Afbeelding 20 – Initiële expansievatdruk gebaseerd op maximaal watervolume
De standaardwaarde voor de begindruk, die in de afbeelding wordt weergegeven, heeft betrekking op een verschil in H van 7 meter.
Als de totale watervolume in het gehele circuit de toegestane maximale hoeveelheid overschrijdt, moet een ander expansievat w orden geïnstalleerd.
Als het verschil in systeem H kleiner is dan 7 meter en de waarde van de begindruk lager is dan de maximale toegestane waarde (zie grafiek), is
geen aanpassing van de begindruk vereist.
Als de standaardwaarde van de begindruk (1 bar) moet worden veranderd, houd dan rekening met de volgende aanbevelingen:
•
Gebruik uitsluitend droge stikstof om de begindruk in het expansievat in te stellen.
•
Een onjuiste instelling van de begindruk in het expansievat leidt tot storing van het systeem.
Veranderingen van de begindruk van het expansievat moeten tot stand worden gebracht door de stikstofdruk te verlagen of te verhogen met behulp
van de Schrader-klep op het expansievat.
Alleen een erkende installateur kan de begindruk van het expansievat aanpassen.
Om de waterhoeveelheid te controleren: voorbeelden
Voorbeeld 1
Het apparaat wordt 5 m onder het hoogste punt in het watercircuit geïnstalleerd. De totale waterhoeveelheid in het watercircuit is 250 liter. Geen actie
of veranderingen vereist.
Voorbeeld 2
Het apparaat wordt op het hoogste punt in het watercircuit geïnstalleerd. De totale watervolume in het watercircuit (zonder de glycol) is 420 l.
Acties:
Omdat de totale watervolume (420 l) hoger is dan de vooraf ingestelde watervolume (340 l), moet de voordruk worden verlaagd.
De benodigde voordruk is:
Pg = (0,3+ (H / 10)) bar = (0.3+ (0/10)) bar = 0,3 bar
De bijbehorende maximale waterhoeveelheid is ongeveer 490 l (zie grafiek).
Omdat 420 l minder dan 490 l is, is het expansievat geschikt voor de installatie.
D-EIMHP01505-22_00NL 28/59
A
Circuit zonder glycol
F
Standaard