7 Werking
In dit hoofdstuk
7.1 Voor het gebruik
7.2 Werkingsbereik
REMA5+REYA8~20A7Y1B
VRV 5 warmteterugwinning
4P687640-1 – 2022.07
7.1
Voor het gebruik .....................................................................................................................................................................
7.2
Werkingsbereik.......................................................................................................................................................................
7.3
Gebruik van het systeem........................................................................................................................................................
7.3.1
Over het gebruik van het systeem.........................................................................................................................
7.3.2
Over koelen, verwarmen, alleen ventileren en automatische werking................................................................
7.3.3
Over verwarmen ....................................................................................................................................................
7.3.4
Gebruik van het systeem .......................................................................................................................................
7.4
Gebruik van het ontvochtigingsprogramma ..........................................................................................................................
7.4.1
Over het ontvochtigingsprogramma .....................................................................................................................
7.4.2
Gebruik van het ontvochtigingsprogramma..........................................................................................................
7.5
Luchtstroomrichting instellen ................................................................................................................................................
7.5.1
Over de luchtstroomklep .......................................................................................................................................
7.6
Master-gebruikersinterface instellen.....................................................................................................................................
7.6.1
Over master-gebruikersinterface instellen............................................................................................................
7.6.2
Gebruikersinterface als master instellen...............................................................................................................
7.7
Over besturingssystemen.......................................................................................................................................................
VOORZICHTIG
Zie
"4 Veiligheidsinstructies voor de
veiligheidsinstructies.
OPMERKING
Voer NOOIT zelf een inspectie van of servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag
hier een erkend servicetechnicus voor.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om de carterverwarming van
stroom te voorzien en de compressor te beschermen.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor de volgende systemen met standaardbesturing.
Neem vóór de ingebruikneming contact op met uw dealer voor informatie over de
bediening die overeenstemt met uw systeem en versie. Dit is ook het geval als uw
installatie is uitgerust met een op maat ontworpen besturingssysteem.
Werkingsstanden (afhankelijk van het type binnenunit):
▪
Verwarmen en koelen (lucht/lucht).
▪
Alleen ventileren (lucht/lucht).
Afhankelijk van het type binnenunit zijn er specifieke functies; zie de specifieke
montagehandleiding/gebruiksaanwijzing voor meer informatie.
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en vochtgehaltebereiken
om een veilige en efficiënte werking te verzekeren.
4
gebruiker" [
21] voor alle gerelateerde
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7
Werking
|
29
29
30
30
30
30
31
31
31
32
32
32
33
33
34
34
29