In dit hoofdstuk
10.1 Foutcodes: Overzicht
REMA5+REYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmteterugwinning
4P687640-1 – 2022.07
Storing
Het systeem werkt, maar
koelt of verwarmt
onvoldoende.
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle bovenstaande
punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef hem de symptomen door, de
volledige modelnaam van de unit (met indien mogelijk ook het fabricagenummer)
en de installatiedatum (mogelijk vermeld op de garantiekaart).
10.1
Foutcodes: Overzicht..............................................................................................................................................................
10.2
Symptomen die geen storingen van het systeem zijn ...........................................................................................................
10.2.1
Symptoom: Het systeem werkt niet ......................................................................................................................
10.2.2
Symptoom: Ventileren is mogelijk, maar koelen en verwarmen werken niet .....................................................
10.2.3
Symptoom: De ventilatorsnelheid stemt niet overeen met de instelling.............................................................
10.2.4
Symptoom: De luchtstroomrichting stemt niet overeen met de instelling..........................................................
10.2.5
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook (binnenunit) ....................................................................................
10.2.6
Symptoom: Uit het toestel komt witte rook (binnenunit, buitenunit) .................................................................
10.2.7
Symptoom: Op de gebruikersinterface staat "U4" of "U5", de unit stopt, en start weer na enkele minuten ....
10.2.8
Symptoom: De airconditioners maken lawaai (binnenunit) .................................................................................
10.2.9
Symptoom: De airconditioners maken lawaai (binnenunit, buitenunit) ..............................................................
10.2.10 Symptoom: De airconditioners maken lawaai (buitenunit) ..................................................................................
10.2.11 Symptoom: Er komt stof uit de unit ......................................................................................................................
10.2.12 Symptoom: De units geven een geur af ................................................................................................................
10.2.13 Symptoom: De ventilator van de buitenunit draait niet .......................................................................................
10.2.14 Symptoom: Op het scherm staat "88"...................................................................................................................
10.2.15 Symptoom: De compressor in de buitenunit stopt niet na een korte verwarmingscyclus..................................
10.2.16 Symptoom: De binnenkant van een buitenunit is warm, zelfs wanneer de unit is gestopt.................................
10.2.17 Symptoom: U voelt warme lucht wanneer de binnenunit gestopt is...................................................................
Neem contact op met uw installateur wanneer een storingscode op het scherm
van de gebruikersinterface van de binnenunit staat. Geef hem de storingscode
door, het unittype en het serienummer (deze laatste twee vindt u op het
naamplaatje van de unit).
10
Opsporen en verhelpen van storingen
|
Maatregel
▪
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de
buitenunit of de binnenunit niet geblokkeerd is.
Verwijder eventuele obstakels en zorg ervoor dat
de lucht vrij kan circuleren.
▪
Controleer of het luchtfilter niet verstopt is (zie
"Onderhoud"
in
binnenunit).
▪
Controleer de temperatuurinstelling.
▪
Controleer de instelling van de ventilatorsnelheid
op uw gebruikersinterface.
▪
Controleer of er geen deuren of ramen openstaan.
Sluit alle deuren en ramen om te voorkomen dat
er wind binnenkomt.
▪
Controleer of er niet te veel mensen aanwezig zijn
in de kamer tijdens het koelen. Controleer of de
warmtebron in de kamer niet te groot is.
▪
Controleer of er geen rechtstreeks zonlicht in de
kamer schijnt. Gebruik gordijnen of jaloezieën.
▪
Controleer of de luchtstroomhoek goed is.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
de
handleiding
van
de
43
46
46
46
46
46
46
47
47
47
47
47
47
48
48
48
48
48
48
43