8 Energie besparen en optimale werking
In dit hoofdstuk
REMA5+REYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmteterugwinning
4P687640-1 – 2022.07
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een optimale werking
van het systeem te zorgen.
▪
Stel de luchtuitlaat zo in dat de lucht niet rechtstreeks op de aanwezige personen
wordt geblazen.
▪
Pas de kamertemperatuur aan voor een aangename omgeving. Voorkom te sterk
verwarmen of koelen.
▪
Houd bij het koelen rechtstreeks zonlicht uit de kamer met behulp van gordijnen
of jaloezieën.
▪
Verlucht dikwijls. Zorg bij langdurig gebruik vooral voor verluchting.
▪
Houd deuren en ramen dicht. Als de deuren of ramen open blijven, zal er lucht
uit de kamer stromen, met een kleiner koel- of verwarmeffect tot gevolg.
▪
Koel of verwarm NIET te sterk. Om zuinig om te gaan met energie houdt u de
temperatuurinstelling op een gematigd niveau.
▪
Plaats NOOIT voorwerpen in de buurt van de luchtinlaat of -uitlaat van de unit.
Anders kan het verwarmings-/koeleffect afnemen of het systeem uitgeschakeld
worden.
▪
Zet de hoofdvoedingsschakelaar van de unit uit als de unit gedurende langere tijd
niet zal worden gebruikt. Er wordt immers stroom verbruikt zolang de schakelaar
niet uitgeschakeld is. Zet de hoofdvoedingsschakelaar 6 uur voor gebruik aan
alvorens de unit opnieuw op te starten, dit om een vlotte werking te garanderen.
(Zie "Onderhoud" in de handleiding van de binnenunit.)
▪
Als
op het display staat (tijd om het luchtfilter te reinigen), laat u de filters
door een erkend servicetechnicus schoonmaken. (Zie "Onderhoud" in de
handleiding van de binnenunit.)
▪
Houd de binnenunit en de gebruikersinterface op minstens 1 m van televisie-,
radio-, stereotoestellen of dergelijke. Anders zijn statische storingen of
vervormde beelden mogelijk.
▪
Plaats GEEN voorwerpen onder de binnenunit; anders kunnen ze schade oplopen
door water.
▪
Bij een vochtigheid van meer dan 80% of wanneer de afvoeruitlaat verstopt is,
kan condensvorming optreden.
Dit VRV 5-warmteterugwinningssysteem is uitgerust met een geavanceerde
energiespaarfunctie. U kunt voorrang geven aan een laag energieverbruik of aan
het comfortniveau. Verschillende parameters kunnen worden ingesteld, met als
resultaat de optimale balans tussen energieverbruik en comfort voor een
specifieke toepassing.
Zie hierna voor een rudimentaire beschrijving van de mogelijke patronen. Neem
contact met uw installateur voor advies of om de parameters aan uw noden aan te
passen.
De montagehandleiding bevat meer gedetailleerde informatie voor de installateur.
Hij kan u helpen om een optimale balans tussen energieverbruik en comfort te
bereiken.
8.1
Beschikbare hoofdgebruiksmethoden ...................................................................................................................................
8.2
Mogelijke comfortinstellingen ...............................................................................................................................................
8
Energie besparen en optimale werking
|
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
36
36
35