4. Fax
3.
Controleer of [Dir. TX] niet is gemarkeerd.
4.
Plaats het origineel in de ADF.
5.
Configureer de scan- en verzendinstellingen in "Verzendinstellingen".
6.
Geef een bestemming op.
U kunt het nummer of adres van de bestemming direct invoeren of in het adresboek selecteren door
op de bestemmingstoets te drukken.
Wanneer u zich vergist, drukt u op de [Wissen]-knop en probeert u het opnieuw.
7.
Wanneer u hetzelfde origineel naar meerdere bestemmingen wilt verzenden
(broadcasting), kiest u de volgende bestemming.
8.
Als u documenten verzendt naar internetfax- of e-mailbestemmingen of de functie "E-mail
verz.result." inschakelt, moet u een afzender opgeven.
9.
Druk op de [Start]-knop.
Originelen verzenden via de glasplaat (Geheugenverzending)
1.
Controleer of [Dir. TX] niet is gemarkeerd.
2.
Plaats de eerste pagina van het origineel met de tekstzijde naar beneden op de
glasplaat.
3.
Geef een bestemming op.
4.
Maak de noodzakelijke scaninstellingen.
5.
Druk op de [Start]-knop.
76