Download Print deze pagina

Alarmconfiguratie En Relaistest - Honeywell System 57 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor System 57:

Advertenties

MAN0448_Uitgave 13_01-2010
005704-M-5001 A03249
HOOfDSTUK 7 - ENGINEERING
6.
De alarmconfiguratie en relaistestfunctie doorlopen als volgt de verschillende
fasen:
a.
b.
Opmerking: Indien niet geconfigureerd voor de STEL/LTEL drempel-waarde,
Als u de alarmconfiguratiefunctie wilt selecteren, gaat u als volgt te werk:
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
Opmerking: Het analoge display geeft nog altijd de real-time meting van de
PROCEDURES

ALARmCONfIGURATIE EN RELAISTEST

Drempelwaarden voor A1, A2, A3, STEL, LTEL instellen.
Deze fasen worden gebruikt voor het instellen van de A1, A2, A3, STEL
en LTEL alarmdrempelwaardepunten en hebben geen gevolgen voor de
alarm LED's en relais.
Testlampen en optionele relais voor A1, A2, A3, Fout, STEL, LTEL.
Deze fasen hebben een lamptest en relaistestfunctie.
wordt een rij streepjes weergeven, in plaats van een niveau en
worden de faciliteiten STEL en LTEL permanent uitgeschakeld.
Steek de engineeringsleutel in het voorpaneelcontact van de enginee-
ringkaart en controleer of het ontgrendeld-led-lampje ( ) brandt.
Druk op de knop RESETTEN/SELECTEREN voor de vereiste regelkaart
en houd deze ongeveer 1,5 seconden ingedrukt, en controleer dat de
geselecteerde kanaalkaart aangeeft dat het is geselecteerd doordat het
pictogram voor selecteren wordt weergegeven.
Gebruik de knoppen van de engineeringkaart (
selecteren van het vereiste kanaal.
Gebruik de knop van de engineeringkaart ALARmEN voor de eerste
keer.
Controleer of het berichtdisplay van de geselecteerde regelkaart A1
aangeeft voor een stijgende alarmdrempelwaarde of A1
dalende alarmdrempelwaarde met het geselecteerde kanaalnummer.
Controleer of het digitale display van de geselecteerde regelkaart het A1
alarmdrempelwaardepunt weergeeft.
sensor weer.
7-6
5704 Regelsysteem
ALARmEN
) en (
) voor het
voor een

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

5704