MUKC300062001
11.INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN
Hieronder volgt de aanduiding van de functies van alle bedieningsorganen en
indicatoren aanwezig op de machine. In de onmiddellijke nabijheid van elke
voorziening is een sticker aangebracht met een korte beschrijving van de functie,
vaak zijn dit symbolen die een snel en veilig gebruik bevorderen. Voordat de
machine wordt gebruikt, moeten de hieronder gegeven beschrijvingen gelezen
worden om de functie van elke voorziening beter te begrijpen, evenals de
aanbevelingen van de fabrikant.
Alvorens het gebruik van de machine te starten, moet de operator de
bepalingen van deze handleiding gelezen en goed begrepen hebben.
11.1.BEDIENINGSPLEK
De bedieningsplek is gelijk aan de bestuurdersplaats van de operator, met de
operator zittend op de stoel, met de omgelegde veiligheidsgordels, binnen de
afschermingsstructuur Rops‐Fops zoals duidelijk aangegeven op de
onderstaande afbeeldingen.
0,1
0,1 ASSE_MOTORE
0,1
0,1 ASSE_MOTORE
Fig. 15 Vooruitrijden
De bedieningsplek "VOORUIT" moet geselecteerd worden voor het
rijden omdat deze modus een optimaal zicht toestaat op het traject
tijdens het vooruit rijden.
De bedieningsplek "ACHTERUIT" moet geselecteerd worden voor de
bewegingen van de laadbak omdat deze modus een optimaal zicht op
de bak en het werkgebied toestaat.
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN
Compacte Dumper KC300
0,1
0,1 ASSE_MOTORE
0,1
0,1 ASSE_MOTORE
Fig. 16 Achteruitrijden
53