28. De apparatuur moet geïnstalleerd worden in gebouwen die bescherming bieden tegen de invloeden van de weersomstandigheden, in
overeenstemming met de toepasselijke wetten en technische normen.
29. Bots niet tegen en sla niet op leidingen die vloeistoffen onder druk bevatten.
30. Het is niet toegestaan om op de machine te lopen of andere voorwerpen te laten rusten.
31. De gebruiker is verantwoordelijk voor de algemene beoordeling van brandgevaar op de plaats van installatie (bijvoorbeeld de berekening
van de vuurbelasting).
32. Tijdens het vervoer moet het systeem altijd op de laadbak van het voertuig worden bevestigd, om verplaatsing en kanteling te voorkomen.
33. De machine moet worden vervoerd in overeenstemming met de van kracht zijnde regelgeving, waarbij rekening moet worden gehouden met
de kenmerken van de vloeistoffen in de machine en de beschrijving van deze vloeistoffen op het veiligheidsinformatieblad.
34. Onjuist uitgevoerd vervoer kan leiden tot de beschadiging van de machine en het eventueel lekken van de koelvloeistof. De machine moet
voorafgaand aan de start gecontroleerd worden op lekken en eventueel gerepareerd worden.
35. Een onvoorziene afvoer van het koelmiddel in een gesloten omgeving kan leiden tot een gebrek aan zuurstof en dus een risico op verstikking:
installeer de machine in een goed geventileerde omgeving in overeenstemming met EN 378-3/ISO 5149-3 en de plaatselijk geldende
regelgeving.
36. De installatie moet voldoen aan de vereisten van EN 378-3/ISO 5149-3 en de geldende lokale voorschriften.
1.2.
Algemene beschrijving
De door u aangeschafte eenheid is een warmtepomp, een machine ontworpen om water te koelen/verwarmen binnen de hieronder aangegeven
grenzen. De eenheid werkt op basis van de compressie, condensatie en verdamping van het koelgas, volgens de Carnot cyclus, en bestaat,
afhankelijk van de bedrijfsmodus, uit de volgende voornaamste onderdelen.
De eenheid is in "split" configuratie, hetgeen betekent dat het is opgebouwd uit twee hoofddelen:
De binnenunit, die in een in een afgesloten ruimte zal worden geïnstalleerd en bevat het watercicuit en de platenwarmtewisselaar
▪
De buitenunit, die in de open lucht zal worden geïnstalleerd en bevat de compressor, de spoel en de ventilatoren.
▪
De twee units worden verbonden door middel van het koelmiddelleidingsysteem dat in de structuur is ingebouwd.
Om de juiste werking van de warmtepomp te garanderen, moeten de buiten- en binnenunits elektrisch worden aangesloten (zie het
bedradingsschema dat bij de units wordt geleverd)
Modus koeling of conditionering:
▪
Een of meer scroll-compressoren die de druk van het koelgas verhogen van de verdampingsdruk naar de condensatiedruk.
▪
Een condensor waarin het koelgas condenseert onder hoge druk condenseert en warmte naar de lucht overdraagt.
Een expansieventiel door middel waarvan de druk van de gecondenseerde vloeistof vermindert van de condensatiedruk naar de
▪
verdampingsdruk.
▪
Een verdamper, waarin de koelvloeistof onder lage druk verdampt en het water koelt.
Verwarmingsmodus of warmtepomp:
Een of meer scroll-compressoren die de druk van het koelgas verhogen van de verdampingsdruk naar de condensatiedruk.
▪
▪
Een condensor waarin het koelgas condenseert onder hoge druk condenseert en warmte naar het water overdraagt.
Een expansieventiel door middel waarvan de druk van de gecondenseerde vloeistof vermindert van de condensatiedruk naar de
▪
verdampingsdruk.
Een verdamper, waarin de koelvloeistof onder lage druk verdampt.
▪
▪
De werking van de warmtewisselaars kan worden omgekeerd met behulp van de 4-wegklep, waarmee het gebruik van de verwarmings-
/koeleenheid volgens het seizoen gewijzigd kan worden.
Alle systemen worden in de fabriek volledig gemonteerd en voorafgaand aan de verzending gekeurd. Het EWYT~CZ(I/O) assortiment bestaat uit
modellen met één koelcircuit en modellen met twee koelcircuits.
De machine gebruikt de koelvloeistof R32, geschikt voor het gehele toepassingsgebied van de machine.
De regeleenheid is voorbedraad, ingesteld en getest in de fabriek. Alleen de normale aansluitingen ter plaatse, zoals leidingen, elektrische
aansluitingen en vergrendelinrichtingen van de pompen zijn noodzakelijk, waardoor de installatie wordt vereenvoudigd en de betrouwbaarheid
toeneemt. Alle regelsystemen voor veiligheid en besturing worden in de fabriek geïnstalleerd in het bedieningspaneel.
De aanwijzingen van deze handleiding zijn van toepassing op alle modellen van deze serie, tenzij anders aangegeven.
D-EIMHP01505-22_00NL 6/59