MAN0448_Uitgave 13_01-2010
005704-M-5001 A03249
HOOfDSTUK 4 - INSTALLATIE-INSTRUCTIES
13.2 Analoge uitgang
Analoge uitgangmodules worden, indien bevestigd, als volgt in de
regelkaart met vier kanalen gestoken:
Plug-in bussen voor analoge uitgangmodules:
04200-A-0145 Sink
04200-A-0146 bron
(Van links naar rechts - Kanaal 1 2 3 4)
Als de analoge uitgang op een lusspanning van meer dan 40V
wordt aangesloten, kan permanente schade aan de analoge
uitgangmodule worden berokkend.
De analoge uitgangmodules zorgen voor een stroomlusuitgang dat elk
sensorsignaalniveau volgt. De stroomlusuitgang is geïsoleerd van de
voeding van de regelkaart en levert:
a.
volledig geïsoleerde werking per kaart als deze door een externe
voeding wordt aangedreven.
b.
Niet-geïsoleerde werking indien aangedreven door de stroom-
voorziening van System 57.
De analoge uitgangen kunnen worden geconfigureerd voor 0-20 mA
of 4-20 mA uitgangstanden. Controleer het configuratieblad dat met
OPGELET
4-42
5704 Regelsysteem