Download Print deze pagina

Advertenties

2AMXM40M4V1B9
2AMXM50M4V1B9
2MXM40N2V1B9
2MXM50N2V1B9
2MXM40A2V1B(9)
2MXM50A2V1B(9)
2MXM68N2V1B
Servicehandleiding
R32 Multi Split
2MXM68A2V1B(9)
3MXM40N2V1B9
3MXM40N2V1B8
3MXM40N2V1B7
3MXM52N2V1B9
3MXM52N2V1B8
3MXM52N2V1B7
3MXM68N2V1B9
3AMXM52N2V1B9
3MXM40A2V1B(9)
3MXM52A2V1B(9)
3MXM68A2V1B(9)
4MXM68N2V1B9
4MXM80N2V1B9
4MXM68A2V1B(9)
4MXM80A2V1B(9)
5MXM90N2V1B9
5MXM90A2V1B(9)
ATXM20R
CTXM15R
CTXA15A
CTXA15B
CVXM20A

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Daikin 2AMXM40M4V1B9

  • Pagina 1 Servicehandleiding R32 Multi Split 2AMXM40M4V1B9 2MXM68A2V1B(9) 3MXM40A2V1B(9) 2AMXM50M4V1B9 3MXM52A2V1B(9) 5MXM90A2V1B(9) 3MXM40N2V1B9 3MXM68A2V1B(9) 2MXM40N2V1B9 3MXM40N2V1B8 ATXM20R 2MXM50N2V1B9 3MXM40N2V1B7 4MXM68N2V1B9 CTXM15R 3MXM52N2V1B9 4MXM80N2V1B9 2MXM40A2V1B(9) 3MXM52N2V1B8 CTXA15A 2MXM50A2V1B(9) 3MXM52N2V1B7 4MXM68A2V1B(9) CTXA15B 3MXM68N2V1B9 4MXM80A2V1B(9) 2MXM68N2V1B 3AMXM52N2V1B9 CVXM20A 5MXM90N2V1B9...
  • Pagina 2 Deze publicatie is alleen ter informatie opgesteld en vormt geen bindende aanbieding ten aanzien van Daikin Europe N.V.. Daikin Europe N.V. heeft de inhoud van deze publicatie naar beste vermogen samengesteld. Er wordt geen expliciete of impliciete garantie gegeven inzake de volledigheid, nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel van de inhoud en de producten en diensten die erin worden voorgesteld.
  • Pagina 3 Versielog Versielog Versiecode Beschrijving Datum ESIE21-04 Uitgave document Augustus 2021 ESIE21-04A Zie hieronder Oktober 2021 De volgende updates zijn toegepast in de servicehandleiding: • Probleemoplossing: De fout ophalen via de buitenunit toegevoegd. • Technische gegevens - Lokale instellingen: Instellingen DIP-switch toegevoegd. •...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Voorzorgsmaatregelen Betekenis van waarschuwingen en symbolen........................ Gevaar ..................................... Waarschuwingen ................................Let op....................................14 Kennisgevingen ................................15 2 Algemene werking 3 Probleemoplossing Om de foutcode weer te geven op de gebruikersinterface................... 17 De fout ophalen via de buitenunit..........................17 De foutcode resetten via de afstandsbediening ......................
  • Pagina 5 Inhoudsopgave 3.7.7 Abnormaal lage druk ............................57 3.7.8 De ventilator van de binnenunit begint te draaien, maar de compressor niet ..........58 3.7.9 De unit start en stopt weer meteen ......................59 3.7.10 De unit stopt en kan dan een tijdje niet starten.................... 59 3.7.11 Unit produceert witte mist..........................
  • Pagina 6 Inhoudsopgave 4.21.1 Controleprocedures ............................228 4.21.2 Reparatieprocedures............................231 4.22 Stroomunit ..................................234 4.22.1 Controleprocedures ............................234 4.22.2 Reparatieprocedures............................234 4.23 Motor zwenkklep ................................238 4.23.1 Motor hoofdzwenkklep ..........................238 4.23.2 Motor van de secundaire zwenkklep ......................246 4.24 Motor van het zwenkrooster............................249 4.24.1 Controleprocedures ............................
  • Pagina 7 Voorzorgsmaatregelen 1 Voorzorgsmaatregelen De in dit document beschreven voorzorgsmaatregelen gaan over zeer belangrijke onderwerpen, volg ze nauwgezet op. Alle in de servicehandleiding beschreven activiteiten moeten uitgevoerd worden door een gemachtigd persoon. Neem contact op met uw verdeler als u twijfelt aan de installatie, de bediening of het reparatie van de unit.
  • Pagina 8 ALLEEN accessoires, optionele apparatuur reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden, tenzij anders aangegeven. WAARSCHUWING Pas GEEN permanente inductieve of capaciteitslading toe op het circuit zonder te garanderen dat dit de toegestane spanning en stroom voor de apparatuur in gebruik NIET zal overschrijden.
  • Pagina 9 WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin- documentatie). WAARSCHUWING Zorg dat de werkomgeving schoon en veilig is om in te werken. Let op voor gemorste vloeistoffen, zoals water, olie en andere stoffen.
  • Pagina 10 Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING Zet de toestellen bij het testen NOOIT onder meer druk dan de maximaal toelaatbare druk (zoals aangegeven op het naamplaatje van de unit). WAARSCHUWING Zorg dat de totale hoeveelheid koelmiddel overeenkomt met de afmetingen van de ruimte waarin de unit is geïnstalleerd: raadpleeg de gedetailleerde instructies over het vullen en de toegestane afmetingen van ruimtes in de installatiehandleiding.
  • Pagina 11 Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING ▪ Onder GEEN enkele omstandigheden mogen er potentiële ontstekingsbronnen worden gebruikt bij de opsporing of detectie van koelmiddellekken. Een halogenide toorts (of een andere detector die gebruikmaakt van een naakte vlam) MAG NIET worden gebruikt. ▪ Zorg dat de detector GEEN potentiële ontstekingsbron is en geschikt is voor de detectie van R32.
  • Pagina 12 Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING ▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. ▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende wetgeving. ▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd. ▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact (kunnen) komen.
  • Pagina 13 Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING Vooraleer de procedure voor aftappen van koelmiddel uit te voeren, is het essentieel dat de monteur goed vertrouwd is met de apparatuur en alle details ervan. Een aanbevolen goede praktijk is dat alle koelmiddel veilig wordt afgetapt. Voordat de taak wordt uitgevoerd, MOET een monster van olie en koelmiddel worden genomen indien analyse is vereist voordat het afgetapte koelmiddel wordt hergebruikt.
  • Pagina 14 Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING ▪ Indien koelmiddel moet worden afgetapt, gebruikt u daarvoor de betreffende serviceaansluitingen. ▪ Indien van toepassing voor uw unit gebruikt u de juiste modus voor aftappen of lokale instelling om het koelmiddel vlot te recupereren. ▪ Gebruik ALLEEN lekvrije slangen, koppelingen en spruitstukken in goede staat. ▪...
  • Pagina 15 Voorzorgsmaatregelen VOORZICHTIG Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit NIET aan, dit om letsels te voorkomen. VOORZICHTIG ▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen bovenop de unit. ▪ Klim, zit of sta NIET op de unit. 1.5 Kennisgevingen OPMERKING ▪...
  • Pagina 16 Algemene werking 2 Algemene werking De Multi Split wordt doorgaans gebruikt voor koeling of verwarming in residentiële toepassingen. Het medium dat wordt gebruikt om de hitte van binnen naar buiten of omgekeerd te brengen, is koelmiddel R32. a Compressor b Warmtewisselaar binnenunit (van 2 tot 5) c Expansieklep (van 2 tot 5) d Warmtewisselaar buiten e Vierwegklep...
  • Pagina 17 Probleemoplossing 3 Probleemoplossing 3.1 Om de foutcode weer te geven op de gebruikersinterface 1 Houd circa 5 seconden ingedrukt. Resultaat: knippert in het deel voor temperatuurweergave. 2 Druk meermaals op totdat een continue pieptoon te horen is. Resultaat: De code wordt nu weergegeven op het display. INFORMATIE ▪...
  • Pagina 18 Probleemoplossing Rood lampje Diagnose Lage spanning naar hoofdcircuit of overspanning naar hoofdcircuit. Defect omgekeerd schakelen magneetklep of defect hogedrukschakelaar. Defecte printplaat buitenunit. Storing ventilatormotor. Controle bedradingsfout niet voltooid. Het aantal weergegeven leds hangt af van het aantal kamers. Groen lampje A Diagnose Normaal.
  • Pagina 19 Probleemoplossing 3.4 De foutcode resetten via de buitenunit Vereiste: Het probleem is opgelost. 1 Voer een reset van de voeding uit om de foutcode te resetten. 3.5 Proefdraaien 2MXM40+50, 2AMXM40+50-units Vereiste: Voeding MOET binnen het gespecificeerde bereik liggen. Vereiste: Werking in testfunctie kan gebeuren in koel- of verwarmingsmodus. Vereiste: Testfunctie moet...
  • Pagina 20 Probleemoplossing 3 Controleer eerst de werking van elke afzonderlijke unit en controleer vervolgens de gelijktijdige werking van alle binnenunits. Controleer zowel verwarmen als koelen. 4 Wanneer de testfunctie is voltooid, stelt u de temperatuur in op een normaal niveau. In koelmodus: 26~28°C, in verwarmingsmodus: 20~24°C. INFORMATIE ▪...
  • Pagina 21 Probleemoplossing 3.6.1 A0-00 – R32-lekdetectie Oorzaak Gevolg Resetten Detectie van lekkage van Buitenunit werkt niet Automatische reset na R32-koelgas. meer. Binnenunit start 320 seconden ZONDER ALLEEN in ventilator/ detectie van gas: Knipperend lampje ▪ Fout A0 verdwijnt. binnenunit. ▪ Unit begint weer te werken.
  • Pagina 22 Probleemoplossing 3.6.2 A1-00 – Probleem printplaat Oorzaak Gevolg Resetten Het systeem kan de Unit werkt niet meer. Vermogen resetten via interne instellingen NIET buitenunit. uitvoeren. De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer op een incorrecte combinatie van de binnenunit en de buitenunit.
  • Pagina 23 Probleemoplossing De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer op voorwerpen in de buurt van de binnenunit die de luchtstroom kunnen blokkeren. Zie "5.3 Externe factoren" [  289]. Mogelijke oorzaak: Luchtstroom van de binnenunit is geblokkeerd. 2 Reinig het luchtfilter van de binnenunit(s).
  • Pagina 24 Probleemoplossing 3.6.5 AH-00 – Afwijking stroomunit Oorzaak Gevolg Resetten Stroomunit begint Unit stopt NIET met Handmatige reset via elektrische ontlading werken. gebruikersinterface. wanneer werking start na circa 90 tot 180 seconden. De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer de stroomunit.
  • Pagina 25 Probleemoplossing 3.6.7 C9-00 – Afwijking kamerthermistor Oorzaak Gevolg Resetten Weerstandswaarde ligt Unit werkt niet meer. Automatische reset buiten het bereik. wanneer weerstand Gemeten temperatuur <– binnen het bereik ligt. 43,6°C of >90°C. De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer de thermistor van de lucht (kamer) van de binnenunit.
  • Pagina 26 Probleemoplossing 3.6.9 CH-00 – Afwijking R32-lekdetectiesensor Oorzaak Gevolg Resetten De R32-sensor is NIET Binnenunit werkt niet Handmatig resetten, zie aangesloten op de meer. "3.3 De foutcode resetten hoofdprintplaat van de via de binnenunit. afstandsbediening" [  18]. Storing printplaat R32- sensor De R32-sensor heeft 10 jaar of meer werking gedetecteerd.
  • Pagina 27 Probleemoplossing 3.6.10 E1-00 – Buitenunit: printplaat defect Oorzaak Gevolg Resetten Hoofdprintplaat Unit werkt niet meer. Handmatige reset via detecteert afwijkende gebruikersinterface. EEPROM. Reset voeding. De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer de hoofdprintplaat. Zie "4.15 Hoofdprintplaat" [  159].
  • Pagina 28 Probleemoplossing 3.6.11 E3-00 – Buitenunit: inschakeling van de hogedrukschakelaar Oorzaak Gevolg Resetten Afvoerdruk te hoog. Unit werkt niet meer. Automatische reset wanneer afvoerdruk onder resetwaarde van drukschakelaar daalt. De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer dat alle afsluitkranen van het koelmiddelcircuit open zijn.
  • Pagina 29 Probleemoplossing De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer dat alle afsluitkranen van het koelmiddelcircuit open zijn. Zie "5.2 Koelmiddelcircuit" [  278]. Mogelijke oorzaak: Afsluitkraan in het koelmiddelcircuit gesloten. 2 Controleer de thermistor van de afvoerleiding. Zie "4.25 Thermistors" [  255].
  • Pagina 30 Probleemoplossing De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer de thermistor van de afvoerleiding. Zie "4.25 Thermistors" [  255]. Mogelijke oorzaak: Defecte thermistor van de afvoerleiding of storing stekker. 2 Controleer dat alle afsluitkranen van het koelmiddelcircuit open zijn. Zie "5.2 Koelmiddelcircuit" [  278].
  • Pagina 31 Probleemoplossing 3.6.14 E7-00 – Buitenunit: storing ventilatormotor buitenunit Oorzaak Gevolg Resetten Ventilator start niet Unit werkt niet meer. Handmatige reset via 15~30 seconden na gebruikersinterface. signaal AAN. Het kan gebeuren dat de foutcode wordt gegenereerd wanneer de ventilatormotor draait, wat wordt veroorzaakt door een defect signaal van de rotatiesensor.
  • Pagina 32 Probleemoplossing 4 Controleer of de voeding aan de voorschriften voldoet Zie "5.1  Elektrisch circuit" [  276]. Mogelijke oorzaak: ▪ Defecte voeding of storing van voeding (voeding MOET binnen het bereik van de normale bedrijfsspanning ±4% liggen), ▪ Stroomonderbreking, ▪ Kortsluiting. INFORMATIE Neem contact op met de helpdesk als alle bovenstaande procedures zijn uitgevoerd en het probleem nog steeds aanwezig is.
  • Pagina 33 Probleemoplossing 8 Controleer op de aanwezigheid van niet-condenseerbare stoffen en/of vocht in het koelmiddelcircuit. Zie "5.2 Koelmiddelcircuit" [  278]. Mogelijke oorzaak: Niet-condenseerbare stoffen en/of vocht in het koelmiddelcircuit. 9 Controleer op een incorrecte combinatie van hybride unit en buitenunit. Zie de combinatietabel in het Gegevensboek voor meer informatie. Mogelijke oorzaak: Verkeerde combinatie van hybride unit en buitenunit.
  • Pagina 34 Probleemoplossing 8 Controleer alle thermistors koelmiddelzijde. "4.25 Thermistors" [  255]. Mogelijke oorzaak: Defecte thermistor(s) aan koelmiddelzijde. INFORMATIE Neem contact op met de helpdesk als alle bovenstaande procedures zijn uitgevoerd en het probleem nog steeds aanwezig is. 3.6.18 F6-00 – Buitenunit: afwijkende hoge druk in koeling Oorzaak Gevolg Resetten...
  • Pagina 35 Probleemoplossing INFORMATIE Neem contact op met de helpdesk als alle bovenstaande procedures zijn uitgevoerd en het probleem nog steeds aanwezig is. 3.6.19 F8-00 – Uitschakeling systeem omwille van afwijking interne temperatuur compressor Oorzaak Gevolg Resetten Thermistor temperatuur Unit werkt niet meer. Handmatige reset via afvoerleiding overschrijdt gebruikersinterface.
  • Pagina 36 Probleemoplossing 1 Controleer de hoofdprintplaat. Zie "4.15 Hoofdprintplaat" [  159]. Mogelijke oorzaak: Defecte hoofdprintplaat. 2 Controleer of de voeding aan de voorschriften voldoet Zie "5.1  Elektrisch circuit" [  276]. Mogelijke oorzaak: ▪ Defecte voeding of storing van voeding (voeding MOET binnen het bereik van de normale bedrijfsspanning ±4% liggen), ▪...
  • Pagina 37 Probleemoplossing Mogelijke oorzaak: ▪ Defecte voeding of storing van voeding (voeding MOET binnen het bereik van de normale bedrijfsspanning ±4% liggen), ▪ Stroomonderbreking, ▪ Kortsluiting. INFORMATIE Neem contact op met de helpdesk als alle bovenstaande procedures zijn uitgevoerd en het probleem nog steeds aanwezig is. 3.6.22 H6-00 –...
  • Pagina 38 Probleemoplossing Mogelijke oorzaak: ▪ Defecte voeding of storing van voeding (voeding MOET binnen het bereik van de normale bedrijfsspanning ±4% liggen), ▪ Stroomonderbreking, ▪ Kortsluiting. INFORMATIE Neem contact op met de helpdesk als alle bovenstaande procedures zijn uitgevoerd en het probleem nog steeds aanwezig is. 3.6.23 H8-00 –...
  • Pagina 39 Probleemoplossing De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer de thermistor van de buitenlucht. Zie "4.25 Thermistors" [  255]. Mogelijke oorzaak: Defecte thermistor omgevingslucht. 2 Controleer de hoofdprintplaat. Zie "4.15 Hoofdprintplaat" [  159]. Mogelijke oorzaak: Defecte hoofdprintplaat. INFORMATIE Neem contact op met de helpdesk als alle bovenstaande procedures zijn uitgevoerd en het probleem nog steeds aanwezig is.
  • Pagina 40 Probleemoplossing 1 Controleer thermistor warmtewisselaar. "4.25 Thermistors" [  255]. Mogelijke oorzaak: Defecte thermistor warmtewisselaar. 2 Controleer de hoofdprintplaat. Zie "4.15 Hoofdprintplaat" [  159]. Mogelijke oorzaak: Defecte hoofdprintplaat. INFORMATIE Neem contact op met de helpdesk als alle bovenstaande procedures zijn uitgevoerd en het probleem nog steeds aanwezig is. 3.6.27 J8-00 - Storing van thermistor koelmiddel Oorzaak Gevolg...
  • Pagina 41 Probleemoplossing Mogelijke oorzaak: Defecte hoofdprintplaat. INFORMATIE Neem contact op met de helpdesk als alle bovenstaande procedures zijn uitgevoerd en het probleem nog steeds aanwezig is. 3.6.29 L1-00 – Buitenunit: Afwijking hoofdprintplaat Oorzaak Gevolg Resetten Hoofdprintplaat Unit werkt niet meer. Handmatige reset via buitenunit detecteert gebruikersinterface.
  • Pagina 42 Probleemoplossing 1 Controleer de hoofdprintplaat. Zie "4.15 Hoofdprintplaat" [  159]. Mogelijke oorzaak: Defecte hoofdprintplaat. 2 Controleer de ventilatormotor van de buitenunit. Zie "4.16  Ventilatormotor buitenunit" [  180]. Mogelijke oorzaak: Defecte ventilatormotor buitenunit. 3 Controleer of de voeding aan de voorschriften voldoet Zie "5.1  Elektrisch circuit" [  276].
  • Pagina 43 Probleemoplossing GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Wacht minstens 10 minuten nadat de stroomonderbreker UIT is gezet, om ervoor te zorgen dat de spanning van de gelijkrichter minder dan 10  V  DC is voordat u doorgaat. 5 Controleer dat het vet voor de thermische interface correct is aangebracht op het contactvlak van het koellichaam (printplaat of koelmiddelleidingen).
  • Pagina 44 Probleemoplossing 7 Controleer of de voeding aan de voorschriften voldoet Zie "5.1  Elektrisch circuit" [  276]. Mogelijke oorzaak: ▪ Defecte voeding of storing van voeding (voeding MOET binnen het bereik van de normale bedrijfsspanning ±4% liggen), ▪ Stroomonderbreking, ▪ Kortsluiting. Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT.
  • Pagina 45 Probleemoplossing 3.6.34 U0-00 – Buitenunit: te weinig koelmiddel Oorzaak Gevolg Resetten Te weinig koelmiddel Unit werkt niet meer. Automatische reset. gedetecteerd. Vermogen resetten via buitenunit. De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer alle thermistors...
  • Pagina 46 Probleemoplossing 3.6.35 U2-00 – Buitenunit: defect van voedingsspanning Oorzaak Gevolg Resetten Er is geen nuldoorgang Unit werkt niet meer. Reset voeding. gedetecteerd gedurende circa 10 seconden (printplaat binnenunit). Afwijkende Unit werkt niet meer. Automatisch opnieuw spanningsdaling is starten nadat compressor gedetecteerd door het 3 minuten in stand‑by is detectiecircuit voor DC- geweest.
  • Pagina 47 Probleemoplossing INFORMATIE Neem contact op met de helpdesk als alle bovenstaande procedures zijn uitgevoerd en het probleem nog steeds aanwezig is. 3.6.36 U3-00 – Controlewerking niet uitgevoerd of fout transmissie Oorzaak Gevolg Resetten Defecte controlewerking Unit begint NIET te Druk kort op SW3 bedradingsfouten.
  • Pagina 48 Probleemoplossing De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer of de voeding aan de voorschriften voldoet Zie "5.1  Elektrisch circuit" [  276]. Mogelijke oorzaak: ▪ Defecte voeding of storing van voeding (voeding MOET binnen het bereik van de normale bedrijfsspanning ±4% liggen), ▪...
  • Pagina 49 Probleemoplossing INFORMATIE Neem contact op met de helpdesk als alle bovenstaande procedures zijn uitgevoerd en het probleem nog steeds aanwezig is. 3.6.38 U5-00 – Afwijking communicatie tussen hoofdprintplaat binnenunit en afstandsbediening Oorzaak Gevolg Resetten Afwijking transmissie Unit werkt niet meer. Automatisch resetten.
  • Pagina 50 Probleemoplossing INFORMATIE Neem contact op met de helpdesk als alle bovenstaande procedures zijn uitgevoerd en het probleem nog steeds aanwezig is. 3.6.40 UA-00 – Probleem met overeenkomst tussen binnenunit en buitenunit Oorzaak Gevolg Resetten Afwijking in Unit werkt niet meer. Vermogen resetten via signaaltransmissie tussen buitenunit.
  • Pagina 51 Probleemoplossing 3.6.41 UH-00 – Storing systeem Oorzaak Gevolg Resetten In geval van aansluiting Unit werkt niet meer. Automatisch resetten. met meerdere binnenunit, wanneer fout UA, U0 of A5 optreedt in andere binnenunit. De foutcode oplossen INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. 1 Controleer alle andere binnenunits op de volgende foutcodes.
  • Pagina 52 Probleemoplossing 3.7 Problemen oplossen op basis van symptomen 3.7.1 De unit start niet Controleren Detail Wanneer het aan/uit-lampje uit is, is er ▪ Is de stroomonderbreker AAN? een stroomstoring. ▪ Werken andere elektrische Controleer de voeding. apparaten? ▪ Wordt de nominale spanning (± 10%) geleverd? ▪...
  • Pagina 53 Probleemoplossing 3.7.2 De unit stopt soms Controleren Detail Wanneer het aan/uit-lampje uit is, is er ▪ Een stroomdefect van 2 tot 10 cycli een stroomstoring. stopt werking airconditioner. Controleer de voeding. Controleer de buitentemperatuur. ▪ Verwarming kan niet gebruikt worden wanneer buitentemperatuur 18°C WB of hoger is.
  • Pagina 54 Probleemoplossing Controleren Detail Controleer op fouten in het leidingwerk ▪ Koelmiddelleidingen zijn te lang; ligt en de bedrading in de aansluiting tussen de lengte binnen het gespecificeerde de binnenunits en de buitenunit. bereik? ▪ Leidingwerk ter plaatse is defect; is er lekkage van koelmiddel? ▪...
  • Pagina 55 Probleemoplossing 3.7.5 Lawaai en trillingen bij de werking Controleren Detail Controleer de installatievoorwaarden ▪ Gebruik algemene (gespecificeerd in de preventiemaatregelen voor trillingen installatiehandleiding). indien nodig. ▪ Als de wand voor montage te dun is, moet vulmateriaal rubber gebruiken, of de locatie van de installatie veranderen.
  • Pagina 56 Probleemoplossing Te controleren punt Detail Is de warmtewisselaar van de buitenunit Visuele inspectie verstopt? Is er een verstopping voor of na het ▪ Is er een temperatuurverschil voor of expansieventiel (capillaire buis)? na het expansieventiel (capillaire buis)? ▪ Controleer of het hoofddeel van het expansieventiel werkt (geluid, trilling).
  • Pagina 57 Probleemoplossing 3.7.7 Abnormaal lage druk Een afwijkende lage druk wordt meestal veroorzaakt aan de zijde van de verdamper. De volgende inhoud wordt verstrekt op basis van controles door een servicemonteur ter plaatse. Bovendien staan de oplossingen in volgorde van invloed. In koelmodus Te controleren item Detail...
  • Pagina 58 Probleemoplossing Te controleren item Detail Is er te weinig koelmiddel? Verwijder het koelmiddel en voer vacuüm drogen uit, voeg vervolgens de juiste hoeveelheid koelmiddel toe. 3.7.8 De ventilator van de binnenunit begint te draaien, maar de compressor niet Controleren Detail Controleer de voeding.
  • Pagina 59 Probleemoplossing 3.7.9 De unit start en stopt weer meteen Controleren Detail Controleer de voeding. ▪ capaciteit veiligheidsschakelaar zoals gespecificeerd? ▪ Als de aardlekschakelaar te gevoelig is, verhoog dan de instelwaarde van de aardlekstroom van de schakelaar of vervang de schakelaar. ▪...
  • Pagina 60 Controleer de installatie. ▪ Wordt juiste slang voor bevochtiging, gespecificeerd door Daikin, gebruikt? ▪ Breuk of verstopping van de slang voor bevochtiging. ▪ Heeft de slang voor bevochtiging de juiste lengte (binnen gespecificeerde lengte)? ▪ Is de instelling correct voor de lengte...
  • Pagina 61 Probleemoplossing 3.7.13 De draaiklep werkt niet Symptoom Controleren Detail De draaiklep werkt niet Controleer motor Bij sommige functies zwenkklep wordt de draaiklep in een vaste stand gehouden, ook al is op de afstandsbediening de draaistand geselecteerd. Dit is geen storing van de unit, maar een functie om te voorkomen dat er koude lucht op de klant...
  • Pagina 62 Onderdelen 4 Onderdelen VOORZICHTIG Zorg er bij het vervangen van een component ALTIJD voor dat het juiste reserveonderdeel voor uw unit is geïnstalleerd. 4.1 4-wegsklep 4.1.1 Controleprocedures INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. Mechanische controle van de vierwegklep uitvoeren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface.
  • Pagina 63 Onderdelen Wanneer de buitentemperatuur zacht is en de unit kan omschakelen tussen verwarmen en koelen INFORMATIE Deze procedure is ALLEEN mogelijk wanneer de buitentemperatuur binnen het temperatuurbereik ligt voor zowel de werkingsmodus Verwarming als Koeling. Zie het gegevensboek op de Bedrijfsportal voor het temperatuurbereik van de werkingsmodi.
  • Pagina 64 Onderdelen INFORMATIE Werkelijke stroomspanning is ±310 V DC. 12 V DC wordt gebruikt om de spoel onder stroom te houden. Is de gemeten spanning correct? Actie Voer een positiecontrole van de vierwegklep uit, zie "4.1.1 Controleprocedures" [  62]. Controleer de hoofdprintplaat, zie "4.15 Hoofdprintplaat" [  159]. Positiecontrole van de vierwegklep uitvoeren 1 Voer eerst een elektrische controle van de vierwegklep uit, zie "4.1.1 Controleprocedures" [  62].
  • Pagina 65 Onderdelen 5 Controleer met een contactthermometer (of door aanraken) of het debiet door de vierwegklep overeenkomt met het debiet in het stroomschema. (Zie "7.3 Schema van de leidingen" [  316]). Is het debiet correct? Actie Vierwegklep is OK. Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure.
  • Pagina 66 Onderdelen Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. Vereiste: Verwijder indien nodig onderdelen om meer ruimte vrij te maken om de spoel van de vierwegklep te verwijderen. 1 Draai de schroef en verwijder de spoel van de vierwegklep van de behuizing van de vierwegklep.
  • Pagina 67 Onderdelen A 2MXM40+50 + 2AMXM40+50 units B 2MXM68 + 3MXM + 3AMXM + 4MXM + 5MXM units a Leiding vierwegklep b Vierwegklep 5 Stop de toevoer van stikstof wanneer de leiding is afgekoeld. 6 Verwijder de vierwegklep. INFORMATIE Het is OOK mogelijk de leiding(en) van de component door te knippen met een buissnijder.
  • Pagina 68 Onderdelen A 2MXM40+50 + 2AMXM40+50 units B 2MXM68 + 3MXM + 3AMXM + 4MXM + 5MXM units a Leiding vierwegklep b Vierwegklep VOORZICHTIG Bij oververhitting wordt de klep beschadigd of vernietigd. 6 Wanneer het solderen is voltooid, stopt u de toevoer van stikstof wanneer het onderdeel is afgekoeld.
  • Pagina 69 Onderdelen 3 Leid de kabelboom van de spoel van de vierwegklep naar de betreffende printplaat. 4 Sluit de stekker van de vierwegklep aan op de betreffende printplaat. WAARSCHUWING Oefen GEEN kracht uit bij het aansluiten van een stekker op de printplaat en zorg dat deze op de juiste plaats wordt aangesloten, om de stekker of de stekkerpennen van de printplaat niet te beschadigen.
  • Pagina 70 Onderdelen Is een mechanische blokkering Actie aanwezig op de compressor? Vervang de compressor, zie "4.2.2 Reparatieprocedures" [  75]. Voer een mechanische controle van de compressor uit, zie "4.2.1 Controleprocedures" [  69]. Mechanische controle van de compressor uitvoeren Vereiste: Voer eerst een auditieve controle van de compressor uit, zie "4.2.1 Controleprocedures" [  69].
  • Pagina 71 Onderdelen Zijn de dempers van de compressor in Actie goede staat? Voer een elektrische controle van de compressor uit, zie "4.2.1 Controleprocedures" [  69]. Vervang de compressor en/of beschadigde dempers, zie "4.2.2 Reparatieprocedures" [  75]. Elektrische controle van de compressor uitvoeren 1 Voer eerst een mechanische controle van de compressor uit, zie "4.2.1 Controleprocedures" [  69].
  • Pagina 72 Onderdelen U Bedradingsklem U V Bedradingsklem V W Bedradingsklem W VOORZICHTIG Vooraleer de weerstand van de motorwikkelingen van de compressor te meten, meet u de weerstand van de multimetersondes door de sondes tegen elkaar te houden. Als de gemeten weerstand NIET 0  Ώ is, MOET deze waarde worden afgetrokken van de gemeten weerstand van de wikkelingen.
  • Pagina 73 Onderdelen U Bedradingsklem U V Bedradingsklem V W Bedradingsklem W 7 Installeer het paneel van de bedradingsklemmen van de compressor. 8 Installeer de isolatie van de compressor. 9 Zet de voeding AAN met de betreffende hoofdschakelaar. 10 Start de unit via de gebruikersinterface. VOORZICHTIG Laat de compressor NOOIT werken terwijl het paneel van de bedradingsklemmen van de compressor is verwijderd.
  • Pagina 74 Onderdelen Isolatiecontrole van de compressor uitvoeren Vereiste: Voer eerst een elektrische controle van de compressor uit, zie "4.2.1 Controleprocedures" [  69]. Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. 1 Vooraleer door te gaan: GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Wacht minstens 10 minuten nadat de stroomonderbreker UIT is gezet, om ervoor te zorgen dat de spanning van de gelijkrichter minder dan 10 ...
  • Pagina 75 Onderdelen 4 Stel de spanning van de isolatiemeter in op 500 V DC of 1000 V DC. 5 Meet de isolatieweerstand tussen de volgende klemmen. De gemeten isolatieweerstand MOET >3 MΩ zijn. ▪ U–massa, ▪ V–massa, ▪ W–massa. Zijn de meetwaarden van de isolatie Actie van de compressor correct? Compressor is OK.
  • Pagina 76 Onderdelen De compressorisolatie installeren 1 Installeer de secundaire mantel van de behuizing (binnen) op de compressor. 2 Installeer de isolatie bovenaan op de compressor. INFORMATIE Bij sommige units bestaat de isolatie bovenaan uit meerdere delen. Installeer ALLE isolatie bovenaan. a Koord b Mantel behuizing (buiten) c Isolatie bovenaan d Secundaire mantel behuizing (binnen)
  • Pagina 77 Onderdelen a Compressor met paneel bedradingsklemmen 3 Koppel de Faston-connectors los van de bedradingsklemmen van de compressor U, V en W. INFORMATIE Noteer de positie van de Faston-connectors op de bedradingsklemmen van de compressor, zodat ze weer correct aangesloten kunnen worden tijdens het installeren.
  • Pagina 78 Onderdelen 8 Wikkel een natte doek rond de componenten in de buurt van de compressorleidingen. Verwarm de soldeerpunten van de compressorleidingen met een zuurstof-acetyleentoorts en verwijder de koelmiddelleidingen met een tang van de compressorleidingen. INFORMATIE Afbeelding toont compressor van 2MXM50 unit. Compressors van andere units kunnen er enigszins anders uitzien, maar de koelmiddelleidingen zijn op dezelfde locatie geïnstalleerd.
  • Pagina 79 Onderdelen 12 Verwijder de bussen en houd ze bij voor hergebruik. 13 Installeer pluggen doppen open uiteinden koelmiddelleidingen om te voorkomen dat vuil of onzuiverheden in de leidingen binnendringen. 14 Voor installatie van de compressor, zie "4.2.2 Reparatieprocedures" [  75]. De compressor installeren 1 Controleer de toestand van de dempers.
  • Pagina 80 Onderdelen INFORMATIE Afbeelding toont compressor van 2MXM50 unit. Compressors van andere units kunnen er enigszins anders uitzien, maar de koelmiddelleidingen zijn op dezelfde locatie geïnstalleerd. a Compressorleiding VOORZICHTIG Oververhitting van de compressorleidingen (en de olie in de compressorleidingen) zal de compressor beschadigen of vernietigen. 9 Wanneer het solderen is voltooid, stopt u de toevoer van stikstof wanneer het onderdeel is afgekoeld.
  • Pagina 81 Onderdelen a Compressor met paneel bedradingsklemmen 13 Indien van toepassing, sluit de aardingsdraad aan op de compressor. Installeer en draai de schroef vast om de aardingsdraad te bevestigen. 14 Installeer de volgende thermistors in de houders: ▪ Thermistor aanzuiging ▪ Thermistor afvoerleiding ▪...
  • Pagina 82 Onderdelen a Compressor met paneel bedradingsklemmen 2 Verwijder de thermische bescherming van de compressor met de steun van de compressor. a Thermische bescherming compressor b Faston-connector c Steun 3 Meet bij twijfel de temperatuur van de thermische bescherming van de compressor.
  • Pagina 83 Onderdelen 6 Meet de weerstand op de thermische bescherming van de compressor. Resultaat: Het contact MOET open zijn (gemeten weerstand = OL). 7 Laat de thermische bescherming van de compressor afkoelen tot onder 85°C (resettemperatuur is 85~105°C). 8 Meet de weerstand op de thermische bescherming van de compressor opnieuw.
  • Pagina 84 Onderdelen a Thermische bescherming compressor b Faston-connector c Steun 3 Koppel de Faston-connectors los van de thermische bescherming van de compressor. 4 Scheid de thermische bescherming van de compressor en de steun van de thermische bescherming van de compressor van elkaar. a Thermische bescherming compressor b Steun thermische bescherming compressor 5 Voor installatie van de thermische bescherming van de compressor, zie...
  • Pagina 85 Onderdelen b Steun thermische bescherming compressor 2 Sluit de Faston-connectors aan op de thermische bescherming van de compressor. a Thermische bescherming compressor b Faston-connector c Steun 3 Installeer de thermische bescherming van de compressor in de behuizing van de compressor. 4 Installeer het paneel voor de bedradingsklemmen op de compressor.
  • Pagina 86 Onderdelen Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Koppel stekker S400 van de dempermotor los van de hoofdprintplaat van de binnenunit. 2 Meet de weerstand tussen de volgende pennen van de stekker van de dempermotor.
  • Pagina 87 Onderdelen Zijn de weerstandsmetingen van de Actie dempermotor correct? Vervang de kabelboom van de dempermotor, zie "4.4.2 Reparatieprocedures" [  87]. Vervang de dempermotor, zie "4.4.2 Reparatieprocedures" [  87]. 4.4.2 Reparatieprocedures De dempermotor verwijderen Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen.
  • Pagina 88 Onderdelen a Schroef (aftapslang) b Aftapslang c Schroef (paneel dempermotor) d Paneel dempermotor e Schroef (dempermotor) f Dempermotor g Kabelboom dempermotor 3 Installeer het paneel van de dempermotor op de juiste locatie op de binnenunit. Zorg dat de as van de dempermotor correct in de tandwielkast is geplaatst.
  • Pagina 89 Onderdelen d Stekker dempermotor op hoofdprintplaat binnenunit 2 Leid de kabelboom van de dempermotor uit de bevestigingen van de kabelboom. 3 Koppel de kabelboom van de dempermotor los van de hoofdprintplaat van de binnenunit. 4 Voor installatie kabelboom dempermotor, "4.4.2 Reparatieprocedures" [  87].
  • Pagina 90 Onderdelen 4.5 Expansieklep 4.5.1 Controleprocedures INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. Mechanische controle van de expansieklep uitvoeren Vereiste: Zet de unit 3 minuten UIT. Zet de unit vervolgens AAN en luister naar de expansieklep. Als de expansieklep GEEN klikkend geluid maakt, gaat u door met de elektrische controle van de expansieklep, zie "4.5.1 Controleprocedures" [  90].
  • Pagina 91 Onderdelen 2 Koppel de stekker van de expansieklepspoel los van de betreffende printplaat en meet de weerstand van alle wikkelingen (tussen de pennen van elke fase (draad) en de gemeenschappelijke draad) met een multimeter. Alle meetwaarden MOETEN ongeveer hetzelfde zijn. 2MXM + 2AMXM units Naam Symbool...
  • Pagina 92 Onderdelen Naam Symbool Locatie Stekker Weerstand (printplaat) wikkelingen Hoofdexpansie Hoofd 46±4 Ω klep (Ruimte E) INFORMATIE Hieronder staan voorbeelden weerstandsmetingen waarbij gemeenschappelijke draad is aangesloten op pen 5 of op pen 6 van de stekker van de spoel van de expansieklep. De aansluitingen kunnen verschillen naargelang van het type expansieklep.
  • Pagina 93 Onderdelen Is de gemeten weerstand correct? Actie Controleer de werking van de expansieklep, zie "4.5.1 Controleprocedures" [  90]. Vervang de expansieklepspoel, zie "4.5.2 Reparatieprocedures" [  94]. De werking van de expansieklep controleren Vereiste: Voer eerst een elektrische controle van de expansieklep uit, zie "4.5.1 Controleprocedures" [  90].
  • Pagina 94 Onderdelen om te controleren is de beweging van de klep te voelen door deze aan te raken, in plaats van de stuurspanning proberen te meten. 8 Als de expansieklep werd aangestuurd om te sluiten, controleer dan de inlaat en uitlaat van de klep met een contactthermometer of gebruik een stethoscoop voor expansiekleppen om te zien of er koelmiddel door de expansieklep stroomt.
  • Pagina 95 Onderdelen A 2MXM40+50 + 2AMXM40+50 units B 2MXM68 + 3MXM + 3AMXM + 4MXM + 5MXM units a Spoel expansieklep 3 Knip alle kabelbinders door waarmee de kabelboom van de spoel van de expansieklep is bevestigd. 4 Koppel de stekker van de spoel van de expansieklep los van de hoofdprintplaat.
  • Pagina 96 Onderdelen A 2MXM68 + 3MXM + 3AMXM + 4MXM + 5MXM units a Vulmiddel b Thermistor koelmiddel c Expansieklepleiding d Expansieklepbehuizing 4 Open de expansieklep met behulp van een magneet. 5 Vul het koelmiddelcircuit met stikstof. De druk van de stikstof MAG NIET hoger zijn dan 0,02 MPa.
  • Pagina 97 Onderdelen 6 Wikkel een natte doek rond de expansieklepbehuizing en eventuele andere componenten in de buurt van de expansieklep en soldeer de expansieklepleidingen aan de koelmiddelleidingen. VOORZICHTIG Bij oververhitting wordt de klep beschadigd of vernietigd. 7 Wanneer het solderen is voltooid, stopt u de toevoer van stikstof wanneer het onderdeel is afgekoeld.
  • Pagina 98 Onderdelen De spoel van de expansieklep met klem installeren 1 Installeer de spoel van de expansieklep op de expansieklepbehuizing. INFORMATIE De spoel van de expansieklep is uitgerust met een bevestigingsklem voor de leiding. Plaats de bevestigingsklem voor de leiding over de leiding om de spoel van de expansieklep te vergrendelen.
  • Pagina 99 Onderdelen INFORMATIE Draai de spoel 1/8 draai rechtsom om deze te vergrendelen op de expansieklepbehuizing. INFORMATIE De juiste uitlijning van de spoel van de expansieklep wordt gegarandeerd door inkepingen. a Spoel expansieklep b Leiding 2 Leid de kabelboom van de spoel van de expansieklep naar de betreffende printplaat.
  • Pagina 100 Onderdelen a Stekker op hoofdprintplaat binnenunit b Stekker op schakelkast 2 Meet de continuïteit van alle draden van de kabelboom. Is de kabelboom OK? Actie Ga door met de volgende stap. Vervang de kabelboom van de motor van het voorste paneel, zie "4.6.2 Reparatieprocedures" [  101].
  • Pagina 101 Onderdelen 4.6.2 Reparatieprocedures INFORMATIE Om de motor te vervangen, MOET de volledige tandwielkast worden vervangen. De tandwielkast van de motor van het voorste paneel verwijderen Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen.
  • Pagina 102 Onderdelen a Connector b Stekkerhouder c Schroef (tandwiekast motor voorste paneel) d Tandwielkast motor voorste paneel 2 Installeer de 2 schroeven om de motor van het voorste paneel en de tandwielkast te bevestigen. Draai de schroeven nog NIET vast. 3 Zorg dat de hendel correct is aangesloten (gebruik daarvoor zacht gereedschap) aan de voorzijde van de voorgrille.
  • Pagina 103 Onderdelen a Stekker op hoofdprintplaat binnenunit b Stekker op schakelkast 3 Leid de kabelboom uit de bevestiging voor de kabelboom (bovenaan de schakelkast) en verwijder de kabelboom van de motor van het voorste paneel. 4 Voor installatie van de kabelboom van de motor van het voorste paneel, zie "4.6.2 Reparatieprocedures" [  101].
  • Pagina 104 Onderdelen 4.7 Hogedrukschakelaar 4.7.1 Controleprocedures Elektrische controle van de hogedrukschakelaar uitvoeren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Tap koelmiddel koelmiddelcircuit, "5.2.2 Reparatieprocedures" [  284]. 2 Vul het koelmiddelcircuit met stikstof totdat de druk net onder de bedrijfsdruk van de hogedrukschakelaar is.
  • Pagina 105 Onderdelen 9 Verlaag de druk van de stikstof in het koelmiddelcircuit tot net onder de resetdruk van de hogedrukschakelaar. 10 Meet de weerstand tussen de Faston-connectors van de hogedrukschakelaar. Resultaat: De schakelaar MOET dicht zijn. Zijn de meetwaarden van de stekker van de hogedrukschakelaar correct? Hogedrukschakelaar is OK.
  • Pagina 106 Onderdelen INFORMATIE Het is OOK mogelijk de leiding(en) van de component door te knippen met een buissnijder. Zorg dat de resterende leidinguiteinde(n) van componenten van de koelmiddelleidingen worden verwijderd door het/de soldeerpunt(en) van de leiding(en) van de componenten te verwarmen met een zuurstof-acetyleentoorts. 7 Installeer een plug of dop op de koelmiddelleiding om te voorkomen dat vuil of onzuiverheden in de leiding binnendringen.
  • Pagina 107 Onderdelen 4.8 Vochtigheidssensor 4.8.1 Controleprocedures De voeding van de vochtigheidssensor controleren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. 1 Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 2 Zet de unit AAN. 3 Meet de voedingsspanning tussen pen 1-4 op stekker CN van de vochtigheidssensor.
  • Pagina 108 Onderdelen 4 Meet de uitgangsspanning tussen pen 1-4 op stekker S600 op de hoofdprintplaat van de binnenunit. Resultaat: De gemeten spanning MOET 5 V DC zijn. Is de uitgangsspanning op de Actie hoofdprintplaat van de binnenunit correct? Vervang de kabelboom van de vochtigheidssensor, zie "4.8.2 Reparatieprocedures" [  108].
  • Pagina 109 Onderdelen a Printplaat vochtigheidssensor b Kabelbinder (bevestiging thermistor) A Binnenunits voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Printplaat vochtigheidssensor 4 Voor installatie van de printplaat van de vochtigheidssensor, zie "4.8.2 Reparatieprocedures" [  108]. De vochtigheidssensor installeren 1 Klik de printplaat van de vochtigheidssensor op de binnenunit. A Binnenunits voor vloermontage a Printplaat vochtigheidssensor b Kabelbinder (bevestiging thermistor)
  • Pagina 110 Onderdelen 2 ALLEEN voor units voor vloermontage: Installeer de thermistor op de juiste locatie en bevestig deze met een nieuwe kabelbinder aan de steun. 3 Sluit de kabelboom aan op de printplaat van de vochtigheidssensor. Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist.
  • Pagina 111 Onderdelen 4.9 Ventilatormotor binnenunit 4.9.1 Binnenunits voor wandmontage Controleprocedures INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. Mechanische controle van de DC-ventilatormotor uitvoeren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen.
  • Pagina 112 Onderdelen Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Verwijder de schakelkast, zie "4.18 Plaatwerk" [  194]. 2 Klik het paneel van de ventilatormotor van de binnenunit uit de binnenunit. Verwijder indien nodig de schroef (indien geïnstalleerd) aan de rechterzijde van het paneel van de ventilatormotor om dit makkelijker te verwijderen.
  • Pagina 113 Onderdelen 2 Installeer het rubber voor de ventilatormotor. 3 Klik het paneel van de ventilatormotor van de binnenunit op de binnenunit. Installeer en draai de schroef aan de rechterzijde van het paneel van de ventilatormotor vast, indien deze was verwijderd. A ATXM20R + CTXM15R units a Paneel ventilatormotor binnenunit A CTXA15A + CTXA15B units...
  • Pagina 114 Onderdelen 4.9.2 Binnenunits voor vloermontage Controleprocedures INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. Een mechanische controle van de turboventilator uitvoeren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen.
  • Pagina 115 Onderdelen Is de frictie van het aslager van de DC- Actie ventilatormotor normaal? Voer een elektrische controle van de DC-ventilatormotor uit, zie "Controleprocedures" [  114]. Vervang de DC-ventilatormotor, zie "Reparatieprocedures" [  116]. Elektrische controle van de DC-ventilatormotor uitvoeren 1 Voer eerst een mechanische controle van de DC-ventilatormotor uit, zie "Controleprocedures" [  114].
  • Pagina 116 Onderdelen Is het probleem opgelost? Actie Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure. Reparatieprocedures De turboventilator verwijderen Vereiste: Voer eerst drainage uit. Sluit de afsluitkranen van het koelmiddelcircuit wanneer u daarmee klaar bent. Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface.
  • Pagina 117 Onderdelen a Schroef (plaat) b Plaat c Warmtewisselaar binnenunit d Koppeling leidingen e Flensmoer f Schroef (aardingsdraad) 9 Maak de 2 haken los en verwijder de koppeling van de leidingen. 10 Maak de flensmoer van de (koelmiddel)vloeistofleiding en de gasleiding los. Koppel de vloeistof- en gasleidingen van de lokale koelmiddelleidingen.
  • Pagina 118 Onderdelen a Schroef (klokvormige opening) b Klokvormige opening c Moer (turboventilator) d Turboventilator 15 Verwijder de moer waarmee de turboventilator is bevestigd. 16 Trek en verwijder de turboventilator uit de DC-ventilatormotor. INFORMATIE Gebruik gereedschap om poelies te verwijderen als de schoepen niet met de hand verwijderd kunnen worden.
  • Pagina 119 Onderdelen 4 Verwijder de 3 schroeven en verwijder het paneel van de ventilatormotor. 5 Maak de haken los en verwijder de bevestiging van de kabelboom. 6 Leid de kabelboom van de DC-ventilatormotor uit de haken (achter de bevestiging van de kabelboom). 7 Verwijder de DC-ventilatormotor van de binnenunit.
  • Pagina 120 Onderdelen a Schroef (klokvormige opening) b Klokvormige opening c Moer (turboventilator) d Turboventilator 3 Installeer de klokvormige opening op de juiste plaats op de binnenunit. Installeer en draai de 4 schroeven vast om de klokvormige opening te bevestigen. 4 Draai de turboventilator langzaam en controleer dat deze de klokvormige opening NIET raakt.
  • Pagina 121 Onderdelen a Schroef (plaat) b Plaat c Warmtewisselaar binnenunit d Koppeling leidingen e Flensmoer f Schroef (aardingsdraad) 9 Zorg dat de aansluitingen van de lokale koelmiddelleidingen schoon zijn en niet beschadigd zijn. Verwijder de doppen en sluit de lokale leidingen correct aan op de vloeistof- en gasleidingen van de binnenunit.
  • Pagina 122 Onderdelen 15 Sluit de aftapslang aan op de onderste luchtuitlaat. 16 Installeer de bevestigingssteun van de aftapslang. Plaats en draai de schroef vast. 17 Installeer de bovenste luchtuitlaat op de juiste locatie. Plaats en draai de 2 schroeven vast. 18 Installeer de schakelkast, zie "4.18 Plaatwerk" [  194].
  • Pagina 123 Onderdelen 4.10.2 Reparatieprocedures De warmtewisselaar van de binnenunit verwijderen Binnenunits voor vloermontage Vereiste: Voer eerst drainage uit. Sluit de afsluitkranen van het koelmiddelcircuit wanneer u daarmee klaar bent. Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. 1 Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen.
  • Pagina 124 Onderdelen a Schroef (plaat) b Plaat c Warmtewisselaar binnenunit d Koppeling leidingen e Flensmoer f Schroef (aardingsdraad) 9 Maak de 2 haken los en verwijder de koppeling van de leidingen. 10 Maak de flensmoer van de (koelmiddel)vloeistofleiding en de gasleiding los. Koppel de vloeistof- en gasleidingen van de lokale koelmiddelleidingen.
  • Pagina 125 Onderdelen Vereiste: koelmiddel koelmiddelcircuit, "5.2.2 Reparatieprocedures" [  284]. Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. 1 Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 2 Koppel de bedrading los van de bedradingsklemmen. 3 Verwijder de isolatie van de vloeistof- en gasleidingen. 4 Maak de flensmoer van de (koelmiddel)vloeistofleiding en de gasleiding los.
  • Pagina 126 Onderdelen a Haak (linkerzijde) b Haak (rechterzijde) c Warmtewisselaar binnenunit 2 Leid de aardingsdraad van de ventilatormotor voor de warmtewisselaar van de binnenunit. 3 Plaats de warmtewisselaar van de binnenunit voorzichtig in de juiste positie en installeer deze op de 2 haken aan de linkerzijde. 4 Sluit de aardingsdraad met de schroef aan op de warmtewisselaar van de binnenunit.
  • Pagina 127 Onderdelen a Schroef (bovenste luchtuitlaat) b Bovenste luchtuitlaat c Aftapslang d Kabelboom dempermotor e Schroef (kabelbinder) f Schroef (onderste luchtuitlaat) g Onderste luchtuitlaat 9 Leid de kabelboom van de dempermotor door de betreffende bevestigingen van de kabelboom. 10 Installeer de schroef om de kabelbinder aan de unit te bevestigen. 11 Sluit de aftapslang aan op de onderste luchtuitlaat.
  • Pagina 128 Onderdelen A ATXM20R + CTXM15R units B CTXA15A + CTXA15B units a Schroef b Stroomunit c Warmtewisselaar binnenunit 3 Installeer ventilatormotor binnenunit, "Reparatieprocedures" [  111]. 4 ALLEEN voor ATXM20R and CTXM15R units: Installeer de stroomunit op de juiste locatie. Installeer en draai de schroef vast om de stroomunit te bevestigen.
  • Pagina 129 Onderdelen De voeding van de hoofdprintplaat van de binnenunit controleren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Zet de unit AAN. 2 Meet de uitgangsspanning tussen pen 1-4 op stekker S300A op de hoofdprintplaat van de binnenunit.
  • Pagina 130 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Stekker S300A b Stekker S102 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B R32 Multi Split ESIE21-04D – 2023.02...
  • Pagina 131 Onderdelen A Binnenunit voor vloermontage a Stekker S300A Is de gemeten spanning op de Actie hoofdprintplaat van de binnenunit correct? Ga terug naar "4.11.1 Controleprocedures" [  128] voor de hoofdprintplaat van de binnenunit en ga door met de volgende procedure. Ga door met de volgende stap. 3 Meet de uitgangsspanning tussen pen 1-4 op stekker S102 op de hoofdprintplaat van de binnenunit.
  • Pagina 132 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a HAP-lampje A Binnenunit voor vloermontage a HAP-lampje INFORMATIE Zorg dat de juiste software beschikbaar is op de printplaat. Als dat NIET zo is, werk deze dan bij met het updateprogramma. Knippert het HAP-lampje regelmatig Actie (1 seconde AAN/1 seconde UIT)? Ga terug naar...
  • Pagina 133 Onderdelen 1 Ga naar uw lokale website voor reserveonderdelen. 2 Voer de modelnaam van uw unit in en controleer of het nummer van het geïnstalleerde reserveonderdeel overeenkomt met het nummer van het reserveonderdeel dat op de website staat. Is het juiste reserveonderdeel voor de Actie hoofdprintplaat van de binnenunit geïnstalleerd?
  • Pagina 134 Onderdelen 4.11.2 Reparatieprocedures De hoofdprintplaat van de binnenunit verwijderen Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Koppel alle stekkers los van de hoofdprintplaat van de binnenunit. 2 Trek hoofdprintplaat binnenunit...
  • Pagina 135 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Printplaat ventilator binnenunit b Printplaatsteun 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B R32 Multi Split ESIE21-04D – 2023.02...
  • Pagina 136 Onderdelen A Binnenunit voor vloermontage a Printplaat ventilator binnenunit 4 Verwijder de hoofdprintplaat van de binnenunit uit de schakelkast. 5 Voor installatie hoofdprintplaat binnenunit, "4.11.2 Reparatieprocedures" [  134]. De hoofdprintplaat van de binnenunit installeren 1 Installeer de hoofdprintplaat van de binnenunit op de juiste locatie op de printplaatsteunen.
  • Pagina 137 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Printplaat ventilator binnenunit b Printplaatsteun 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B R32 Multi Split ESIE21-04D – 2023.02...
  • Pagina 138 Onderdelen A Binnenunit voor vloermontage a Printplaat ventilator binnenunit 3 Sluit alle stekkers aan op de hoofdprintplaat van de binnenunit. INFORMATIE Gebruik het bedradingsschema en aansluitschema om de stekkers correct te installeren, zie "7.2 Bedradingsschema" [  301]. WAARSCHUWING Oefen GEEN kracht uit bij het aansluiten van een stekker op de printplaat en zorg dat deze op de juiste plaats wordt aangesloten, om de stekker of de stekkerpennen van de printplaat niet te beschadigen.
  • Pagina 139 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage ATXM20R + CTXM15R a Zwarte draad b Witte draad A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Zwarte draad b Witte draad A Binnenunit voor vloermontage a Zwarte draad b Witte draad 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B R32 Multi Split ESIE21-04D –...
  • Pagina 140 Onderdelen Is de gemeten spanning op de Actie voedingsprintplaat van de binnenunit correct? Ga terug naar "4.12.1 Controleprocedures" [  138] van de voedingsprintplaat van de binnenunit en ga door met de volgende procedure. Ga door met de volgende stap. 3 Controleer voeding naar binnenunit, "5.1.1 Controleprocedures" [...
  • Pagina 141 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Stekker S102 A Binnenunit voor vloermontage a Stekker S102 Is de gemeten spanning op de Actie voedingsprintplaat van de binnenunit correct? Ga terug naar "4.12.1 Controleprocedures" [  138] van de voedingsprintplaat van de binnenunit en ga door met de volgende procedure.
  • Pagina 142 Onderdelen Is het juiste reserveonderdeel voor de Actie voedingsprintplaat van de binnenunit geïnstalleerd? Ga terug naar "4.12.1 Controleprocedures" [  138] van de voedingsprintplaat van de binnenunit en ga door met de volgende procedure. Vervang de voedingsprintplaat van de binnenunit, zie "4.12.2 Reparatieprocedures" [  144]. De bedrading van de voedingsprintplaat van de binnenunit controleren Vereiste: Voer eerst alle eerdere controles van de hoofdprintplaat van de binnenunit uit, zie "4.12.1 Controleprocedures" [...
  • Pagina 143 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage ATXM20R + CTXM15R a Zekering F1U A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Zekering F1U A Binnenunit voor vloermontage a Zekering F1U 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B R32 Multi Split ESIE21-04D – 2023.02...
  • Pagina 144 Onderdelen Doorgebrande zekering op de Actie voedingsprintplaat van de binnenunit? Vervang de doorgebrande zekering, zie "4.12.2 Reparatieprocedures" [  144]. Ga terug naar "4.11.1 Controleprocedures" [  128] van de voedingsprintplaat van de binnenunit en ga door met de volgende procedure. Probleem opgelost? Nadat alle bovenstaande controleprocedures zijn uitgevoerd: Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist.
  • Pagina 145 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage ATXM20R + CTXM15R a Voedingsprintplaat binnenunit 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B R32 Multi Split ESIE21-04D – 2023.02...
  • Pagina 146 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Voedingsprintplaat binnenunit A Binnenunit voor vloermontage a Voedingsprintplaat binnenunit 3 Verwijder de voedingsprintplaat van de binnenunit van de binnenunit. 4 Voor installatie van de voedingsprintplaat van de binnenunit, zie "4.12.2 Reparatieprocedures" [  144]. De voedingsprintplaat van de binnenunit installeren 1 Installeer de voedingsprintplaat van de binnenunit op de juiste locatie in de schakelkast.
  • Pagina 147 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Voedingsprintplaat binnenunit 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B R32 Multi Split ESIE21-04D – 2023.02...
  • Pagina 148 Onderdelen A Binnenunit voor vloermontage a Voedingsprintplaat binnenunit 2 Sluit alle stekkers aan op de voedingsprintplaat van de binnenunit. INFORMATIE Gebruik het bedradingsschema en aansluitschema om de stekkers correct te installeren, zie "7.2 Bedradingsschema" [  301]. WAARSCHUWING Oefen GEEN kracht uit bij het aansluiten van een stekker op de printplaat en zorg dat deze op de juiste plaats wordt aangesloten, om de stekker of de stekkerpennen van de printplaat niet te beschadigen.
  • Pagina 149 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage ATXM20R + CTXM15R a Zekering F1U A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Zekering F1U A Binnenunit voor vloermontage a Zekering F1U 2 Voor installatie van een zekering op de voedingsprintplaat van de binnenunit, zie "4.12.2 Reparatieprocedures" [  144].
  • Pagina 150 Onderdelen Een zekering van de voedingsprintplaat van de binnenunit installeren 1 Installeer de zekering op de juiste plaats op de printplaat. VOORZICHTIG Zorg dat de zekering correct is aangesloten (contact met de zekeringhouder). A Binnenunit voor wandmontage ATXM20R + CTXM15R a Zekering F1U A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Zekering F1U...
  • Pagina 151 Onderdelen A Binnenunit voor vloermontage a Zekering F1U Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar "4.11.1 Controleprocedures" [  128] van de voedingsprintplaat van de binnenunit en ga door met de volgende procedure. 4.13 Intelligente oogsensor INFORMATIE ALLEEN voor ATXM20R en CTXM15R units. 4.13.1 Controleprocedures INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren.
  • Pagina 152 Onderdelen a Bedieningspaneel b Stekker CN intelligente oogsensor Is de gemeten voedingsspanning Actie correct? Voer een elektrische controle van de intelligente oogsensor uit, zie "4.13.1 Controleprocedures" [  151]. Ga door met de volgende stap. 5 Meet de uitgangsspanning tussen pen 1-2 op stekker S602 op de hoofdprintplaat van de binnenunit.
  • Pagina 153 Onderdelen 3 Zwaai met een hand voor de rechterzijde (naar de binnenunit gericht) van de intelligente oogsensor en meet de spanning tussen de volgende pennen van stekker S602 van de intelligente oogsensor. Resultaat: De gemeten spanning MOET als volgt zijn: Stekkerpennen Spanning 2‑3...
  • Pagina 154 Onderdelen a Bedieningspaneel b Printplaat intelligente oogsensor 2 Koppel de stekker los van de printplaat van de intelligente oogsensor. 3 Klik de volledige printplaat van de intelligente oogsensor voorzichtig uit de binnenunit. 4 Voor installatie van de printplaat van de intelligente oogsensor, zie "4.13.2 Reparatieprocedures" [  153].
  • Pagina 155 Onderdelen Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Koppel de kabelboom los van de intelligente oogsensor (printplaat). 2 Koppel de stekker van de kabelboom los van de hoofdprintplaat van de binnenunit. 3 Knip alle kabelbinders (indien aanwezig) door waarmee de kabelboom is bevestigd.
  • Pagina 156 Onderdelen a Intelligente warmtesensor 4 Meet de voedingsspanning tussen pen 1-4 op stekker S800 van de intelligente warmtesensor. Resultaat: De gemeten spanning MOET 4~6 V DC zijn. Is de gemeten voedingsspanning Actie correct? Sla de volgende stap over. Ga door met de volgende stap. 5 Meet de uitgangsspanning tussen pen 1-4 op de stekker op de hoofdprintplaat van de binnenunit.S600 Resultaat: De gemeten spanning MOET 4~6 V DC zijn.
  • Pagina 157 Onderdelen 4.14.2 Reparatieprocedures De intelligente warmtesensor verwijderen Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Klik de volledige printplaat van de intelligente warmtesensor voorzichtig uit de binnenunit.
  • Pagina 158 Onderdelen Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure. De kabelboom van de intelligente warmtesensor verwijderen Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT.
  • Pagina 159 Onderdelen a Intelligente warmtesensor 5 Bevestig de kabelboom met nieuwe kabelbinders (indien nodig). Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure. 4.15 Hoofdprintplaat 4.15.1 2(A)MXM40+50 units Controleprocedures INFORMATIE...
  • Pagina 160 Onderdelen a Zwarte draad b Witte draad Is de gemeten spanning op de Actie printplaat correct? Ga terug naar "Controleprocedures" [  159] voor de printplaat en ga door met de volgende procedure. Ga door met de volgende stap. 3 Controleer de voeding naar de unit, zie "5.1.1 Controleprocedures" [  276].
  • Pagina 161 Onderdelen Knippert het HAP-lampje regelmatig Actie (1 seconde AAN/1 seconde UIT)? Ga terug naar "Controleprocedures" [  159] voor de hoofdprintplaat en ga door met de volgende procedure. Vervang de hoofdprintplaat, zie "Reparatieprocedures" [  166]. Controleren of het juiste reserveonderdeel geïnstalleerd is Vereiste: Voor eerst alle voorgaande controles van de hoofdprintplaat uit, zie "Controleprocedures" [  159].
  • Pagina 162 Onderdelen Is het probleem opgelost? Actie Ga terug naar "Controleprocedures" [  159] voor de printplaat en ga door met de volgende procedure. De zekering van de hoofdprintplaat controleren Vereiste: Voor eerst alle voorgaande controles van de hoofdprintplaat uit, zie "Controleprocedures" [  159]. 1 Meet de continuïteit van de zekering.
  • Pagina 163 Onderdelen a Diodemodule DB1 b Diodemodule DB2 c + klem d - klem INFORMATIE Zorg er bij het meten aan de voorzijde van de hoofdprintplaat voor de beschermende vernislaag plaatselijk te verwijderen met de testkabels van de multimeter. Is de gemeten spanning correct? Actie Diodemodule is OK.
  • Pagina 164 Onderdelen 3 Controleer de diodemodule ten opzichte van de onderstaande afbeelding en tabel. a V DC uit (+) b V AC in c V AC in d V DC uit (-) INFORMATIE Zorg er bij het meten aan de voorzijde van de hoofdprintplaat voor de beschermende vernislaag plaatselijk te verwijderen met de testkabels van de multimeter.
  • Pagina 165 Onderdelen d DC+ e DC– INFORMATIE Zorg er bij het meten aan de voorzijde van de hoofdprintplaat voor de beschermende vernislaag plaatselijk te verwijderen met de testkabels van de multimeter. 0,501 V 0,501 V 0,501 V DC– 0,501 V DC– DC– 0,501 V DC– DC– 0,501 V DC–...
  • Pagina 166 Onderdelen INFORMATIE Zorg er bij het meten aan de voorzijde van de hoofdprintplaat voor de beschermende vernislaag plaatselijk te verwijderen met de testkabels van de multimeter. 0,475 V 0,475 V 0,475 V DC– 0,475 V DC– DC– 0,475 V DC– DC– 0,475 V DC– Zijn de testresultaten OK? Actie Vermogensmodules zijn OK.
  • Pagina 167 Onderdelen a Paneel schakelkast b Schroef (hoofdprintplaat) 2 Verwijder de schroeven waarmee de hoofdprintplaat is bevestigd. 3 Verwijder de hoofdprintplaat uit de schakelkast. 4 Koppel de overbruggingsstekkers los van de hoofdprintplaat en houd deze bij om te hergebruiken. a Overbruggingsstekker X12A b Overbruggingsstekker S99 5 Voor installatie van de hoofdprintplaat, zie "Reparatieprocedures" [  166].
  • Pagina 168 Onderdelen a Overbruggingsstekker X12A b Overbruggingsstekker S99 3 Installeer de hoofdprintplaat op de juiste locatie in de schakelkast. 4 Installeer en draai de schroeven vast om de hoofdprintplaat te bevestigen. a Paneel schakelkast b Schroef (hoofdprintplaat) 5 Installeer het paneel van de schakelkast. 6 Installeer de schakelkast in de unit, zie "4.18 Plaatwerk" [  194].
  • Pagina 169 Onderdelen 4.15.2 2MXM68+3(A)MXM+4MXM+5MXM units Controleprocedures INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. De voeding van de hoofdprintplaat controleren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Zet de unit AAN.
  • Pagina 170 Onderdelen Controleren of het juiste reserveonderdeel geïnstalleerd is Vereiste: Voor eerst alle voorgaande controles van de hoofdprintplaat uit, zie "Controleprocedures" [  169]. 1 Ga naar uw lokale website voor reserveonderdelen. 2 Voer de modelnaam van uw unit in en controleer of het nummer van het geïnstalleerde reserveonderdeel overeenkomt met het nummer van het reserveonderdeel dat op de website staat.
  • Pagina 171 Onderdelen Vereiste: Voor eerst alle voorgaande controles van de hoofdprintplaat uit, zie "Controleprocedures" [  169]. 1 Open de isolatie van de compressor. GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Wacht minstens 10 minuten nadat de stroomonderbreker UIT is gezet, om ervoor te zorgen dat de spanning van de gelijkrichter minder dan 10  V  DC is voordat u doorgaat.
  • Pagina 172 Onderdelen 10 Sluit de Faston-connectors aan op de bedradingsklemmen U, V en W van de compressor. INFORMATIE Gebruik de notities die gemaakt zijn tijdens het loskoppelen om de bedrading van de compressor aan te sluiten op de juiste bedradingsklemmen van de compressor. 11 Installeer het paneel van de bedradingsklemmen van de compressor.
  • Pagina 173 Onderdelen Doorgebrande zekering op de Actie hoofdprintplaat? Ga terug naar "Controleprocedures" [  169] voor de hoofdprintplaat en ga door met de volgende procedure. Voor zekering F3U Doorgebrande zekering op de Actie hoofdprintplaat? Vervang de hoofdprintplaat, zie "Reparatieprocedures" [  176]. Ga terug naar "Controleprocedures" [  169] voor de hoofdprintplaat en ga door met de...
  • Pagina 174 Onderdelen Is de gemeten spanning van de Actie gelijkrichter correct? Controleer de vermogensmodule, zie "Controleprocedures" [  169]. Vervang de hoofdprintplaat, zie "Reparatieprocedures" [  176]. De diodemodule controleren 1 Controleer eerst de spanning van de gelijkrichter van de hoofdprintplaat, zie "Controleprocedures" [  169]. INFORMATIE Als de spanning van de gelijkrichter OK is, is de diodemodule OK.
  • Pagina 175 Onderdelen INFORMATIE Zorg er bij het meten aan de voorzijde van de hoofdprintplaat voor de beschermende vernislaag plaatselijk te verwijderen met de testkabels van de multimeter. 0,51~0,52 V 0,51~0,52 V 0,51~0,52 V 0,51~0,52 V 4 Als de diodemodule NIET OK is, vervang dan de hoofdprintplaat, zie "Reparatieprocedures" [  176].
  • Pagina 176 Onderdelen INFORMATIE Zorg er bij het meten aan de voorzijde van de hoofdprintplaat voor de beschermende vernislaag plaatselijk te verwijderen met de testkabels van de multimeter. 0,501 V 0,501 V 0,501 V DC– 0,501 V DC– DC– 0,501 V DC– DC– 0,501 V DC– Zijn de testresultaten OK? Actie Vermogensmodule is OK.
  • Pagina 177 Onderdelen a Bevestigingsdop b Kabelboom compressor c Bedrading (voor serviceprintplaat) d Kabelbinder e Schroef (hoofdprintplaat) 2 Knip de kabelbinder door om de bedrading (voor serviceprintplaat) te verwijderen uit de schakelkast. 3 Verwijder de schroeven van de hoofdprintplaat. 4 Verwijder de hoofdprintplaat uit de schakelkast. 5 Voor installatie van de hoofdprintplaat, zie "Reparatieprocedures" [  176].
  • Pagina 178 Onderdelen a Bevestigingsdop b Kabelboom compressor c Bedrading (voor serviceprintplaat) d Kabelbinder e Schroef (hoofdprintplaat) 4 Installeer de bevestigingsdoppen om de kabelboom van de compressor en de bedrading (voor serviceprintplaat) te bevestigen op de schakelkast. 5 Plaats een nieuwe kabelbinder om de bedrading (voor serviceprintplaat) op de schakelkast te bevestigen.
  • Pagina 179 Onderdelen a Zekering F1U b Zekering F2U 2 Voor installatie zekering hoofdprintplaat, "Reparatieprocedures" [  176]. Een zekering installeren op de hoofdprintplaat WAARSCHUWING Voor beveiliging tegen brandgevaar mag u de zekering alleen vervangen door een zekering van hetzelfde type en kaliber. 1 Installeer de zekering op de juiste plaats op de printplaat. VOORZICHTIG Zorg dat de zekering correct is aangesloten (contact met de zekeringhouder).
  • Pagina 180 Onderdelen a Zekering F1U b Zekering F2U Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar "Controleprocedures" [  169] voor de printplaat en ga door met de volgende procedure. 4.16 Ventilatormotor buitenunit 4.16.1 2(A)MXM40+50 units Controleprocedures INFORMATIE Het is raadzaam de controles in deze volgorde uit te voeren. Mechanische controle van de ventilatorschoepen uitvoeren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface.
  • Pagina 181 Onderdelen Is de frictie van het aslager van de DC- Actie ventilatormotor normaal? Voer een elektrische controle van de DC-ventilatormotor uit, zie "Controleprocedures" [  180]. Vervang de DC-ventilatormotor, zie "Reparatieprocedures" [  182]. Elektrische controle van de DC-ventilatormotor uitvoeren 1 Voer eerst een mechanische controle van de DC-ventilatormotor uit, zie "Controleprocedures" [  180].
  • Pagina 182 Onderdelen Zijn de gemeten weerstandswaarden Actie correct? Controleer de hoofdprintplaat, zie "Controleprocedures" [  159]. Vervang de DC-ventilatormotor, zie "Reparatieprocedures" [  182]. Probleem opgelost? Nadat alle bovenstaande controleprocedures zijn uitgevoerd: Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure.
  • Pagina 183 Onderdelen GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Wacht minstens 10 minuten nadat de stroomonderbreker UIT is gezet, om ervoor te zorgen dat de spanning van de gelijkrichter minder dan 10  V  DC is voordat u doorgaat. 2 Koppel de stekker van de DC-ventilatormotor los van de hoofdprintplaat. a Stekker DC-ventilatormotor b Kabelboom DC-ventilatormotor c Schakelkast...
  • Pagina 184 Onderdelen De ventilatorschoepen installeren 1 Installeer de ventilatorschoepen op de DC-ventilatormotor. VOORZICHTIG Installeer GEEN beschadigde ventilatorschoepen. 2 Plaats de moer waarmee de ventilatorschoepen zijn bevestigd en draai deze vast. a Moer b Ventilatorschoepen Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar "Controleprocedures" [  180] voor de...
  • Pagina 185 Onderdelen Zijn de ventilatorschoepen beschadigd? Actie Vervang de ventilatorschoepen, zie "Reparatieprocedures" [  187]. Voer een mechanische controle van de DC-ventilatormotor uit, zie "Controleprocedures" [  184]. Mechanische controle van de DC-ventilatormotor uitvoeren Vereiste: Voer eerst een mechanische controle van de ventilatorschoepen uit, zie "Controleprocedures" [  184].
  • Pagina 186 Onderdelen 5 Bevestig via het servicecontrolegereedschap dat de DC-ventilatormotor een AAN-signaal ontvangt. 6 Zet de unit UIT via de gebruikersinterface. 7 Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Wacht minstens 10 minuten nadat de stroomonderbreker UIT is gezet, om ervoor te zorgen dat de spanning van de gelijkrichter minder dan 10 ...
  • Pagina 187 Onderdelen 12 Meet de spanning op stekker S70, pennen 2-4 van de DC-ventilatormotor (= rotatiecommando) op de printplaat. Resultaat: De gemeten spanning moet 0~7,5 V DC zijn. De spanning mag NIET 0 V DC zijn. Is de gemeten spanning 0 V DC? Actie Controleer de hoofdprintplaat, zie "Controleprocedures" [  169].
  • Pagina 188 Onderdelen a Moer b Ventilatorschoepen 3 Trek en verwijder de ventilatorschoepen uit de DC-ventilatormotor. INFORMATIE Gebruik gereedschap om poelies te verwijderen als de schoepen niet met de hand verwijderd kunnen worden. 4 Voor installatie van de ventilatorschoepen, zie "Reparatieprocedures" [  187]. De DC-ventilatormotor verwijderen 1 Verwijder ventilatorschoepen...
  • Pagina 189 Onderdelen 4 Buig de bevestigingen van de kabelboom enigszins door (aan de achterkant van de steun van de ventilatormotor) om de kabelboom van de DC- ventilatormotor los te maken. 5 Verwijder de 4 schroeven waarmee de DC-ventilatormotor is bevestigd. 6 Verwijder de DC-ventilatormotor uit de unit. 7 Voor installatie van de DC-ventilatormotor, zie "Reparatieprocedures" [  187].
  • Pagina 190 Onderdelen a Moer b Ventilatorschoepen Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar "Controleprocedures" [  184] voor de ventilatormotor van de buitenunit en ga door met de volgende procedure. 4.17 Warmtewisselaar buitenunit 4.17.1 Controleprocedures Een mechanische controle van de warmtewisselaar van de buitenunit uitvoeren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface.
  • Pagina 191 Onderdelen 4.17.2 Reparatieprocedures De warmtewisselaar van de buitenunit verwijderen Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. Vereiste: koelmiddel koelmiddelcircuit, "5.2.2 Reparatieprocedures" [  284]. 1 Verwijder indien nodig onderdelen om meer ruimte vrij te maken om de warmtewisselaar te verwijderen.
  • Pagina 192 Onderdelen a Leiding warmtewisselaar b Schroef (montagesteun ventilatormotor) c Montagesteun ventilatormotor d Schroef (warmtewisselaar) e Warmtewisselaar 8 Stop de toevoer van stikstof wanneer de leiding is afgekoeld. INFORMATIE Het is OOK mogelijk de leiding(en) van de component door te knippen met een buissnijder.
  • Pagina 193 Onderdelen a Leiding warmtewisselaar b Schroef (montagesteun ventilatormotor) c Montagesteun ventilatormotor d Schroef (warmtewisselaar) e Warmtewisselaar 4 Installeer de montagesteun van de ventilatormotor (met ventilatormotor en ventilatorschoepen geïnstalleerd) voorzichtig op de juiste locatie. Installeer en draai de 2 schroeven vast om de montagesteun van de ventilatormotor te bevestigen.
  • Pagina 194 Onderdelen d Schroef e Steunplaat 9 Installeer de beschermnetten. Installeer en draai de schroeven vast om de beschermnetten te bevestigen. 10 Installeer de thermistor van de warmtewisselaar en de luchtthermistor in de houder. 11 Installeer het vulmiddel en de isolatie op de betreffende leidingen. 12 Voer een lektest uit, zie "5.2.1 Controleprocedures" [  278].
  • Pagina 195 Onderdelen 2× 3× 1× De bovenplaat verwijderen INFORMATIE Deze procedure is slechts een voorbeeld en de details kunnen verschillen voor uw unit. Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. 1 Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Wacht minstens 10 minuten nadat de stroomonderbreker UIT is gezet, om ervoor te zorgen dat de spanning van de gelijkrichter minder dan 10 ...
  • Pagina 196 Onderdelen De voorste plaat verwijderen INFORMATIE Deze procedure is slechts een voorbeeld en de details kunnen verschillen voor uw unit. Vereiste: Verwijder de bovenplaat, zie "4.18 Plaatwerk" [  194]. 1 Maak de schroeven los waarmee de voorste plaat is bevestigd en verwijder ze. a Schroef b Voorste plaat a Schroef...
  • Pagina 197 Onderdelen a Schroef (beschermplaat klemmen) b Beschermplaat klemmen c Bedradingsklemmen d Schroef (draadklem) e Draadklemmen 2 Ontkoppel bedrading elektrische voeding bedradingsklemmen. 3 Verwijder de 2 schroeven waarmee de draadklem is bevestigd. 4 Verwijder de draadklem. 5 Verwijder de luchtthermistor uit het beschermnet en de zijplaat. a Luchtthermistor b Beschermnet c Zijplaat...
  • Pagina 198 Onderdelen a Schroef (beschermplaat klemmen) b Beschermplaat klemmen c Bedradingsklemmen d Schroef (draadklem) e Draadklemmen 2 Koppel alle elektrische bedrading los van de bedradingsklemmen. Het aantal bedradingsklemmen (voor voeding naar binnenunits) verschilt afhankelijk van de unit. 3 Koppel alle aardingsdraden los. 4 Verwijder de 2 schroeven waarmee de draadklem is bevestigd.
  • Pagina 199 Onderdelen A 4MXM80 + 5MXM90 units a Schroef (zijplaat) b Zijplaat 8 Verwijder de zijplaat. Toegang tot de schakelkast INFORMATIE Deze procedure beschrijft hoe u toegang krijgt tot de hoofdprintplaat terwijl alle bedrading blijft aangesloten (zodat de hoofdprintplaat van stroom kan worden voorzien).
  • Pagina 200 Onderdelen De schakelkast verwijderen 2MXM40+50 + 2AMXM40+50 units Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. 1 Verwijder de zijplaat, zie "4.18 Plaatwerk" [  194]. GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Wacht minstens 10 minuten nadat de stroomonderbreker UIT is gezet, om ervoor te zorgen dat de spanning van de gelijkrichter minder dan 10 ...
  • Pagina 201 Onderdelen 1 Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Wacht minstens 10 minuten nadat de stroomonderbreker UIT is gezet, om ervoor te zorgen dat de spanning van de gelijkrichter minder dan 10  V  DC is voordat u doorgaat.
  • Pagina 202 Onderdelen a Schroef (bevestigingsplaat klemmen) b Stekker kabelboom compressor c Kabelboom ventilatormotor d Schakelkast e Faston-connectors op X1M 9 Koppel alle stekkers (behalve de bedrading naar de serviceprintplaat) en Faston-connectors los van de hoofdprintplaat. 10 Verwijder de kabelboom van de ventilatormotor uit de schakelkast. 11 Koppel de 4 Faston-connectors los aan de achterzijde van bedradingsklem X1M.
  • Pagina 203 Onderdelen a Bevestigingsdop (kabelboom thermistor afvoer) b Kabelbinder (kabelbomen thermistor) c Bevestigingsdop (kabelbomen thermistor buitenlucht en warmtewisselaar) d Schroef (schakelkast) 18 Knip de kabelbinder door waarmee de kabelbomen van de thermistor zijn bevestigd aan de schakelkast. 19 Verwijder de bevestigingsdop waarmee de kabelbomen van de thermistor voor buitenlucht en de thermistor van de warmtewisselaar zijn bevestigd aan de schakelkast.
  • Pagina 204 Onderdelen 3 Installeer de schakelkast op de juiste locatie. Installeer en draai de 2 schroeven vast om de schakelkast te bevestigen. a Stekker (bedradingsklemmen) b Stekker (bijhouden voor hergebruik) c Schroef (aardingsdraad) d Schroef (schakelkast) e Schakelkast 4 Installeer en draai de schroef vast om de aardingsdraad te bevestigen aan de unit.
  • Pagina 205 Onderdelen 5 Plaats een nieuwe kabelbinder om de kabelbomen van de thermistors aan de schakelkast te bevestigen. 6 Sluit de aardingsdraad aan op de schakelkast. Plaats en draai de schroef vast. a Schroef (aardingsdraad) b Kabelbinder c Bevestigingsdop (ferrietkern) d Bevestigingsdop (kabelboom) e Bevestigingsplaat klemmen f Schakelkast 7 Installeer de bevestigingsdop om de ferrietkern aan de schakelkast te...
  • Pagina 206 Onderdelen 13 Leid de kabelboom van de ventilatormotor door de bevestigingen op de schakelkast en sluit de kabelboom van de ventilatormotor aan op de hoofdprintplaat. 14 Sluit de kabelboom van de compressor aan. 15 Sluit alle stekkers en Faston-connectors aan op de hoofdprintplaat. WAARSCHUWING Oefen GEEN kracht uit bij het aansluiten van een stekker op de printplaat en zorg dat deze op de juiste plaats wordt aangesloten, om de stekker of de stekkerpennen van...
  • Pagina 207 Onderdelen 4.18.2 Binnenunit Voorpaneel openen CTXA15A en CTXA15B units Open het voorpaneel met de gebruikersinterface. 1 Stop de werking. 2 Houd op de gebruikersinterface minstens 2 seconden ingedrukt. Resultaat: Het voorpaneel wordt geopend. Opmerking: Houd opnieuw minstens 2 seconden ingedrukt om het voorpaneel te sluiten.
  • Pagina 208 Onderdelen 2 Open het voorste paneel. Voorpaneel verwijderen CTXA15A en CTXA15B units INFORMATIE Verwijder het voorpaneel alleen als het MOET worden vervangen. 1 Open het voorste paneel, zie "4.18 Plaatwerk" [  194]. 2 Open de vergrendelingen van het paneel aan de achterzijde van het paneel (1 aan elke zijde).
  • Pagina 209 Onderdelen a Arm b Sleuf as c As 5 Verwijder het voorste paneel. 6 Voer de stappen in omgekeerde volgorde uit om het voorste paneel weer te installeren. ATXM20R en CTXM15R units 1 Open het voorste paneel, zie "4.18 Plaatwerk" [  194]. 2 Verwijder het voorste paneel door het naar links of naar rechts te schuiven en het naar u toe te trekken.
  • Pagina 210 Onderdelen 1 Open het voorste paneel, zie "4.18 Plaatwerk" [  194]. 2 Verwijder het servicepaneel, zie "4.18 Plaatwerk" [  194]. 3 Verwijder de kabelboom van de draadklem en de stekker. 4 Verwijder de klep door deze naar de linkerzijde en naar u toe te duwen. 5 Verwijder de 2 schroefpanelen met een lange, platte plaat zoals een meetlat, omwikkeld met een doek en verwijder 2 schroeven.
  • Pagina 211 Onderdelen 1 Verwijder het voorste paneel om het luchtfilter te verwijderen. 2 Verwijder 2 schroeven van de frontgrille. 3 Druk de 3 bovenste haken gemarkeerd met en symbool met 3 cirkels omlaag. 3× a Bovenste haak b Symbool met 3 cirkels 4 We raden aan de klep te openen vooraleer de frontgrille te verwijderen.
  • Pagina 212 Onderdelen Deksel elektrische bedradingskast verwijderen CTXA15A en CTXA15B units OM HET SERVICEPANEEL TE OPENEN 1 Verwijder 1 schroef van het servicepaneel. 2 Trek het servicepaneel horizontaal weg van de unit. a Schroef servicepaneel b Servicepaneel OPMERKING Bij het sluiten van het servicedeksel mag het aanhaalmoment NIET meer dan 1,4 (±0,2) N•m bedragen.
  • Pagina 213 Onderdelen a Schroef servicepaneel b Servicepaneel OPMERKING Bij het sluiten van het servicedeksel mag het aanhaalmoment NIET meer dan 1,4 (±0,2) N•m bedragen. HET PANEEL VAN DE ELEKTRISCHE BEDRADINGSKAST VERWIJDEREN Vereiste: Verwijder de frontgrille. 1 Verwijder 1 schroef van de elektrische bedradingskast. 2 Open het paneel van de elektrische bedradingskast door aan het uitstekende deel boven op het paneel te trekken.
  • Pagina 214 Onderdelen a Schroef b Bevestigingsplaat sensor c Metalen plaat HET PANEEL VAN DE ELEKTRISCHE BEDRADINGSKAST VERWIJDEREN Vereiste: Open het klemmenblok. 1 Verwijder 1 schroef van de elektrische bedradingskast. 2 Maak de 2 lipjes op het paneel van de elektrische bedradingskast los en verwijder deze.
  • Pagina 215 Onderdelen a Schroef paneel aardingsdraad b Schroef aardingsdraad c Thermistor warmtewisselaar d Printplaat binnenunit e Schroef schakelkast f Schakelkast 6 Koppel de stekkers van de ventilatormotor van de binnenunit en de motoren van de zwenkkleppen los van de printplaat van de binnenunit. 7 Maak deze kabelbomen los van de schakelkast.
  • Pagina 216 Onderdelen a Voedingsklem X1M b Steun voedingsbedrading c Schroef (aardingsdraad) d Printplaat ventilator binnenunit e Schroef schakelkast f Schakelkast 5 Koppel de stekkers van de ventilatormotor van de binnenunit, de motor van de zwenkklep, de motor van het zwenkrooster en de stroomunit los van de hoofdprintplaat van de binnenunit.
  • Pagina 217 Onderdelen c Schroef (aardingsdraad) d Plaat e Printplaat ventilator binnenunit f Schroef schakelkast g Schakelkast 3 Verwijder de schroef om de aardingsdraad los te koppelen van de achterzijde van de schakelkast. 4 Verwijder de schroef en verwijder de plaat van de warmtewisselaar van de binnenunit voor toegang tot de thermistor van de warmtewisselaar.
  • Pagina 218 Onderdelen a Voorrooster b 4 tabs c Schroeven met witte kop (accessoire) Voorpaneel weer aanbrengen CTXA15A en CTXA15B units 1 Bevestig het voorste paneel. 2 Lijn de as aan de rechterzijde uit met de sleuf in de as en plaats deze er helemaal in.
  • Pagina 219 Onderdelen b Schroef aardingsdraad c Thermistor warmtewisselaar d Printplaat binnenunit e Schroef schakelkast f Schakelkast 2 Leid de stekkers van de ventilatormotor van de binnenunit en de motoren van de zwenkkleppen in de schakelkast en sluit ze aan op de hoofdprintplaat van de binnenunit.
  • Pagina 220 Onderdelen Binnenunits voor vloermontage 1 Installeer de schakelkast op de juiste locatie op de binnenunit. a Voedingsklem X1M b Steun voedingsbedrading c Schroef (aardingsdraad) d Plaat e Printplaat ventilator binnenunit f Schroef schakelkast g Schakelkast 2 Leid de stekkers van de ventilatormotor van de binnenunit, motor van de zwenkklep, dempermotor, stroomunit...
  • Pagina 221 Onderdelen c Steun 3 Sluit het voorste paneel. 4 Duw het voorste paneel zachtjes omlaag totdat het vastklikt. ATXM20R en CTXM15R units 1 Installeer de filters weer. 2 Duw het voorste paneel zachtjes aan beide zijden en in het midden totdat het vastklikt.
  • Pagina 222 Onderdelen Pen 1 Pin3 2,921~3,568 V Pin3 Pen 1 Pen 1 Pen 2 0 V Pen 2 Pen 1 0 V Pin3 Pen 2 Pen 2 Pin3 2,921~3,568 V Zijn de gemeten waarden correct? Actie Ga door met de volgende stap. Vervang de R32-lekdetectiesensor, zie "4.19.2 Reparatieprocedures" [  222].
  • Pagina 223 Onderdelen 2 Leid de kabelboom van de R32-lekdetectiesensor uit ALLE bevestigingen van de kabelboom. 3 Maak de kabelboom van de dempermotor onderaan de R32-lekdetectiesensor los. 4 Verwijder de schroef van de R32-lekdetectiesensor. a Schroef b R32-lekdetectiesensor c Kabelboom dempermotor 5 Verwijder de volledige R32-lekdetectiesensor van de unit. 6 Om R32-lekdetectiesensor installeren,...
  • Pagina 224 Onderdelen 3 Bevestig de kabelboom van de dempermotor onder aan de R32- lekdetectiesensor. 4 Leid de kabelboom van de R32-lekdetectiesensor door ALLE betreffende bevestigingen voor de kabelboom naar de printplaat van het indicatielampje. 5 Sluit de stekker van de R32-lekdetectiesensor aan op de printplaat van het indicatielampje.
  • Pagina 225 Onderdelen A 2MXM40 + 2AMXM40 units B 2MXM50 + 2AMXM50 units a Reactor 3 Controleer de isolatieweerstand met een Megger-apparaat van 500 V DC. Zorg dat er geen aardlek is. Is de gemeten isolatieweerstand Actie correct? Ga door met de volgende stap. Vervang de reactor, zie "4.20.2 Reparatieprocedures" [  227].
  • Pagina 226 Onderdelen a Reactor L803 b Reactor L804 2 Verwijder de hoofdprintplaat, zie "Reparatieprocedures"  [   176]. De meetpunten van de reactor zijn ALLEEN te bereiken langs de achterzijde van de hoofdprintplaat. 3 Meet de weerstand van de reactor met een multimeter met lage weerstandswaarde.
  • Pagina 227 Onderdelen Meetpunten Weerstand c‑d 88,5~101,5 µH a L803 b L804 c Meetpunt d Meetpunt Is de inductantiemeting correct? Actie Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende stap. Vervang de reactor, zie "4.20.2 Reparatieprocedures" [  227]. 4.20.2 Reparatieprocedures Voor 2MXM40+50 + 2AMXM40+50 units Zie onderstaande procedures.
  • Pagina 228 Onderdelen A 2MXM40 + 2AMXM40 units B 2MXM50 + 2AMXM50 units a Reactor b Schroef 5 Voor installatie van de reactor, zie "4.20.2 Reparatieprocedures" [  227]. De reactor installeren 1 Installeer de reactor op de juiste plaats op de schakelkast. A 2MXM40 + 2AMXM40 units B 2MXM50 + 2AMXM50 units a Reactor b Schroef...
  • Pagina 229 Onderdelen Een mechanische controle van de magneetklep uitvoeren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Controleer visueel: ▪ Op oliedruppels rond de magneetklep. Zoek en los op indien nodig. ▪...
  • Pagina 230 Onderdelen INFORMATIE De magneetklep wordt geopend wanneer SLECHTS 1 binnenunit AAN is tijdens ontdooien. 8 Meet de spanning (voeding) op de aansluiting van de magneetklep op de printplaat. De gemeten spanning MOET als volgt zijn: ▪ 0 V AC wanneer de magneetklep dicht is ▪...
  • Pagina 231 Onderdelen Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure. 4.21.2 Reparatieprocedures De spoel van de magneetklep verwijderen Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT.
  • Pagina 232 Onderdelen 4 Vul het koelmiddelcircuit met stikstof. De druk van de stikstof MAG NIET hoger zijn dan 0,02 MPa. 5 Wikkel een natte doek rond de componenten in de buurt van de leidingen van de magneetklepbehuizing. Verwarm de soldeerpunten van de leidingen van de magneetklepbehuizing met een zuurstof-acetyleentoorts en verwijder de leidingen magneetklepbehuizing...
  • Pagina 233 Onderdelen a Behuizing magneetklep b Leiding VOORZICHTIG Bij oververhitting wordt de klep beschadigd of vernietigd. 7 Wanneer het solderen is voltooid, stopt u de toevoer van stikstof wanneer het onderdeel is afgekoeld. 8 Installeer de isolatie op de originele locatie op de olieretourklepleidingen (indien van toepassing).
  • Pagina 234 Onderdelen 4 Bevestig de kabelboom van de magneetklep met nieuwe kabelbinders. INFORMATIE Vervang alle kabelbinders die werden doorgeknipt tijdens het verwijderen. Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar "4.21.1 Controleprocedures" [  228] voor de magneetklep en ga door met de volgende procedure.
  • Pagina 235 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage ATXM20R + CTXM15R a Stekker stroomunit b Stroomunit A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Stekker stroomunit b Stroomunit 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B R32 Multi Split ESIE21-04D – 2023.02...
  • Pagina 236 Onderdelen A Binnenunit voor vloermontage a Stekker stroomunit b Stroomunit 2 Klik de stroomunit uit de binnenunit. 3 Voor installatie van de stroomunit, zie "4.22.2 Reparatieprocedures" [  234]. De stroomunit installeren 1 Installeer de stroomunit op de juiste locatie op de binnenunit. A Binnenunit voor wandmontage ATXM20R + CTXM15R a Stekker stroomunit b Stroomunit...
  • Pagina 237 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Stekker stroomunit b Stroomunit A Binnenunit voor vloermontage a Stekker stroomunit b Stroomunit 2 Sluit de kabelboom van de stroomunit aan op de stroomunit. Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure.
  • Pagina 238 Onderdelen 4.23 Motor zwenkklep 4.23.1 Motor hoofdzwenkklep Binnenunits voor wandmontage Controleprocedures Een elektrische controle van de motor van de zwenkklep uitvoeren ATXM20R + CTXM15R units Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen.
  • Pagina 239 Onderdelen 2 Meet de weerstand tussen de volgende pennen van de stekker van de motor. Resultaat: De meetwaarden MOETEN zijn zoals te zien in de onderstaande tabel. Pennen Gemeten weerstand (Ω) 353,4~406,6 653,6~866,4 Zijn de weerstandsmetingen van de Actie motor van de zwenkklep correct? Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure.
  • Pagina 240 Onderdelen Zijn de weerstandsmetingen van de Actie motor van de zwenkklep correct? Vervang de motor van de zwenkklep, zie "Reparatieprocedures" [  240]. Reparatieprocedures ATXM20R+CTXM-R units De motor van de zwenkklep verwijderen Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen.
  • Pagina 241 Onderdelen a Zwenkklep b Schroef (bevestiging motor zwenkklep) c Motor zwenkklep d Koppelstuk 3 Installeer en draai de schroef vast om de motor van de zwenkklep te bevestigen. 4 Installeer de zwenkklep. 5 Installeer motor zwenkrooster, "4.24.2 Reparatieprocedures" [  251]. 6 Installeer de schakelkast, zie "4.18 Plaatwerk" [  194].
  • Pagina 242 Onderdelen a Schroef b Tandwielkast motor zwenkklep 3 Koppel de kabelboom van de motor van de zwenkklep los van de motor van de zwenkklep. 4 Voor installatie van de tandwielkast van de motor van de zwenkklep, zie "Reparatieprocedures" [  240]. De tandwielkast van de motor van de zwenkklep installeren 1 Sluit de kabelboom van de motor van de zwenkklep aan op de stekker van de motor van de zwenkklep.
  • Pagina 243 Onderdelen Binnenunits voor vloermontage Controleprocedures Een elektrische controle van de motor van de zwenkklep uitvoeren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Koppel de stekker van de motor van de zwenkklep los van de hoofdprintplaat van de binnenunit.
  • Pagina 244 Onderdelen Pennen Gemeten weerstand (Ω) 706,8~813,2 Zijn de weerstandsmetingen van de Actie motor van de zwenkklep correct? Vervang de kabelboom van de motor van de zwenkklep, zie "Reparatieprocedures" [  244]. Vervang de motor van de zwenkklep, zie "Reparatieprocedures" [  244]. Reparatieprocedures De motor van de zwenkklep verwijderen Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface.
  • Pagina 245 Onderdelen 7 Voor installatie motor zwenkklep, "Reparatieprocedures" [  244]. De motor van de zwenkklep installeren 1 Installeer het koppelstuk op de motor van de zwenkklep. Installeer de veer om het koppelstuk te bevestigen. 2 Sluit de kabelboom aan op de motor van de zwenkklep. 3 Installeer de motor van de zwenkklep op de juiste locatie op de binnenunit.
  • Pagina 246 Onderdelen Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure. 4.23.2 Motor van de secundaire zwenkklep INFORMATIE ALLEEN voor CTXA15A en CTXA15B units. Controleprocedures Een elektrische controle van de motor van de zwenkklep uitvoeren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface.
  • Pagina 247 Onderdelen Reparatieprocedures INFORMATIE Om de motor te vervangen, MOET de volledige tandwielkast worden vervangen. Dit omvat de motor van de secundaire zwenkklep, motor van het zwenkrooster, tandwielen en kabelboom van de motor van de hoofd- en secundaire zwenkklep en motor van het zwenkrooster. De tandwielkast van de motor van de zwenkklep verwijderen Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface.
  • Pagina 248 Onderdelen a Schroef b Tandwielkast motor zwenkklep 9 Knip alle kabelbinders door waarmee de kabelboom is bevestigd (kabelboom naar motor van hoofd- en secundaire zwenkklep en motor van zwenkrooster). 10 Leid de kabelboom uit de bevestigingen van de kabelboom. 11 Koppel de stang van de motor van het zwenkrooster los van de as van het zwenkrooster.
  • Pagina 249 Onderdelen a Ventilatorbescherming b Stang motor zwenkrooster c Zwenkrooster 4 Draai de 3 schroeven vast om de motor van de zwenkklep te bevestigen. 5 Leid de kabelboom door de bevestigingen van de kabelboom. 6 Plaats indien nodig nieuwe kabelbinders om de kabelboom te bevestigen. 7 Sluit de aftapslang aan op de binnenunit.
  • Pagina 250 Onderdelen 1 Koppel de stekker van de motor van het zwenkrooster los van de hoofdprintplaat van de binnenunit. 2 Meet de weerstand tussen de volgende pennen van de stekker van de motor. Resultaat: De meetwaarden MOETEN zijn zoals te zien in de onderstaande tabel.
  • Pagina 251 Onderdelen Zijn de weerstandsmetingen van de Actie motor van het zwenkrooster correct? Vervang de kabelboom van de motor van het zwenkrooster, zie "4.24.2 Reparatieprocedures" [  251]. Vervang de motor van het zwenkrooster, zie "4.24.2 Reparatieprocedures" [  251]. CTXA15A en CTXA15B units Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT.
  • Pagina 252 Onderdelen Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Verwijder de schakelkast, zie "4.18 Plaatwerk" [  194]. 2 Plaats een kleine afvoerbak (of container) onder de aftapslang. 3 Verwijder de schroef van de bevestigingssteun en trek de aftapslang omlaag om deze van de binnenunit te verwijderen.
  • Pagina 253 Onderdelen a Stang b Koppelstuk c Schroef (bevestiging motor zwenkrooster) d Motor van het zwenkrooster 9 Verwijder de 2 schroeven waarmee de motor van het zwenkrooster is bevestigd aan de steun. 10 Verwijder de motor van het zwenkrooster. 11 Koppel de kabelboom los van de motor van het zwenkrooster. 12 Voor installatie motor...
  • Pagina 254 Onderdelen 6 Installeer de motor van het zwenkrooster op de juiste locatie op de binnenunit terwijl u de stang in de ruimte van het zwenkrooster leidt. 7 Plaats de 2 schroeven om de motor van het zwenkrooster te bevestigen. Draai de schroeven nog NIET vast.
  • Pagina 255 Onderdelen Is het probleem opgelost? Actie Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure. De kabelboom van de motor van het zwenkrooster verwijderen Aangezien de kabelboom van de motor van het zwenkrooster ook deel uitmaakt van de motor van de zwenkklep, verwijdert u de motor van de zwenkklep, zie "Reparatieprocedures" [  240].
  • Pagina 256 Onderdelen Is de thermistor correct geïnstalleerd Actie (thermisch contact tussen de thermistor en de leiding)? Voer een elektrische controle van de specifieke thermistor uit, zie "4.25.1 Controleprocedures" [  255]. Installeer de thermistor op de juiste manier, zie "4.25.2 Reparatieprocedures" [  265]. Elektrische controle van de specifieke thermistor uitvoeren 1 Voer eerst een mechanische controle van de thermistor uit, zie "4.25.1 Controleprocedures" [  255].
  • Pagina 257 Onderdelen Buitenunits 2MXM50 + 2AMXM50 Naam Symbool Locatie Stekker Tussenligge Referen (printplaat) (pennen) nde stekker (pennen) (tabel) Luchtthermi Hoofd (O/U) S90:1‑2 stor Thermistor Hoofd (O/U) S90:3‑4 warmtewiss elaar Thermistor Hoofd (O/U) S90:5‑6 afvoerleidin Thermistor Hoofd (O/U) S91:1‑2 X16A:1‑2 koelmiddelv loeistof – Ruimte A Thermistor Hoofd (O/U) S91:3‑4...
  • Pagina 258 Onderdelen Naam Symbool Locatie Stekker Tussenligge Referen (printplaat) (pennen) nde stekker (pennen) (tabel) Thermistor Hoofd (O/U) S92:1‑2 koelmiddelg as – Ruimte Thermistor R10T Hoofd (O/U) S92:3‑4 koelmiddelg as – Ruimte Buitenunits 3MXM + 3AMXM Naam Symbool Locatie Stekker Tussenligge Referen (printplaat) (pennen) nde stekker...
  • Pagina 259 Onderdelen Buitenunits 4MXM Naam Symbool Locatie Stekker Tussenligge Referen (printplaat) (pennen) nde stekker (pennen) (tabel) Luchtthermi Hoofd (O/U) S90:1‑2 stor Thermistor Hoofd (O/U) S90:3‑4 warmtewiss elaar Thermistor Hoofd (O/U) S90:5‑6 afvoerleidin Thermistor Hoofd (O/U) S93:1‑2 koelmiddelv loeistof – Ruimte A Thermistor Hoofd (O/U) S93:3‑4 koelmiddelv...
  • Pagina 260 Onderdelen Buitenunits 5MXM Naam Symbool Locatie Stekker Tussenligge Referen (printplaat) (pennen) nde stekker (pennen) (tabel) Luchtthermi Hoofd (O/U) S90:1‑2 stor Thermistor Hoofd (O/U) S90:3‑4 warmtewiss elaar Thermistor Hoofd (O/U) S90:5‑6 afvoerleidin Thermistor Hoofd (O/U) S93:1‑2 koelmiddelv loeistof – Ruimte A Thermistor Hoofd (O/U) S93:3‑4 koelmiddelv...
  • Pagina 261 Onderdelen Naam Symbool Locatie Stekker Tussenligge Referen (printplaat) (pennen) nde stekker (pennen) (tabel) Thermistor R13T Hoofd (O/U) S92:9‑10 koelmiddelg as – Ruimte Binnenunits voor wandmontage ATXM20R + CTXM15R Naam Symbool Locatie Stekker Tussenligge Referen (printplaat) (pennen) nde stekker (pennen) (tabel) Thermistor Displayprint S800:5‑11...
  • Pagina 262 Onderdelen Naam Symbool Locatie Stekker Tussenligge Referen (printplaat) (pennen) nde stekker (pennen) (tabel) Thermistor Printplaat S600 CN op A5P vochtigheid vochtigheid ssensor A5P hoofdprintp laat (I/U) 4 Bepaal de weerstand van de thermistor die overeenkomt met de gemeten temperatuur. Thermistor – Tabel A T °C kΩ...
  • Pagina 263 Onderdelen T °C kΩ T °C kΩ T °C kΩ T °C kΩ 106,03 23,91 6,91 100,41 22,85 6,65 95,14 21,85 6,41 90,17 20,90 6,65 85,49 20,00 6,41 81,08 19,14 6,18 76,93 18,32 5,95 73,01 17,54 5,74 69,32 16,80 5,14 65,84 16,10 4,87...
  • Pagina 264 Onderdelen INFORMATIE Alle thermistors hebben een tolerantie van 3% voor de weerstand. INFORMATIE Via de gebruikersinterface kunnen de thermistors meestal opgevolgd worden. Als de gemeten weerstand overeenkomt met de weerstand die bepaald werd via de gemeten temperatuur, maar de temperatuur voor de overeenkomstige thermistor NIET correct is op het scherm van de gebruikersinterface, vervangt u de betreffende printplaat.
  • Pagina 265 Onderdelen 4.25.2 Reparatieprocedures De thermistor verwijderen Thermistor lucht (kamer) binnenunit BINNENUNITS VOOR WANDMONTAGE ATXM20R + CTXM15R Aangezien de thermistor lucht (kamer) van de binnenunit zich op de displayprintplaat bevindt, verwijdert u de displayprintplaat zoals beschreven in de onderstaande stappen: Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT.
  • Pagina 266 Onderdelen 2 Verwijder de thermistor als volgt: ▪ Voor (omgevings)luchtthermistor buitenunit: Verwijder de thermistor van de uitsparing van het rooster van de warmtewisselaar. Verwijder de beschermbuis. ▪ Voor thermistors van koelmiddelleidingen: - Knip de kabelbinders door waarmee de isolatie en de draad van de thermistor bevestigd zijn.
  • Pagina 267 Onderdelen INFORMATIE Zie het overzicht van de thermistors aan het begin van de elektrische controleprocedure en het "7.2  Bedradingsschema"  [   301] om te bepalen of de specifieke thermistor: ▪ Rechtstreeks aangesloten is op de printplaat ▪ Aangesloten is op een tussenliggende stekker die aangesloten is op de printplaat 4 Als deze aangesloten is op een tussenliggende stekker, koppel de stekker van de thermistor dan los van de tussenliggende stekker.
  • Pagina 268 Onderdelen a Displayprintplaat b Paneel indicatielampjes 3 Installeer het paneel van de indicatielampjes op de juiste locatie op de binnenunit. 4 Installeer het displaypaneel. BINNENUNITS VOOR WANDMONTAGE CTXA15A + CTXA15B Aangezien de thermistor lucht (kamer) van de binnenunit zich op de printplaat van de vochtigheidssensor.
  • Pagina 269 Onderdelen a Klem b Thermistor c Houder thermistor d Isolatie e Draad thermistor f Kabelbinder INFORMATIE Zie het overzicht van de thermistors aan het begin van de elektrische controleprocedure en het "7.2  Bedradingsschema"  [   301] om te bepalen of de specifieke thermistor: ▪...
  • Pagina 270 Onderdelen INFORMATIE Sommige thermistors zijn aangesloten op dezelfde stekker. Zie informatie over stekkers en pennen van de thermistors aan het begin van de elektrische controleprocedure en "7.2 Bedradingsschema" [  301]. Vervang ALTIJD een volledige set thermistors die aangesloten zijn op dezelfde stekker. 4 Bij het installeren van een volledige set thermistors die aangesloten zijn op dezelfde stekker: ▪...
  • Pagina 271 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage ATXM20R + CTXM15R a Wifi-besturingsprintplaat A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Wifi-besturingsprintplaat A Binnenunit voor vloermontage a Wifi-besturingsprintplaat Is de gemeten voedingsspanning Actie correct? Sla de volgende stap over. Ga door met de volgende stap. 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B...
  • Pagina 272 Onderdelen 4 Meet de uitgangsspanning tussen pen 4-5 op stekker S801 op de hoofdprintplaat van de binnenunit. Resultaat: De gemeten spanning MOET 10~16 V DC zijn. Is de uitgangsspanning op de Actie hoofdprintplaat van de binnenunit correct? Vervang de kabelboom van de wifi- besturingsprintplaat, zie "4.26.2 Reparatieprocedures" [  272].
  • Pagina 273 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Wifi-besturingsprintplaat A Binnenunit voor vloermontage a Wifi-besturingsprintplaat 3 Voor installatie wifi-besturingsprintplaat, "4.26.2 Reparatieprocedures" [  272]. De wifi-besturingsprintplaat installeren 1 Klik de wifi-besturingsprintplaat op de binnenunit. A Binnenunit voor wandmontage ATXM20R + CTXM15R a Wifi-besturingsprintplaat 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B...
  • Pagina 274 Onderdelen A Binnenunit voor wandmontage CTXA15A + CTXA15B a Wifi-besturingsprintplaat A Binnenunit voor vloermontage a Wifi-besturingsprintplaat 2 Sluit de kabelboom aan op de wifi-besturingsprintplaat. Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure.
  • Pagina 275 Onderdelen 5 Voor installatie van de kabelboom van de wifi-besturingsprintplaat, zie "4.26.2 Reparatieprocedures" [  272]. De kabelboom van de wifi-besturingsprintplaat installeren 1 Sluit de stekker van de kabelboom aan op de hoofdprintplaat van de binnenunit. WAARSCHUWING Oefen GEEN kracht uit bij het aansluiten van een stekker op de printplaat en zorg dat deze op de juiste plaats wordt aangesloten, om de stekker of de stekkerpennen van de printplaat niet te beschadigen.
  • Pagina 276 Externe onderdelen 5 Externe onderdelen 5.1 Elektrisch circuit 5.1.1 Controleprocedures De voeding van de unit controleren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface. Vereiste: Zet de betreffende stroomonderbreker UIT. Vereiste: Zie "4.18 Plaatwerk" [  194] om de vereiste panelen te verwijderen. 1 Voor 2MXM40+50 en 2AMXM40+50 units: Controleer dat de voedingskabels en de aardingsaansluiting stevig zijn aangesloten op voedingsklem X2M.
  • Pagina 277 Externe onderdelen Is de gemeten spanning (voeding) Actie correct? Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure. Ga door met de volgende stap. 6 Controleer de voeding naar de unit, zie "5.1.1 Controleprocedures" [  276].
  • Pagina 278 Externe onderdelen 2 Pas de voeding aan tot 50 Hz ± 3%. Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure. De bedrading van de hoofdklem van de voeding naar de voedingsklem van de binnenunit corrigeren Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface.
  • Pagina 279 Externe onderdelen A 2MXM40+50 + 2AMXM40+50 units B 2MXM68 + 3MXM + 3AMXM + 4MXM + 5MXM units a Afsluitkraan vloeistof b Afsluitkraan gas 2 Controleer of de afsluitkranen volledig open zijn. Zijn de afsluitkranen van het Actie koelmiddelcircuit open? Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure.
  • Pagina 280 Externe onderdelen INFORMATIE Focus op posities met een groot risico op verstopping, zoals: ▪ Filters ▪ Kleppen ▪ Soldeerpunten ▪ … INFORMATIE Een grotere temperatuurdaling voor en na de expansieklep kan normaal zijn. Overmatige ijsvorming wijst echter op een storing van de expansieklep of een interne verstopping van de klep (ophoping van vuil of ijs in geval van vocht in het systeem).
  • Pagina 281 Externe onderdelen INFORMATIE Focus op posities met een groot risico op verstopping, zoals: ▪ Filters ▪ Kleppen ▪ Soldeerpunten ▪ … INFORMATIE Een grotere temperatuurdaling voor en na de expansieklep kan normaal zijn. Overmatige ijsvorming wijst echter op een storing van de expansieklep of een interne verstopping van de klep (ophoping van vuil of ijs in geval van vocht in het systeem).
  • Pagina 282 Externe onderdelen Verwarmen De elektronische expansieklep wordt gesloten omwille van de overbelastingsregeling. Frequentie wordt minimaal. (Hoge druk wordt op een constant Hoge druk niveau gehouden.) Hoge druk daalt of stijgt onmiddellijk nadat de Lage druk overbelastingsregeling is voltooid. Lage druk stijgt omwille van lagere frequentie.
  • Pagina 283 Externe onderdelen De elektronische expansieklep wordt steeds meer geopend. De elektronische expansieklep wordt helemaal geopend en de frequentie stijgt. Regeling condensatie afvoerleiding of lage druk. Frequentie wordt Hoge druk minimaal. (Hoge druk wordt op een constant niveau gehouden.) Lage druk Frequentie Om de lage druk te behouden, stijgt Frequentie daalt omwille...
  • Pagina 284 Externe onderdelen Is de druk in het koelmiddelcircuit Actie correct? Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure. Vervang het onderdeel met het lek in het koelmiddelcircuit, zie "5.2.2 Reparatieprocedures" [  284]. Controleren of de koelmiddelleidingen ter plaatse aan de voorschriften voldoen 1 Controleren of de koelmiddelleidingen ter plaatse aan de voorschriften voldoen Pas aan indien nodig.
  • Pagina 285 Externe onderdelen Het onderdeel met de verstopping/het lek in het koelmiddelcircuit vervangen 1 Zie de juiste procedure voor het te repareren onderdeel. Zie ook "Informatie over reparatie" [  286] voor meer details. Is het probleem opgelost? Actie Geen verdere actie vereist. Ga terug naar problemen oplossen voor de specifieke fout en ga door met de volgende procedure.
  • Pagina 286 Externe onderdelen A 2MXM68 + 3MXM + 3AMXM + 4MXM + 5MXM units a Vacuümpomp b Flexibele slang aansluiten op serviceaansluiting c Naar aftappomp L Lage druk H Hoge druk V Vacuüm R Koelmiddel 4 Voor het bijvullen van koelmiddel, zie "5.2.2 Reparatieprocedures" [  284].
  • Pagina 287 Externe onderdelen ▪ Zorg dat de juiste hoeveelheid koelmiddel wordt gevuld na de reparatie, op basis van het label met de voorschriften voor F-gas op de unit (fabriek + aanvullend indien nodig). ▪ Gebruik de juiste uitrusting en gereedschap op basis van het koelmiddel en het type unit.
  • Pagina 288 Externe onderdelen Koelmiddelleidingen repareren ▪ Bedek de uiteinden van open leidingen tijdens reparaties, zodat er geen stof of vocht in kan komen. ▪ Breng de tijdens de reparatie verwijderde isolatie achteraf weer aan. ▪ Uitzetting van leidingen / flens maken: Verwijder eventuele bramen op het afgeknipte oppervlak met het juiste gereedschap, zoals een frees of schraper (door overmatig ontbramen kunnen de wanden van de leiding dunner worden en kan de leiding barsten).
  • Pagina 289 Externe onderdelen Druk (absoluut) Kookpunt Micron / Torr Mbar / Pa °C 10000 / 10 13 / 1333 2000 / 2 2,6 / 266 1000 / 1 1,33 / 133 500 / 0,5 0,66 / 66 5.3 Externe factoren 5.3.1 Controleprocedures De buitentemperatuur controleren 1 Het temperatuurbereik voor de verschillende werkingsmodi van de unit is te vinden in het gegevensboek op de Bedrijfsportal.
  • Pagina 290 Behalve onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk, staat er ook een controlelijst algemeen onderhoud/algemene inspectie op het Daikin Business Portal (aanmelden vereist). De controlelijst algemeen onderhoud/algemene inspectie is een aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en sjabloon voor rapportering bij het onderhoud.
  • Pagina 291 Onderhoud 6.3 De warmtewisselaar van de binnenunit reinigen in extreme omstandigheden Zorg bij het reinigen van de warmtewisselaar van de binnenunit (verontreinigd met bakolie, ...) voor het volgende: ▪ Gebruik het juiste ter plaatse geleverde reinigingsmiddel dat geschikt is voor het reinigen van warmtewisselaars en afvoerbakken.
  • Pagina 292 Onderhoud 1 Reinig met een zachte doek. Als vlekken moeilijk te verwijderen zijn, gebruik dan water of neutraal reinigingsmiddel. 6.5 Voorpaneel schoonmaken Units voor vloermontage WAARSCHUWING Laat de binnenunit NIET nat worden. Mogelijk gevolg: Elektrische schokken of brand. OPMERKING ▪ Gebruik GEEN benzine, benzeen, verdunner, schuurpoeder of vloeibaar insecticide.
  • Pagina 293 Onderhoud Units voor wandmontage 1 Maak het voorpaneel schoon met een zachte doek. Gebruik water of een neutraal schoonmaakmiddel voor moeilijk te verwijderen vlekken. 6.6 Luchtfilters reinigen Units voor vloermontage ▪ VERWIJDER HET FILTER 1 Verwijder het voorste paneel, zie "4.18 Plaatwerk" [  194].
  • Pagina 294 Onderhoud 1 Was het luchtfilter met water of maak het schoon met een stofzuiger. INFORMATIE ▪ Als het stof NIET gemakkelijk kan worden verwijderd, was de filters met lauw water met een verdund neutraal schoonmaakmiddel. Laat de luchtfilters drogen in de schaduw. ▪...
  • Pagina 295 Onderhoud 2 Trek de luchtfilters eruit. 3 Verwijder het titanium apatiet geurverdrijvend filter en het zilverdeeltjesfilter uit de lipjes. 4 Spoel de luchtfilters met water of reinig ze met een stofzuiger. 5 Laat circa 10 tot 15 minuten weken in lauw water. INFORMATIE ▪...
  • Pagina 296 Onderhoud 3 Spoel de luchtfilters met water of reinig ze met een stofzuiger. 4 Laat circa 10 tot 15 minuten weken in lauw water. INFORMATIE ▪ Als het stof NIET gemakkelijk kan worden verwijderd, was de filters met lauw water met een verdund neutraal schoonmaakmiddel. Laat de luchtfilters drogen in de schaduw.
  • Pagina 297 Onderhoud 1 Verwijder het titanium apatiet geurverdrijvend filter en het luchtzuiverend en allergeen verwijderend filter met zilver uit de 4 klauwen. a Klauw 2 Verwijder het stof met een stofzuiger uit het filter. 3 Laat het filter 10 tot 15 minuten weken in warm water. Opmerking: Verwijder het filter NIET uit het frame.
  • Pagina 298 Onderhoud 6.8 Het titanium apatiet geurverdrijvend filter en het zilverdeeltjesfilter (Ag-ion-filter) vervangen INFORMATIE Vervang het filter om de 3 jaar. Neem contact op met uw verdeler om titanium apatiet geurverdrijvend filter of zilverdeeltjesfilters te bestellen. Item Onderdeelnummer Titanium geurverdrijvend filter KAF970A46 Zilverdeeltjesfilter KAF057A41...
  • Pagina 299 Onderhoud CTXA15A en CTXA15B units 1 Verwijder het filter uit de lipjes van het filterframe en vervang het filter door een nieuw. INFORMATIE ▪ Gooi het filterframe NIET weg; hergebruik het. ▪ Gooi het oude filter weg bij het niet-brandbaar afval. ATXM20R en CTXM15R units 1 Verwijder het filter uit de lipjes en bereid een nieuw filter voor.
  • Pagina 300 Technische gegevens 7 Technische gegevens 7.1 Gedetailleerde informatie instelmodus 7.1.1 Gedetailleerde informatie instelmodus: Binnenunit Raadpleeg de referentiehandleiding voor installatie op de bedrijfsportal voor meer informatie. 7.1.2 Gedetailleerde informatie instelmodus: Buitenunit Raadpleeg de referentiehandleiding voor installatie op de bedrijfsportal voor meer informatie.
  • Pagina 301 Technische gegevens 7.2 Bedradingsschema 7.2.1 Bedradingsschema: Binnenunit Legenda algemeen bedradingsschema Voor gebruikte onderdelen en nummering, zie het bedradingsschema op de unit. De onderdelen zijn genummerd met Arabische cijfers in oplopende volgorde en wordt in het overzicht hieronder aangegeven door "*" in de onderdeelcode. Symbool Betekenis Symbool...
  • Pagina 302 Technische gegevens Symbool Betekenis Verwarming FU*, F*U, (voor kenmerken, zie Zekering printplaat in uw unit) Connector (randaarding) Kabelboom H*P, LED*, V*L Controlelamp, led Led (servicemonitor groen) HIGH VOLTAGE Hoogspanning Intelligent eye sensor IPM* Intelligente voedingsmodule K*R, KCR, KFR, KHuR, K*M Magneetrelais Stroomvoerend Spoel...
  • Pagina 303 Technische gegevens Symbool Betekenis Vlotterschakelaar S*NG Koelmiddellekdetector S*NPH Druksensor (hoog) S*NPL Druksensor (laag) S*PH, HPS* Drukschakelaar (hoog) S*PL Drukschakelaar (laag) Thermostaat S*RH Vochtigheidssensor S*W, SW* Bedrijfsschakelaar SA*, F1S Spanningsbeveiliging SR*, WLU Signaalontvanger Keuzeschakelaar SHEET METAL Klemmenstrook vaste plaat Transformator TC, TRC Zender V*, R*V Varistor...
  • Pagina 304 Technische gegevens ATXM20R + CTXM15R INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. STREAMER UNIT STREAMER PART INDOOR UNIT...
  • Pagina 305 Technische gegevens CTXA15A en CTXA15B units INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. Streamer unit Streamer part MS W...
  • Pagina 306 Technische gegevens CVXM-A INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. S101 Wireless remote controller C101...
  • Pagina 307 Technische gegevens 3D129863-1A 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B R32 Multi Split ESIE21-04D – 2023.02...
  • Pagina 308 Technische gegevens 7.2.2 Bedradingsschema: Buitenunit Legenda algemeen bedradingsschema Voor gebruikte onderdelen en nummering, zie het bedradingsschema op de unit. De onderdelen zijn genummerd met Arabische cijfers in oplopende volgorde en wordt in het overzicht hieronder aangegeven door "*" in de onderdeelcode. Symbool Betekenis Symbool...
  • Pagina 309 Technische gegevens Symbool Betekenis FU*, F*U, (voor kenmerken, zie Zekering printplaat in uw unit) Connector (randaarding) Kabelboom H*P, LED*, V*L Controlelamp, led Led (servicemonitor groen) HIGH VOLTAGE Hoogspanning Intelligent eye sensor IPM* Intelligente voedingsmodule K*R, KCR, KFR, KHuR, K*M Magneetrelais Stroomvoerend Spoel Reactievat...
  • Pagina 310 Technische gegevens Symbool Betekenis S*NG Koelmiddellekdetector S*NPH Druksensor (hoog) S*NPL Druksensor (laag) S*PH, HPS* Drukschakelaar (hoog) S*PL Drukschakelaar (laag) Thermostaat S*RH Vochtigheidssensor S*W, SW* Bedrijfsschakelaar SA*, F1S Spanningsbeveiliging SR*, WLU Signaalontvanger Keuzeschakelaar SHEET METAL Klemmenstrook vaste plaat Transformator TC, TRC Zender V*, R*V Varistor...
  • Pagina 311 Technische gegevens 2MXM40, 2AMXM40 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. Room Room Power supply t°...
  • Pagina 312 Technische gegevens 2MXM50, 2AMXM50 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. Room Room Power supply t°...
  • Pagina 313 Technische gegevens 2MXM68 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. Sheet metal GRN/YLW MS M1C Power supply...
  • Pagina 314 Technische gegevens 3MXM68 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. Sheet metal GRN/YLW MS M1C Power supply...
  • Pagina 315 Technische gegevens 5MXM90 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. Sheet metal GRN/YLW Power supply MS M1C...
  • Pagina 316 Technische gegevens 7.3 Schema van de leidingen 7.3.1 Leidingschema: Binnenunit ATXM20R + CTXM15R INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens.
  • Pagina 317 Technische gegevens CTXA15A + CTXA15B INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. a Lokaal leidingwerk (vloeistof: Ø6,4 mm flare-aansluiting) b Lokaal leidingwerk (gas: Ø9,5 mm flare-aansluiting) c Ventilator kruisstroom...
  • Pagina 318 Technische gegevens CVXM-A INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. 4.0CuT 5.0CuT 4.0CuT 5.0CuT 4.0CuT...
  • Pagina 319 Technische gegevens 7.3.2 Leidingschema: Buitenunit Classificatie PED-categorie component: ▪ Hogedrukschakelaars: categorie IV ▪ Compressor: categorie II ▪ Accumulator: 4MXM80, 5MXM90 categorie II, overige modellen categorie I ▪ Overige componenten: zie PED artikel 4, paragraaf 3 OPMERKING Wanneer de hogedrukschakelaar is geactiveerd, MOET hij door een bevoegde persoon worden gereset.
  • Pagina 320 Technische gegevens 2MXM50, 2AMXM50 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. 7.9CuT 6.4CuT 6.4CuT (6.4CuT)
  • Pagina 321 Technische gegevens 2MXM68 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. 7.9CuT 7.9CuT 6.4CuT 7.9CuT (6.4CuT)
  • Pagina 322 Technische gegevens 3MXM40, 3MXM52, 3AMXM52 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. 7.9CuT 7.9CuT 6.4CuT...
  • Pagina 323 Technische gegevens 3MXM68 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. 7.9CuT 7.9CuT 6.4CuT (6.4CuT) 7.9CuT...
  • Pagina 324 Technische gegevens 4MXM68 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. 7.9CuT 7.9CuT 6.4CuT 7.9CuT (6.4CuT)
  • Pagina 325 Technische gegevens 4MXM80 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. 7.9CuT 7.9CuT 7.9CuT 6.4CuT 9.5CuT...
  • Pagina 326 Technische gegevens 5MXM90 INFORMATIE De schema’s in deze handleiding kunnen onnauwkeurig zijn omwille van wijzigingen/ aanpassingen aan de unit. De juiste schema’s worden bij de unit geleverd en zijn ook te vinden in het boekje met technische gegevens. 7.9CuT 7.9CuT 7.9CuT 6.4CuT 9.5CuT...
  • Pagina 327 Technische gegevens 7.4 Overzicht onderdelen 7.4.1 Overzicht onderdelen: Buitenunit 2MXM40 + 2AMXM40 a Warmtewisselaar (met luchtthermistor R1T) m Reactor b Demper met filter n Hoofdprintplaat A1P c Thermistor warmtewisselaar R2T o Voedingsklem X1M d Demper p Voedingsklem X2M e Afsluitkraan met serviceaansluiting (gas – Ruimte B) q Vierwegklep Y1S f Afsluitkraan (vloeistof - Ruimte B) r Thermistor koelmiddelvloeistof (Ruimte A) R5T...
  • Pagina 328 Technische gegevens 2MXM50 + 2AMXM50 a Warmtewisselaar (met luchtthermistor R1T) m Reactor b Vierwegklep Y1S n Hoofdprintplaat A1P c Thermistor warmtewisselaar R2T o Hogedrukschakelaar S1PH d Demper p Voedingsklem X1M e Afsluitkraan met serviceaansluiting (gas – Ruimte B) q Voedingsklem X2M f Afsluitkraan (vloeistof - Ruimte B) r Thermistor koelmiddelvloeistof (Ruimte A) R5T g Afsluitkraan met serviceaansluiting (gas –...
  • Pagina 329 Technische gegevens 2MXM68 + 3MXM68 + 4MXM + 5MXM INFORMATIE Overzicht onderdelen van 2MXM68 units afgebeeld. Voor andere units kunnen de onderdelen er enigszins anders uitzien, maar de locatie ervan is hetzelfde. 3MXM68 4MXM 5MXM 2MXM68 a Serviceprintplaat q Ventilator b Voedingsklemmen (X1M~X6M afhankelijk van de r Expansieklep (Ruimte A) Y1E unit)
  • Pagina 330 Technische gegevens 3MXM40 + 3MXM52 + 3AMXM52 a Serviceprintplaat n Thermistor koelmiddelvloeistof (Ruimte A) R4T b Voedingsklemmen (X1M~X4M) o Thermistor koelmiddelgas (Ruimte A) R9T c Warmtewisselaar (met luchtthermistor R1T) p Expansieklep (Ruimte B) Y2E d Thermistor warmtewisselaar R2T q Thermistor koelmiddelvloeistof (Ruimte B) R5T e Accumulator r Thermistor koelmiddelgas (Ruimte B) R10T f Afsluitkraan met serviceaansluiting (vloeistof)
  • Pagina 331 Technische gegevens 7.4.2 Overzicht onderdelen: Binnenunit voor wandmontage ATXM20R + CTXM15R a Warmtewisselaar h Displayprintplaat A3P b Stroomunit i Zwenkklep c Hoofdprintplaat A1P binnenunit j Ventilator d Schakelkast k Thermistor warmtewisselaar R2T e Voedingsprintplaat binnenunit A2P l Ventilatormotor binnenunit M1F f Wifi-besturingsprintplaat A6P m Motor van het zwenkrooster M1S g Printplaat intelligente oogsensor (printplaat A5P)
  • Pagina 332 Technische gegevens CTXA15A + CTXA15B a Warmtewisselaar i Stroomunit b Motor voorste paneel j Printplaat binnenunit c Thermistor warmtewisselaar R1T k Schakelkast d Ventilatormotor l Wifi-besturingsprintplaat e Motor van het zwenkrooster m Printplaat vochtigheidssensor (inclusief thermistor kamer R2T) f Motor van de secundaire zwenkklep n Intelligente warmtesensor g Hoofdzwenkklep o Zwenkrooster...
  • Pagina 333 Technische gegevens 7.4.3 Overzicht onderdelen: Binnenunit voor vloermontage CVXM-A a Warmtewisselaar j Serviceprintplaat A4P b Stroomunit k Voedingsprintplaat binnenunit A2P c Zwenkklep l Vochtigheidssensor (printplaat A5P) d Bovenste luchtuitlaat m Thermistor warmtewisselaar R1T e Motor zwenkklep M1S n R32-lekdetectiesensor (ALLEEN voor CVXM-A9) f Displayprintplaat A3P o Aftapslang g Wifi-besturingsprintplaat A6P...
  • Pagina 334 Technische gegevens 7.5 Informatierapport storing Zie volgende pagina. 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding +CVXM20A+CTXA15A+CTXA15B R32 Multi Split ESIE21-04D – 2023.02...
  • Pagina 335 Neem contact op met uw verdeler als er een probleem is met de unit dat niet kan worden opgelost aan de hand van de inhoud van deze servicehandleiding of als u een probleem hebt dat kon worden opgelost maar waarvan de fabrikant op de hoogte moet zijn.
  • Pagina 336 Informatie toepassing Toepassing (woning, appartement, kantoor, ...): Nieuw project of verbouwing: Warmtebronnen (radiatoren / vloerverwarming / ventilatorluchtkoelers / ...): Hydraulische lay-out (eenvoudig schema): Informatie over unit / installatie Modelnaam: Serienummer: Datum van installatie / inbedrijfstelling: Softwareversie hydro-printplaat A1P Softwareversie hydro-printplaat A5P Softwareversie gebruikersinterface: Softwareversie printplaat buiten: Minimaal watervolume:...
  • Pagina 337 Technische gegevens 7.6 Servicegereedschap 1 Raadpleeg de Daikin Business Portal (verificatie vereist) voor een overzicht van het beschikbare servicegereedschap: 2 Ga naar het tabblad After-sales support in het navigatievenster links en selecteer Technical support. 3 Klik op de knop Service tools. U krijgt een overzicht van het beschikbare servicegereedschap voor de verschillende producten te zien.
  • Pagina 338 Technische gegevens 7.7 Instellingen 7.7.1 Lokale instellingen: Binnenunit Modus alleen verwarmen regelen Vereiste: Stop de werking van de unit. 1 Druk tegelijk op 2 Druk op 3 Selecteer SU. 4 Druk op om te bevestigen. 5 Druk op 6 Selecteer 19. 7 Druk op om te bevestigen.
  • Pagina 339 Technische gegevens ▪ 0 = –2,0°C ▪ 1 = –1,0°C ▪ 2 = 0°C (fabrieksinstelling) ▪ 3 = +1,0°C ▪ 4 = +2,0°C 10 Druk op om te bevestigen. De ventilator van de binnenunit regelen tijdens thermostaat uit bij koelen Units voor wandmontage 1 Druk tegelijk op 2 Druk op...
  • Pagina 340 Technische gegevens Automatisch herstarten van AAN naar UIT zetten INFORMATIE Na een stroompanne start de unit automatisch opnieuw (standaardinstelling). Het is mogelijk om automatisch herstarten UIT te schakelen. Bijvoorbeeld: na een lange stroompanne moeten de generatoren worden opgestart. Aangezien de energie beperkt is en de airconditioners GEEN prioriteit zijn, is het aanbevolen automatisch herstarten UIT te zetten.
  • Pagina 341 Technische gegevens 7.7.2 Lokale instellingen: Buitenunit Instellingen DIP-switch INFORMATIE ALLEEN voor 2MXM68 + 3MXM + 3AMXM + 4MXM + 5MXM units. ON AAN OFF UIT a SW1 b SW3 c J_DP overbrugging d Keuzeschakelaar koelen/verwarmen e SW4 f SW5 g SW6 Gedwongen werking.
  • Pagina 342 Technische gegevens Instelling prioriteit kamer. De binnenunit waarvoor de instelling prioriteit kamer geldt, heeft prioriteit in de volgende situaties: 1. Prioriteit bedrijfsmodus De bedrijfsmodus van de binnenunit die is ingesteld voor instelling prioriteit kamer heeft prioriteit. Als de ingestelde binnenunit werkt, werken alle andere binnenunits NIET en gaan deze in stand-bymodus, op basis van de bedrijfsmodus van de ingestelde binnenunit.
  • Pagina 343 Technische gegevens Overbru Lokale instelling gging Maximale geluidsniveaus reduceren (ALLEEN voor 2MXM-N9 en 2AMXM-M9 units) Instelling koude regio voor wijziging ontdooien Instelling stille modus voor ‘s nachts Instelling verbod op ecomodus Wordt niet gebruikt Instelling koude regio voor hoger maximaal Hz bij lage omgevingstemperatuur 2(A)MXM40~68+3(A)MXM+4MXM+5MXM+ATXM20R+CTXM15R Servicehandleiding...
  • Pagina 344 Technische gegevens Controleren op bedradingsfouten INFORMATIE ALLEEN voor 2MXM68 + 3MXM + 3AMXM + 4MXM + 5MXM units. Door een controle op bedradingsfouten uit te voeren, kan een bedradingsfout automatisch worden gecorrigeerd. Druk kort op de schakelaar voor controle op bedradingsfouten SW3 op de serviceprintplaat van de buitenunit om de controle op bedradingsfouten te starten.
  • Pagina 345 Technische gegevens Vergrendeling koelmodus instellen INFORMATIE ALLEEN voor 2MXM68 + 3MXM + 3AMXM + 4MXM + 5MXM units. Maak kortsluiting op pennen 3 en 5 van stekker S15 om de unit in te stellen op ALLEEN koelen. a Stekker S15: pennen 3 en 5 De volgende specificaties gelden voor de behuizing en pennen van de stekker: ▪...
  • Pagina 346 Technische gegevens Maximale geluidsniveaus beperken 2MXM-N9 + 2AMXM-M9 + 2MXM40+50A units Als het geluidsniveau NIET voldoet aan de lokale voorschriften (bijv. in Nederland) kan het maximale geluidsniveau worden beperkt door overbrugging J8 op de hoofdprintplaat van de buitenunit door te knippen. Vereiste: Stop de unit via de gebruikersinterface.
  • Pagina 347 Technische gegevens Als deze lokale instelling is uitgevoerd, is het maximale geluidsniveau 3 dB lager dan het maximale geluidsniveau bij normale werking ‘s nachts (unit zonder deze lokale instelling en met stille modus buitenunit geactiveerd). Wanneer deze lokale instelling dus is uitgevoerd op de unit, hoeft de stille werking van de buitenunit NIET te worden geactiveerd om aan de lokale voorschriften te voldoen.
  • Pagina 348 Technische gegevens 3MXM68A Lokale Reductie geluidsniveau Te gebruiken instelling bij... 2MXM68A + 3MXM-N7 3MXM40+52A 3MXM68A Zet schakelaar 2 dB 1 dB 1 dB Overdag SW6-2 AAN Schakelaar 1 dB 1 dB 2 dB ‘s Nachts SW6-2 + ECONO-modus geactiveerd via afstandsbedien Als deze lokale instelling is uitgevoerd, is het maximale geluidsniveau 1 dB lager dan het maximale geluidsniveau bij normale werking ‘s nachts (unit zonder deze lokale instelling en met stille modus buitenunit geactiveerd).
  • Pagina 352 ESIE21-04D 2023.02 Verantwortung für Energie und Umwelt...