MAN0448_Uitgave 13_01-2010
005704-M-5001 A03249
HOOfDSTUK 4 - INSTALLATIE-INSTRUCTIES
4.
bEKAbELING
De veldklemmen op de Quad-relaisinterfacekaart en het
relaisinterfacesysteem accepteren enkele kabels of kabels met
meerdere draden van maximaal 2,5 mm" (14 AWG). Kabels moeten
zorgvuldig worden gelegd om fysieke en omgevingsgevaren zoals
mechanische stress en een hoge temperatuur te vermijden.
De sensorbedrading moet bestaan uit een kabel met een geaarde
externe afscherming en moet uit de buurt worden gelegd van
storingsbronnen, zoals ac-voedingskabels, motoren, machines, enz.
Alle sensorbekabeling heeft een maximale kabellengte die afhankelijk
is van de kabellijnweerstand en de sensortypes.
Het stroomvermogen van de voedings- en relaiskabels moet altijd hoger
zijn dan de maximale vereiste belasting in het ergste geval.
Alle veldkabels van de sensor moeten afgeschermd zijn om voor de
juiste werking van het systeem en voor naleving van de Europese RFI-
en EMC-normen te zorgen. De kabelafscherming van elke sensor moet
aangesloten zijn op de AARDE-klem bij de ingang van de kast of de
grondterminal van de geschikte Quad-relaisinterfacekaart of een ander
geschikt aardingspunt.
5.
bENODIGD VERmOGEN
De System 57 functioneert met een nominale 24V (18-32V) dc-
vermogensingang die uit verschillende bronnen kan worden betrokken,
zoals de netstroom, een apart ac-naar-dc-voedingstoestel, lokale dc-
voeding van de vestiging en/of back-up dc-voeding van een batterij.
De voeding wordt naar de System 57 moederkaart geleid via de dc-
ingangkaart, waar de maximale stroom in de moederkaart niet hoger
mag zijn dan 8A. De dc-ingangkaart die de klemmenblokken levert
zorgen voor flexibele vermogensaansluitingen en diode-isolatie voor
twee aparte voedingsingangen.
Waar het aantal bevestigde regelkaarten met vier kanalen en het type
gebruikte sensors zorgen voor een moederkaartstroom die hoger is dan
de maximale 8A, is het nodig om de voeding aan te sluiten aan elke
individuele regelkaart via de bijbehorende Quad-relaisinterfacekaart.
Daarom zijn doorgaans individueel aangedreven kaarten vereist waar
meer dan acht katalytische regelkaarten worden gebruikt.
Zie deel 17 voor informatie over aansluiting.
Het benodigde stroomvermogen hangt af van de sensortypes, het
aantal kanalen en de configuratie van de System 57. Tabel 1 het
berekeningsblad voor het voedingsbudget stelt u in staat het benodigde
4-7
5704 Regelsysteem