Inhoudsopgave
Advertenties
®
MEDRAD
Spectris Solaris EP-MR-injectiesysteem
2. Steek de spuit erin.
3. Draai de spuit een kwartslag naar rechts tot deze op zijn plaats klikt.
(De merktekens wijzen naar de voorkant van de injectorkop.)
WAARSCHUWING: Luchtembolie kan letsel of overlijden van
de patiënt veroorzaken. Drijf vóór injectie alle achtergebleven lucht
uit de spuit(en), connectors, slangen, en de katheter-over-naald.
Opmerking: Sla of klop niet op de spuit om luchtbellen te
verwijderen.
Om het volume en de grootte van tijdens het vullen in de spuit gezogen
luchtbellen te verminderen, adviseren wij het gebruik van een vloeistofdispenser
(vulnaald) van Bayer. Het verwijderen van lucht uit de spuit(en) is veel
moeilijker als er voor het laden een slang met een kleine diameter wordt
gebruikt, zoals een katheter-over-naald, naald, of een slang die langer is
dan 25 cm.
Om het risico van een luchtembolie tot een minimum te beperken zijn aan-
dacht en zorg van de operator, gepaard gaande met een vaste procedure,
van cruciaal belang. De injectorkop moet tijdens het laden naar boven worden
gericht, zodat eventuele lucht zich aan de tip van de spuit verzamelt en uitge-
dreven kan worden. De injectorkop moet tijdens een injectie omlaag gericht
worden, waardoor eventuele kleine luchtbellen die zich nog in de vloeistof
bevinden, naar de achterkant van de spuit(en) drijven.
Om het injecteren van lucht te voorkomen, zijn spuiten van Bayer uitgerust
®
met MEDRAD
FluiDots-indicatoren. Deze MEDRAD
moet worden beschouwd als onderdeel van de procedure voor de vrijgave.
®
Als de MEDRAD
FluiDots door een lege spuit wordt bekeken, verschijnen de
stippen als kleine, smalle ellipsen, zoals hieronder afgebeeld in figuur 1. Door
een volle spuit verschijnen de stippen echter groter, bijna rond (of breder dan
rond) zoals hieronder afgebeeld in figuur 2.
Fig. 1 Leeg
®
De MEDRAD
FluiDots-indicatoren moeten worden bekeken in een goed ver-
lichte omgeving, met een lichtbron achter de operator die voldoende licht
levert, zodat de MEDRAD
Zorg, om het risico van een luchtembolie tot een minimum te beperken, dat
één operator wordt aangewezen als verantwoordelijke voor het vullen van de
spuit(en). Wissel tijdens de procedure niet van operator. Als operatorwisseling
onvermijdelijk is, moet de nieuwe operator controleren of het vloeistoftraject
geheel ontlucht is.
Fig. 2 Gevuld
®
FluiDots-indicatoren goed zichtbaar zijn.
3 – 24
®
FluiDots-indicator
Advertenties
Inhoudsopgave
