MUKC300062001
• Gebruik tijdens het tanken altijd een filter, aangezien vuil en zand de
inspuitpomp van de brandstof ernstig kunnen beschadigen.
• Let op dat de brandstoftank niet geheel leeg raakt; in dat geval kan er lucht in
het brandstofsysteem binnendringen en is het nodig om het systeem te
ontluchten alvorens de motor opnieuw in te schakelen. Verwijs in dit geval naar
de handleiding van de motor.
13.3.1.1. Tankprocedure machines dieselversies
• Controleer of het brandstofpeil hoger is dan het in rood gemarkeerde
minimale peil van de indicator op het bedieningspaneel.
• Wanneer het peil laag is, tank dan brandstof bij zonder de bovenste limiet van
de tank te overschrijden.
13.3.2.Onderhoud dieselfilter
Om de 100 bedrijfsuren moet het brandstoffilter gereinigd worden. Deze
handeling moet worden uitgevoerd in een schone omgeving om het
binnendringen van stof te voorkomen.
1 Sluit het kraantje van het dieselfilter.
2 Verwijder de bovenste dop en spoel de binnenkant met diesel.
3 Verwijder het element en spoel dit met diesel.
4 Plaats het dieselfilter na de reiniging terug en bescherm het tegen stof en vuil.
5 Ontlucht de inspuitpomp.
(1) Kraantje van het brandstoffilter
(2) Bakje brandstoffilter
(A) ʺOPENʺ
(B) ʺGESLOTENʺ
Compacte Dumper KC300
ONDERHOUD
107