1.5.2.3.
Veiligheidsalarmen
Het veiligheidsalarmsysteem waarschuwt zowel hoorbaar als zichtbaar, zoals zowel een luide zoemer (15 dBA boven het achtergrondniveau) en
een knipperend licht.
Ten minste één veiligheidsalarm moet in de bezette ruimte worden geïnstalleerd.
Voor onderstaande bezetting zal de alarminstallatie tevens waarschuwen op een bewaakte locatie, zoals de locatie van de nachtportier, alsmede
de bezette ruimte:
•
Ruimtes, gedeelten van gebouwen, gebouw waar slaapfaciliteiten zijn voorzien.
Ruimtes, gedeelten van gebouwen, gebouw waar mensen worden beperkt in hun bewegingsvrijheid.
•
•
Ruimtes, gedeelten van gebouwen, gebouw waar een ongecontroleerd aantal mensen aanwezig zijn.
•
Ruimtes, gedeelten van gebouwen, gebouw waartoe ieder persoon toegang heeft zonder persoonlijk kennis te maken met de nodige
veiligheidsmaatregelen.
Het veiligheidsalarm wordt ingeschakeld door het signaal van het lekdetectiesysteem. Het veiligheidsalarm waarschuwt ook een bevoegde persoon
om passende maatregelen te nemen.
D-EIMHP01505-22_00NL 12/59