MAN0448_Uitgave 13_01-2010
005704-M-5001 A03249
HOOfDSTUK 4 - INSTALLATIE-INSTRUCTIES
12.3 4 - 20 mA lusaangedreven sensoraansluitingen
Lusaangedreven sensors hebben een tweedraadaansluiting nodig. In de
sensordocumentatie staan de positieve en negatieve lusaansluitingen
beschreven, gewoonlijk respectievelijk bruin en blauw.
Aan System 57-zijde van de veldkabel moeten de twee sensordraden
aangesloten zijn op de S (positief) en 01 (negatieve) klemmen van het
juiste kanaal op de Quad-relaisinterfacekaart die aangesloten is op de
benodigde regelkaart met vier kanalen.
Het sensorkabelscherm of de staaldraadbewapening (of omvlechting)
moet op de aardgeleiding van het systeem aangesloten worden.
Dit gebeurt waar de kabel de kast binnen gaat met een metalen
kabelpakking of op een andere geschikte wijze, waarbij 'staarteinden'
in de kast worden vermeden.
Als de kabel bestaat uit een aparte schermbehuizing en draadbewapening
(of omvlechting), moet de bewapeningen bij de kastingang aangesloten
zijn op de aardgeleiding. De schermbehuizing moet worden aangesloten
op de AARDE-klem van de Quad-relaisinterfacekaart of op een geschikt
aardpunt van het instrument.
4-23
5704 Regelsysteem