3.3.4 Reset (RSTIN, RSTOUT)
Een reset heeft als effect dat het microcontroller – systeem terugkeert naar een gedefinieerde
begintoestand. De C-Control II unit kent in principe 3 reset – bronnen:
•
Power-On-Reset: wordt uitgevoerd na het inschakelen van de werkspanning.
•
Hardware – Reset: wordt uitgevoerd als de RSTIN-pin van de unit op "low" getrokken en
weer losgelaten wordt, b.v. door kort op een aangesloten reset – toets te drukken.
Als op de RSTIN – pin de uitgangen van externe ICs of schakelingen aangesloten
worden, dan moeten deze een Open - Collector resp. Open - Drain karakter hebben!
•
Software – Reset: via een Assembler – commando ("SRST") kan er softwarematig een
reset in werking gesteld worden.
Let op: kortdurende uitval van de voedingsspanning leidt tot het volgende effect: de 5V –
werkspanning van de controller valt, gesteund door elektrolytcondensatoren, langzaam af. De
spanning stijgt echter weer naar 5V, voor de condensatoren helemaal ontladen zijn ("Brown
Out" effect). Daardoor onderbreekt de controller zijn werk en krijgt geen correcte Power-On-
Reset voor een nieuwe start.
Als er in een applicatie het gevaar bestaat dat de voedingsspanning korte tijd kan uitvallen, dan
moet er een spanningsbewaking – schakeling aangesloten worden op de C-Control II unit, b.v.
met behulp van de IC TL 7757:
RSTOUT is een uitgangssignaal van de microcontroller. Deze verandert zijn niveau naar "low", als zich
een restvoorwaarde voordoet. Hij wordt pas na het afsluiten van een aantal systeem -initialiseringen weer
door het besturingssysteem op "high" gezet. Daardoor kunnen ook externe schakelingen teruggezet
worden, die pas mogen werken als de C-Control II unit na de reset de basisinstellingen ervan uitgevoerd
heeft. De RSTOUT – pin moet zonder interne kennis van het besturingssysteem niet gebruikt worden.
3.2.6 Non maskable Interrupt (NMI)
Deze aansluiting wordt door de actuele systeemversie niet gebruikt. Sluit zonder kennis van het
besturingssysteem geen externe componenten hier op aan.
3.2.7 Seriële interface
De microcontroller C164CI bezit aan de hardwarekant een asynchrone seri le interface volgens de
RS232 – standaard (= eerste seri le interface, = "hwcom"). Een tweede asynchrone seri le interface kan
door het besturingssysteem via de software op de digitale ports P1H.1 (ontvangen) en P1H.2 (ontvangen)
ge muleerd worden (= tweede seri le interface, = "swcom"). Het besturingssysteem zet voor beide
interfaces het format 8-N-1 vast, dus elke byte wordt met 8 databits, zonder pariteitsbit en met een stopbit
verzonden. Andere formats worden door C-Control II niet ondersteund. Bij voldoende detailkennis van de
programmering van de C164CI – microcontroller kunnen per systeemprogrammering ook andere formats
gerealiseerd worden (zie hfst. 8).
Op de printplaat van de C-Control II bevindt zich een hoogwaardige niveau -omvormer IC voor het
omzetten van de digitale bitstromen in Non-Return-Zero- signalen volgens de RS232- standaard
(positieve spanning voor lowbits, negatieve spanning voor highbits). De IC heeft steeds twee kanalen in
13