HOOFDSTUK 12 AFDRUKKEN VANAF UNIX
TCP/IP
Brother afdruk-/faxservers worden door het netwerk beschouwd als een UNIX-host-
computer met een uniek IP-adres, die het daemon-protocol lpd voor regelprinters
uitvoert. Het resultaat is dat elke host-computer die de externe LPR-opdracht van
Berkeley ondersteunt, taken naar Brother afdruk-/faxservers kan spoolen zonder dat
daarvoor op de host-computer speciale software nodig is. Voor speciale toepassingen
zijn bovendien raw TCP-poorten verkrijgbaar.
De Brother afdruk-/faxserver NC-8100h ondersteunt eveneens het FTP-protocol. Dit
protocol kan worden gebruikt om afdruktaken te sturen vanaf Unix-systemen.
Brother afdruk-/faxservers zijn vooraf geconfigureerd om te worden gebruikt op een
TCP/IP-netwerk, waarbij slechts minimale instellingen hoeven worden gemaakt. De
enige verplichte configuratie voor de afdruk-/faxserver is de toekenning van een IP-
adres, dat ofwel automatisch wordt toegekend via DHCP, BOOTP enz., of handmatig
kan worden toegekend via de ARP-opdracht , BRAdmin, het voorpaneel van de
MFC, enz.
Zie ook hoofdstuk 1 in deze handleiding voor meer informatie over het configureren
van een IP-adres op de afdruk-/faxserver.
12-2