7.6 Master-gebruikersinterface instellen
7.6.1 Over master-gebruikersinterface instellen
REMA5+REYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmteterugwinning
4P687640-1 – 2022.07
Koelen
▪
Bij continue werking met horizontale luchtstroomrichting.
▪
Tijdens continue werking met neerwaartse luchtstroom bij het koelen met een
aan het plafond opgehangen of tegen de muur gemonteerde unit, kan de
microcomputer de luchtstroomrichting sturen, en verandert ook de aanduiding
op de gebruikersinterface.
De luchtstroomrichting kan op één van de volgende manieren worden ingesteld:
▪
De stand van de luchtstroomklep wordt automatisch ingesteld.
▪
De gebruiker stelt de luchtstroomrichting in.
▪
Automatische
en gewenste stand .
WAARSCHUWING
Raak NOOIT de luchtuitlaat of horizontale kleppen aan terwijl de draaiklep in werking
is. Uw vingers kunnen geklemd geraken of de unit kan onklaar geraken.
OPMERKING
▪
Het draaibereik van de klep kan worden veranderd. Neem contact op met uw
dealer voor meer informatie. (alleen voor dubbelstroom, multi-stroom, hoek,
plafondmontage en wandmontage).
▪
Gebruik de klep bij voorkeur niet in de horizontale stand
vocht of stof gaan afzetten op het plafond of op de klep.
a
b
c
c
d
d
a Buitenunit
b Aftakkeuze-unit (BS)
c VRV DX-binnenunit
d Gebruikersinterface
Wanneer het systeem is geïnstalleerd zoals in de afbeelding hiervoor, dan moet –
voor
elk
subsysteem
hoofdgebruikersinterface worden ingesteld.
Op de displays van de slave-gebruikersinterfaces staat
gecentraliseerde besturing) en de slave-gebruikersinterfaces volgen automatisch
de door de master-gebruikersinterface bepaalde bedrijfsstand.
Verwarmen of koelen selecteren kan alleen met de master-gebruikersinterface.
b
c
c
d
d
–
één
van
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7
Werking
|
Verwarmen
. Anders kan er zich
de
gebruikersinterfaces
(omschakeling onder
als
33