MAN0448_Uitgave 13_01-2010
005704-M-5001 A03249
HOOfDSTUK 4 - INSTALLATIE-INSTRUCTIES
(1)
Steek het rack in het 19" frame en bevestig hem met M6 of
gelijkaardige bouten door de vier bevestigingsgaten op de voorste
flensplaten.
(2)
Zorg voor voldoende steun aan de achterkant van de racks met
toegang aan de achterkant.
(3)
Bereid de kabeleinden voor en sluit ze aan op de klemmen van de
Quad-relaisinterface en de Uitbreidingsrelaiskaarten. Raadpleeg
hoofdstuk 2 voor identificatie van de klemmen. Zo mogelijk houdt u
de sensorkabels gescheiden van de overige bedrading.
(4)
Zorg ervoor dat het rack goed is geaard door een geschikte aardkabel
te verbinden aan de aardpen aan de achterkant van het rack.
Schakel de stroom naar de System 57 pas in wanneer de
inbedrijfsnemingsprocedure doorgelezen en begrepen is. Zie
hoofdstuk 5.
11.
DE SENSOR INSTALLEREN
11.1
Algemeen
Installeer de sensors altijd volgens de gebruiksaanwijzing van de sen-sor.
Over het algemeen moeten sensors voor gassen die lichter zijn dan
lucht op een hoog niveau worden gemonteerd en sensors voor gassen
die zwaarder zijn dan lucht op een laag niveau.
Installeer de sensors niet:
a.
waar de normale luchtstroming geblokkeerd kan worden.
b.
in hoeken van kamers waar statische air pockets kunnen voor-
komen.
c.
in de buurt van warmtebronnen, zoals luchtverhitters.
Installeer de sensors wel:
a.
zo dicht mogelijk bij de mogelijke gasbron die moet worden
opgemerkt om zo vroeg mogelijk te waarschuwen.
b.
zodat ze toegankelijk zijn voor onderhoudswerkzaamheden.
OPGELET
4-15
5704 Regelsysteem