17
|
Installatie van de unit
17.3.2 De buitenunit installeren
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
82
▪
De fundering moet vanaf de vloer minstens 150 mm hoog zijn. In gebieden waar
veel sneeuw valt moet de unit hoger worden geïnstalleerd, afhankelijk van de
installatieplaats en de omstandigheden.
▪
De voorkeurinstallatie is op een stevige lange fundering (stalen balkframe of
beton). De fundering moet groter zijn dan het in het grijs aangegeven deel.
≥AB
AA
a
Minimumfundering
a Ankerpunt (4×)
HP
5~12
14~20
▪
Maak de unit vast met behulp van vier M12-funderingsbouten. De beste manier
is om de funderingsbouten in te schroeven tot ze nog 20 mm boven het
oppervlak van de fundering uitsteken.
OPMERKING
▪
Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om overtollig water rond de
unit af te voeren. Bij verwarmen en bij buitentemperaturen onder nul zal het
afgevoerde water van de buitenunit bevriezen. Als u geen maatregelen neemt
voor de afvoer van het water, kan het heel glad worden rondom de unit.
▪
Wanneer u de unit in een corrosieve omgeving installeert, moet u een moer met
een plastic vulring (a) gebruiken om de moer te beschermen tegen roest.
a
1 Vervoer de unit met een kraan of een vorkheftruck en plaats ze op de
installatiestructuur.
2 Maak de unit vast op de installatiestructuur.
3 Als het vervoer is uitgevoerd met een kraan, verwijder de draagbanden.
(mm)
AA
766
1076
AB
992
1302
REMA5+REYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmteterugwinning
4P687640-1 – 2022.07