MAN0448_Uitgave13_ 01-2010
005704-M-5001 A03249
HOOfDSTUK 5 - INSTRUCTIES VOOR
INbEDRIjfSTELLING EN ONDERHOUD
4.
ONDERHOUD
Als u ervoor wilt zorgen dat het systeem goed functioneert, moet u
het systeem regelmatig onderhouden, zoals voorgeschreven door
de vestigingsregels en in de aanwijzingen voor de sensor die wordt
gebruikt. Voor installaties in de EU moet norm EN 60079-29-2 worden
nageleefd.*
Het systeem moet schoon gehouden worden en moet vrij zijn van stof
en vet. De volgende controles moeten elk jaar worden uitgevoerd, of
vaker als dat door de lokale regels en procedures wordt geëist.
(1)
Controleer alle aansluitingen naar de dc-ingangkaart, de
Quad-relaisinterfacekaarten en indien aangesloten op de
uitbreidingsrelaiskaart en draai ze indien nodig vast.
(2)
Controleer of het stroom aan ( ) groene led-lampje is verlicht en
dat alle andere LED's uit zijn.
(3)
Controleer of het display van elk kanaal in gebruik, van elke
regelkaart, een normale waarde aangeeft zonder foutberichten.
(4)
Selecteer elk kanaal van elke regelkaart om de beurt en controleer
de sensorsignaalwaarde van dat kanaal, en indien een katalytische
sensor is aangesloten, de sensorbrugstroom.
(5)
Met de engineeringsleutel in de engineeringkaart kiest u elk kanaal van
elke regelkaart om de beurt en voert u de alarmtestfunctie uit.
(6)
Controleer de alarmniveaus, de werking van het alarm-led-lampje
alarmrelais, en de werking van de weergave voor elk kanaal.
(7)
Controleer de werking van alle fout- en blokkeerrelais.
(8)
Controleer of het display op nul staat wanneer de sensor zich in
gasvrije lucht bevindt. Stel de waarde van nuluitlezing indien nodig
af met de functie ZERO .
Opmerking: voor zuurstoftoepassingen moet de nulfunctie in een
zuurstofvrije atmosfeer worden uitgevoerd. In een normale
atmosfeer moet het display 21% ± 0,5% v/v aangeven. Dit
kan worden aangepast met de functie BereiK .
De System 57 regelkaarten en engineeringkaarten voeren voortdurend
zelfcontroles uit van de hardware, software en sensorwerking. Als zich
een probleem voordoet, en afhankelijk van het soort probleem, geeft
de regelkaart een foutbericht op het lcd-display of worden het fout-led-
lampje en de relaisuitgang geactiveerd.
5-6
5704 Regelsysteem