20
|
Elektrische installatie
20.1.4 Over het voldoen aan de normen inzake elektriciteit
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
122
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen:
▪
Let op dat u de behuizing en de leidingen eronder niet beschadigt.
▪
Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u best de bramen en brengt
u reparatieverf aan op de randen en de delen rond de randen om roestvorming
te voorkomen.
▪
Omwikkel de elektrische bedrading met beschermtape om beschadiging bij het
doorvoeren door de uitbreekopeningen te voorkomen.
a
a Uitbreekopening
b Braam
c Verwijder bramen
d Sluit de uitbreekopeningen af met opvulsel (ter plaatse klaar te maken) als de
mogelijkheid bestaat dat kleine dieren via de uitbreekopeningen in het systeem
binnendringen
Deze apparatuur is conform met:
▪
Deze apparatuur is conform met EN/IEC 61000‑3‑11 op voorwaarde dat de
systeemimpedantie Z
tussen de voeding van de gebruiker en het openbare systeem.
-
EN/IEC 61000‑3‑11 = Europese/Internationale Technische Norm die de
beperkingen vastlegt voor spanningsveranderingen, spanningsschommelingen
en flikkeren in openbare laagspanningssystemen voor apparatuur met een
nominale stroom ≤75 A.
-
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de installateur of gebruiker van
de apparatuur om ervoor te zorgen, indien nodig in overleg met de
distributienetwerkbeheerder, dat de apparatuur ALLEEN wordt aangesloten op
een voeding met een systeemimpedantie Z
▪
Deze apparatuur is conform met EN/IEC 61000‑3‑12 op voorwaarde dat de
systeemimpedantie S
de voeding van de gebruiker en het openbare systeem.
-
EN/IEC 61000‑3‑12 = Europese/internationale technische norm die de grenzen
vastlegt inzake harmonische stromen geproduceerd door apparatuur
aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom
>16 A en ≤75 A per fase.
-
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker
van de apparatuur om ervoor te zorgen, indien nodig in overleg met de
distributienetwerkbeheerder, dat de apparatuur ALLEEN wordt aangesloten op
een voeding met een kortsluitvermogen S
minimum S
-waarde.
sc
Model
REMA5
REYA8
b
c
kleiner dan of gelijk aan Z
sys
groter dan of gelijk aan S
sc
Enkele buitenunit
Z
[Ω]
max
—
—
d
is op het interfacepunt
max
kleiner dan of gelijk aan Z
sys
is op het interfacepunt tussen
sc
dat groter dan of gelijk is aan de
sc
Minimum S
-waarde [kVA]
sc
2598
2789
REMA5+REYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmteterugwinning
4P687640-1 – 2022.07
.
max