschikking:
function toggle ( int number )
function pulse ( int number )
De functie toggle keert een port om. De impuls – functie geeft een naaldimpuls aan een port (twee keer
inverteren kort na elkaar). Dat kan bijvoorbeeld gebruikt worden als kloksignaal voor digitale
schakelcircuits met trigger – ingang.
Beide functies hebben steeds betrekking op één enkele digitale port, waarvan het nummer als parameter
doorgegeven wordt.
7.9.4 Deactiveren van ports
Als een digitale port na het oproepen van een set...-functie als uitgang gebruikt wordt, dan zijn er in de
microcontroller speciale transistorfases geactiveerd, die een port van stroom voorzien (port high) of tegen
massa kunnen trekken (port low). Bij sommige toepassingen moeten digitale ports als uitgang en dan
weer als ingang gebruikt worden. Daartoe moeten de driver- fases uitgeschakeld (gedeactiveerd) worden.
Dat gebeurt door het oproepen van de volgende functies, steeds voor één enkele port, Nibble – port,
Byteport of Wordport:
function deact
( int number )
function deactn ( int number )
function deactb ( int number )
function deactw ( int number )
7.9.5 Impulstelling
getcount ( int number ) returns long
De vier digitale ports P1H.0 ...P1H.3 zijn interrupt – sensibel. Ze worden door het besturingssysteem bij
de reset zo ingericht, dat ze inkomende impulsen tellen (bij High-Low- flank op de digitale port). Deze vier
tellerstanden kunnen via de functie getcount opgevraagd worden. Als parameter verwacht de functie het
Portnummers
Resultaat
0 ... 15
0, -1
0 ... 3
0 ...15
0 ... 1
0 ...255
0
0x0000 ... 0xFFFF
63