10.2 Slecht wasresultaat
Vaatwerk wordt niet schoon
Vlekken zichtbaar op het
vaatwerk.
Vaatwerk droogt niet vanzelf
INFO
De waterkwaliteit beïnvloedt het was- en droogresultaat. Daarom bevelen we vanaf een totale
hardheid van meer dan 3° dH (0,53 mmol/l) aan om de machine met onthard water te gebruiken.
10.3 Display kalibreren
Als het aantoetsen van een schakelvlak geen actie veroorzaakt moet het display gekalibreerd worden.
Machine uitschakelen.
Display aantippen.
Houd de starttoets 60 seconden lang ingedrukt.
11 Machine in werkpauzes buiten werking stellen
Maak de machine leeg via het zelfreinigingsprogramma ( 9.1.1).
Machine reinigen ( 9.1.2 en 9.1.3).
Deur in arreteerstand geopend laten.
Draai de bouwzijdige waterkraan dicht.
Schakel de bouwzijdige hoofdschakelaar uit.
Als de machine in een ruimte staat die niet vorstvrij is:
Een bevoegde servicemonteur vragen de machine vorstbestendig te maken.
⑥
Details zie aanvullende handleiding op het Internet
Machine in werkpauzes buiten werking stellen
Mogelijke oorzaak
Geen of te geringe
reinigingsmiddeldosering
Vaatwerk verkeerd geplaatst
Sproeiers van de wasarmen
verstopt
Te lage temperaturen
Tankwater te sterk
verontreinigd
Bij kalkaanslag:
te hard water
Bij zetmeelaanslag:
temperatuur van de handmatige
voorwas hoger dan 30 °C
Geen of te geringe
naglansmiddeldosering
Naspoeltemperatuur te laag
Tip met een balpen (zonder vulling) het midden van het
dradenkruis aan en voer de verdere instructies op het display
uit.
De machine inschakelen.
Oplossing
Stel de doseerhoeveelheid in volgens
gegevens van de producent.
Controleer de doseerslang (knik, breuk, ...)
Vervang het reservoir indien het leeg is.
Stapel het vaatwerk niet op elkaar
( 8.3.1).
Wasarmen uitbouwen en sproeiers
reinigen ( 9.2).
Controleer de temperaturen ( 6.3.2).
Tankwatervervangingsprogramma starten
( 8.3.6)
Externe waterbehandeling controleren.
Voer een basisreiniging uit.
Verlaag de temperatuur van de
handmatige voorwas.
Voer het basisreinigingsprogramma uit.
Stel de doseerhoeveelheid in volgens
gegevens van de producent.
Controleer de doseerslang (knik, breuk, ...)
Vervang het reservoir indien het leeg is.
Schakel een bevoegde servicemonteur in.
⑥
⑥
⑥
135