Download Print deze pagina

Honeywell System 57 Gebruiksaanwijzing pagina 47

Verberg thumbnails Zie ook voor System 57:

Advertenties

MAN0448_Uitgave 13_2010
005704-M-5001 A03249
HOOfDSTUK 3 REGELINGEN
HOOfDSTUK 3 REGELINGEN
EN VOORZIENINGEN
EN VOORZIENINGEN
k.
Stijgend alarm
Een stijgend alarm wordt veroorzaakt door een toenemende waarde
van de parameter die wordt gemeten, die een voorgeconfigureerde
drempelwaarde overschrijdt. Daarnaast gaat het bijbehorende
alarm-led-lampje branden, zoals beschreven in Hoofdstuk 2.3.1.
l.
Dalend alarm
Een dalend alarm wordt veroorzaakt door een afnemende waarde
van de parameter die wordt gemeten, die een voorgeconfigureerde
drempelwaarde overschrijdt. Daarnaast gaat het bijbehorende
alarm-led-lampje branden, zoals beschreven in Hoofdstuk 2.3.1.
m.
Vergrendeld alarm
Een vergrendeld alarm is een alarm dat actief blijft, ook al overschrijdt
de gecontroleerde waarde de alarmdrempelwaarde niet langer. Het
alarm-led-lampje blijft branden, totdat het alarm is gereset.
n.
Niet-vergrendeld alarm
Een niet-vergrendeld alarm is een alarm dat alleen actief blijft zolang
de gecontroleerde waarde de alarmdrempelwaarde overschrijdt. Het
alarm-led-lampje blijft branden terwijl het alarmniveau gehandhaafd
blijft, maar wordt automatisch gereset wanneer het gecontroleerde
niveau de alarmdrempelwaarde niet langer overschrijdt.
o.
Normaal geactiveerd
Een normaal geactiveerd relais wordt geactiveerd wanneer de
stroom wordt verwijderd (bijv. als zich een systeemstroomstoring
voordoet). De led-lampjes gaan branden wanneer zich een alarm- of
foutsituatie voordoet, ongeacht de geconfigureerde relaisstatus.
p.
Normaal gedeactiveerd
Een normaal gedeactiveerd relais wordt geactiveerd wanneer de
stroom wordt toegepast (bijv. wanneer zich een alarm voordoet). De
led-lampjes gaan branden wanneer zich een alarm- of foutsituatie
voordoet, ongeacht de geconfigureerde relaisstatus.
3-6
5704 Regelsysteem

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

5704