MUKC300062001
Brand‐ en letselgevaar!
De temperatuur van de uitlaatgassen stijgt aanzienlijk tijdens de
regeneratie en de vrijkomende gassen zijn veel heter dan die welke
ontsnappen onder normale bedrijfsomstandigheden.
Brand‐ en letselgevaar als mensen, dieren, planten of brandbare
materialen zich in de directe omgeving van het uitlaatsysteem bevinden!
‐Houd het uitlaatsysteem en de omgeving vrij van brandbaar materiaal.
‐Als er gevaar voor het milieu bestaat, stop dan de regeneratie van het
roetfilter.
‐Laat de machine niet onbeheerd terwijl het roetfilter wordt geregenereerd.
‐Voer de regeneratie van het roetfilter alleen in de openlucht uit.
De regeneratie van het roetfilter kan op elk moment worden uitgeschakeld en
opnieuw worden ingeschakeld met de speciale instelling op het display voor
regeneratie van het DPF‐filter.
Het uitschakelen van de regeneratie wordt aangegeven door een bericht op het
display.
Gevaar voor beschadiging van het roetfilter!
Als u de verkeerde motorolie of dieselbrandstof gebruikt, kan het
roetfilter onherstelbaar beschadigd raken door vervuiling.
‐Gebruik alleen motoroliën met specificatie API CJ‐4.
‐Gebruik alleen dieselbrandstoffen met een laag zwavelgehalte.
‐Raadpleeg de tabel met verbruiksartikelen.
Hoe hoger de motorbelasting, hoe hoger de temperatuur van de uitlaatgassen. De
fijnstofdeeltjes worden zo verbrand in het roetfilter. Op deze manier is het aantal
benodigde regeneratiecycli lager dan wanneer de motor minder belast wordt. Bij
een laag toerental en met gedeeltelijke belasting is de temperatuur van de
uitlaatgassen niet hoog genoeg om de fijnstof in het roetfilter te verbranden.
Bijgevolg neemt het aantal regeneratiecycli toe. Het wordt daarom aanbevolen
om de motor niet te vaak op een laag toerental te laten draaien.
13.9.1.Procedure voor automatische regeneratie van het roetfilter
Om de regeneratie uit te kunnen voeren, moet aan de volgende voorwaarden
worden voldaan:
Compacte Dumper KC300
ONDERHOUD
119