MAN0448_Uitgave13_ 01-2010
005704-M-5001 A03249
HOOfDSTUK 10 - SPECIALE VOORWAARDEN VOOR VEILIG GEbRUIK
VOLGENSEC-TYPE INSPECTIECERTIfICAAT bVS 04 ATEX G 001 X
-
Als er geen lokale foutrelais zijn geconfigureerd, moet een
hoofdfoutrelais geconfigureerd worden.
-
Als relais worden gebruikt voor het signaleren van update-
alarmen, mogen geen andere alarmen of berichten aan
die relais worden toegewezen. De configuratie van update-
berichten voor 'blokkeren' moet vermeden worden.
-
Relais met tijdvertraging mogen niet gebruikt worden.
-
De status van het regeltoestel verkregen via Modbus
mag alleen worden gebruikt voor visualisatie of documentatie,
maar niet voor veiligheidsdoeleinden. Schrijftoegang
via Modbus moet vermeden worden. Dit certificaat geldt alleen
voor informatie die kan worden verkregen met Modbus-
functies 02 en 04.
-
Wanneer een regelkaart 5701 wordt geconfigureerd voor
hoofd- of gestemde alarmen en ook voor hoofd- of gestemde
fout- of blokkeringsberichten, moeten relaiskaarten met een
hoge integratie worden gebruikt. Als er geen relaiskaarten met een
hoge integratie worden gebruikt, moeten drievoudige
relaiskaarten worden gebruikt. In dat geval geven beide
relais en de led-lampjes van deze regelkaart alleen de
status van de hoofd- of stemgroep weer. Voor een 'X uit
Y'-verbinding met > 1 stemmen (X), worden lokale
alarmen of berichten van deze regelkaart niet weergegeven
als minder dan X regelkaarten respectievelijk de alarm-,
fout- of de blokkeerstatus hebben geactiveerd. Daarom
moeten stemgroepen zo worden geconfigureerd dat '1' stem
wordt gebruikt voor gestemde fouten en blokkeringsberichten,
zodat de signalering van de lokale fout- en blokkeringsstatus
van de regelkaart mogelijk is.
-
Relais 1 van een relaiskaart met hoge integriteit wordt
altijd aan een lokale fout toegewezen. Het wordt ook
gebruikt voor signalering van een storing van de relaiskaart
met hoge integriteit zelf. Daarom moet dit relais voor elke
relaiskaart met hoge integriteit gecontroleerd worden.
-
Het alarmniveau met de hoogste veiligheidsrelevantie moet
als vergrendelend worden geconfigureerd.
-
Het regeltoestel moet in een trillingvrije ruimte worden
geïnstalleerd.
10- 3
5704 Regelsysteem