Afdrukken vanaf Windows
(printerdriver nog niet geïnstalleerd)
®
®
Als u Windows
NT
3.5 of 3.51 gebruikt, volgt u onderstaande procedure voor het
configureren van de afdruk-/faxserver.
1. Ga naar het hoofdvenster en selecteer het pictogram Afdrukbeheer.
2. Selecteer het menu Printers.
3. Selecteer Printer installeren.
4. Voer in het vak Printernaam een naam in.
5. Selecteer Stuurprogramma. Kies de gewenste driver.
6. Selecteer Beschrijving. Voer een willekeurige beschrijving in.
7. Selecteer Afdrukken op en selecteer Andere.
8. Selecteer LPR-poort.
9. Typ het IP-adres dat u aan de afdruk-/faxserver hebt toegewezen in het vak
Naam of adres van hostserver die lpd: levert. Als u het HOSTS-bestand hebt
bijgewerkt of een domeinnaamsysteem gebruikt, kunt u i.p.v. het IP-adres de
naam invoeren die met de afdruk-/faxserver wordt geassocieerd.
10. Voer de servicenaam van de afdruk-/faxserver in als de Naam van printer op
die machine. Weet u niet welke servicenaam u moet gebruiken, voer dan
BINARY_P1 in en klik op OK.
Opmerking
Raadpleeg het hoofdstuk dat afdrukken vanaf Unix via het TCP/IP-protocol bespreekt
voor meer informatie over servicenamen.
Indien gewenst, kunt u de printer delen.
Andere bronnen van informatie
1. Ga naar http://solutions.brother.com/ voor meer informatie over afdrukken
op een netwerk, voor documentatie over het IPP-protocol, en over hoe u een
®
Windows
2000/95/98/Me-systeem configureert.
2. Zie ook hoofdstuk 1 in deze handleiding voor meer informatie over het
configureren van een IP-adres op de printer.
HOOFDSTUK 5 AFDRUKKEN VIA TCP/IP
®
NT
5-7
®
3.5x