GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN
12.15.TREKHAAK
De dumper is aan de voorkant uitgerust met een trekhaak die geschikt is voor een
maximaal toepasbare kracht gelijk aan 1000 kg.
De operator is verantwoordelijk voor:
• de keuze van het meest geschikte bevestigingssysteem en de lengte ervan , om
het te slepen voorwerp met de haak te verbinden;
• het op veilige wijze verbinden van het bevestigingssysteem op de trekhaak,
• de besturing van de machine, alleen vanaf de bedieningsplek "VOORUIT"
• dat er gereden wordt met de laagst mogelijke snelheid en NOOIT in de
tweede versnelling;
• dat gecontroleerd wordt dat het gesleepte voorwerp en/of het
bevestigingssysteem tijdens het niet recht vooruit rijden niet kunnen botsen met
enig onderdeel van de machine;
voor het uitvoeren van een passende risicobeoordeling van de sleephandeling.
12.16.GEBRUIK VAN HET ONDERSTEL MET RUBBEREN RUPSBANDEN
Wanneer gewerkt wordt met een onderstel met rubberen rupsbanden moeten de
onderstaande situaties worden vermeden:
1 Werk niet op harde, rotsige en ongelijke ondergronden zoals bijvoorbeeld
rivierstenen of grind, enz.
2 Laat de rubberen rupsbanden niet voor meer dan 3 maanden blootgesteld aan
direct zonlicht.
3 Vermijd zoveel mogelijk ongeschikte stuurmanoeuvres op asfalt en cement
omdat de rupsbanden hierdoor verslijten. Vermijd verder te rijden over
geasfalteerde wegen wanneer de temperatuur van het asfalt hoger is dan
60°C, omdat dit slijtage van de rupsbanden en ook beschadiging van het
wegdek veroorzaakt.
4 Rijd niet met een niet goed aangespannen rupsband op een ongelijke
ondergrond; dit kan het losraken van de rupsband en/of beschadiging ervan
veroorzaken.
5 De rubberen rupsbanden zijn alleen geschikt voor zachte bodems en niet voor
harde en schurende terreinen zoals zand, steen, mineralen, enz. Wanneer de
rupsbanden op dergelijke ondergronden worden gebruikt, kunnen ze
vervormd raken en vroegtijdig verslijten.
6 Vermijd het contact van de rubberen rupsbanden met scherpe randen van
beton enz.
96
Compacte Dumper KC300
MUKC300062001